Aan de start van dit jaar schreef ik dat ik meer mijn gevoel wilde gaan volgen, minder richten op cijfers en aantallen, maar meer op waar mijn gevoel naar uitgaat. Daarnaast bepaalde ik in januari al voor mijzelf in welke periodes van het jaar ik vooral welke polders ik wilde gaan bevissen. Dit zorgt er wel voor dat ik iets minder mijn gevoel kan volgen, anderzijds geeft het wat houvast. Zo zijn er een aantal polders die na juni door de hoeveelheid aan plantengroei niet meer bevisbaar zijn. Voor die periode wil ik mijn slag er geslagen hebben!
Daarom ben ik vandaag weer op pad naar een ondiepe heldere polder. Door paasverplichtingen heb ik wel wat kort de tijd. Ik maak vier voerplekken. Eén in een plasje, twee in een vaart en één in een wetering. Tijdens het voeren merk ik al dat het erg stil is. Normaal zie ik in de schemering al wel wat activiteit, in dit ondiepe water kan de karper zich moeilijk ongezien houden. Vandaag is alles stil, erg stil. Als ik de hengel optuig rolt er een vis aan de rand van een leliebed in het plasje. Het geeft wat vertrouwen maar ergens ben ik er niet gerust op, zo stil is het bijna nooit. In het plasje gebeurt er dan ook niets. In de wetering zijn her en der wat kleine belletjes te zien, waarschijnlijk van azende zeelt. Vooral voor de wetering vind ik het vreemd dat het zo rustig is. Er zwemt maar een klein bestand aan karper rond, als de vissen actief zijn dan zie je ze overduidelijk azen. De vissen kunnen op een ander deel van de wetering zijn maar na afgelopen winter zal het me ook niet verbazen dat het al kleine bestand nog wat kleiner is geworden. In mijn rug komt de zon op, nevelslierten hangen boven het water her en der zwemt een meerkoet, verder is en blijft het stil. Ik ga op pad naar de vaart maar hier is het exact hetzelfde. Ik zit 20 minuten op beide stekken zonder ook maar een teken van een karper te zien, terug naar het plasje. Ook hier gebeurd nog niets de pen stuitert af en toe op en neer maar dat is vrij zeker van kleine witvis. Als ik op mijn mobieltje kijk zie ik dat ik nog maar een uurtje heb te gaan. Ik voer op deze stek een beetje bij en ga terug naar de vaart. Ik zit hier een half uurtje op de eerste stek maar er is helemaal niets te zien. Terug naar het plasje. Als ik bijna bij het plasje ben bedenk ik me dat ik ook nog wat voer in de wetering had gestrooid. Zal ik daar nog even kijken? Ja, tot nu toe heb ik hier sowieso weinig gezien. Misschien is er wel een zeelt op het voer gekomen. Als ik langs de wetering loop zie ik de trage, walmende beweging van een karper. Mijn stek ligt nog een stuk verderop maar dat maakt niet uit er gebeurt eindelijk iets! Vanaf een bruggetje zet ik de pen onder de kant waar ik gevoerd heb. Niet veel later komt aan die kant een eind verder op een karper aanzwemmen. De wellingen zijn duidelijk te herkennen en de vis komt rap dichter bij het voer. Het zal me niet verbazen als hij hier al eerder is langsgekomen want als hij bij de plek aankomt duikt hij meteen om te eten. Vrij snel daarna wordt de pen langzaam meegenomen, ik wacht met slaan want dit is zeker geen aanbeet. Deze beweging is door de kolken of de vis die door de lijn zwemt. Dan springt het pennetje weg en wordt onder water meegetrokken. Ik sla aan en voel de weerstand van de vis. Die schiet direct terug in de richting waar hij vandaan kwam. Ik vind dit prima, het bruggetje waar ik op zit is de plek waar ik hem vandaan wil houden. Ik klim met de hengel in mijn hand over een hek het weiland in. Het net had ik al aan de andere kant klaargezet. Ik volg de vis totdat ik een veilige afstand tot het bruggetje heb. Daarna begint de strijd pas echt. Het is een gezonde sterke vis want zonder enige moeite blijft hij dicht bij de bodem. Na een minuut of vijf is hij toch moe en kan ik hem boven het net trekken; hij is binnen. Op de kant zie ik dat het een mooie strakke schub is. Grote vinnen en donker gekleurd, 71 centimeter en 12 pond. Na een korte reis in de buitenlucht mag hij terug. Voor mij is het tijd om te gaan, de paasbrunch wacht….
0 Comments
Het is hier alweer een tijdje stil geweest. Ik ben er een paar keer op uit geweest en had graag wat avonturen aan het papier toevertrouwd, helaas is tijd momenteel schaars. De tuin moet op de schop, en grondig ook. Afgelopen zaterdag wil ik al het werk verzetten dat nodig is om zondag de boel opnieuw te kunnen bestraten. In de ochtend rij ik al het afval naar het plaatselijke depot. daarna oude tegeltjes eruit, zand dat hieronder vandaan komt gebruiken voor de plek waar eerst de vlonder lag want dat moet terras worden. Tussendoor speel ik ook nog een wedstrijdje voetbal. Niet verrassend dat ik aan het einde van de dag uitgeblust maar wel erg tevreden aan het avondeten zit. Na het eten scharrel ik mijn spulletjes bij elkaar om op pad te gaan met de penhengel. Ik ga voor het eerst naar deze polder dit jaar. ik hoop dat het warme weer de karpers naar een aantal ondiepe sloten heeft gebracht. Via wat hekken kan ik een aantal van deze slootjes bereiken. Tijdens mijn tocht naar de sloten toe strooi ik op een paar plekken in de hoofdwetering voer. Daar zal ik later op de avond, als de wandel en fiets activiteit op het schelpenpad is afgenomen, terugkomen. Het waait hard, er staat een flinke kabbel op het water die het moeilijk maakt de bewegingen van karper op dit ondiepe water waar te nemen. Als ik aan het optuigen ben zie ik op een stil stuk wellingen ontstaan; ze liggen er! Langzaam benader ik het water. Ik heb op de hoek van een slootje en de hoofdwetering een voerplekje gemaakt. Het slootje is meer een verbindingsstukje met een vierkante bak water, verderop loopt het slootje door de weilanden in. Ik loop op het stukje land tussen de bak water en de hoofdwetering. Zo stil mogelijk sluip ik over de zachte veengrond, de grond is hier boterzacht en ik wil zo min mogelijk trillingen het water insturen. Als ik in de buurt van het stekje kom leg ik mijn kussentje neer. Ik ga zitten en laat de pen te water. Daar staat het oranje puntje langzaam op de golfjes heen en weer te wiegen. Ik heb de zon en de wind in mijn rug en kijk de eeuwige polder in. Heerlijk, even rust na een drukke, productieve week. De wind neemt wat af en het water wordt vlakker. Op verschillende plekken zie ik actieve vis. Brasem, maar ook karper. Vanuit de wetering komt er een staart aanzwaaien, niet veel later is er een kolk op het voerplekje opletten nu. Ik weet niet zeker of het een brasem of een karper is die het voer heeft gevonden. Na een paar minuten word de pen weggetrokken, na de aanslag is er geen twijfel meer mogelijk; karper! Als een bezetene schiet de vis ervandoor maar na die eerste wilde run lijkt zijn kruit verschoten. Kopschuddend, proestend en draaiend kan ik hem boven het net trekken. Een mooie slanke vis mag even op de foto. precies 70 centimeter en 10 pond, geen slecht begin. Ik voer wat bij en beweeg me langzaam naar de andere kant van de bak, hier heb ik veel vis langs zien komen, en strooi wat hennep en tarwe. Hier zit ik een half uurtje maar er gebeurt niets. De vissen lijken even verdwenen.
Terug op het eerste stekje begint het te schemeren. Ik krijg een paar tikken op de pen en wacht af. Als ik het rode puntje niet meer goed kan zien monteer ik een breekstaafje. De beweging zet niet door. Ik besluit de eerder op de avond aangelegde stekken te bezoeken. Bij geen van de stekken is er een teken van leven te bespeuren. Terug maar naar de plek waar ik wel actieve vis zag. Op de later aangelegde stek bij de vierkante bak is veel beweging maar de vissen komen niet op de stek. Ik wacht af, misschien dat ze er toch opkomen? Na drie kwartier meerdere vissen te hebben zien passeren zonder ook maar enige interesse te tonen in het voer besluit ik terug te gaan naar de plek waar ik de karper haakte. Het duurt hier niet lang voordat de pen weg wordt getrokken. Ik sla aan en meteen komt er iets boven water klapperen, dan valt de spanning weg, de haak is losgeschoten. Wat het was weet ik niet? Ik zie dat er meerdere vissen zijn geschrokken, kleine en grote boeggolven lopen kris kras door de wetering heen. Ik besluit te stoppen, het is alweer half twaalf en ik heb zin om te slapen. Wat een heerlijke eerste zomeravond was het en nog een karpertje gevangen ook kan het mooier? |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|