Nu het erop lijkt dat de karper afgepaait is in het meeste polderwater ga ik naar de plek waarvan ik weet dat er veel vis paait. Na de paai blijven de vissen vaak even hangen om te eten. Uiteindelijk waaieren ze weer naar alle uithoeken uit. Ik wil vandaag met twee hengels vissen. In tegenstelling tot vorige keren (toen ik aardappel als aas gebruikte) kies ik voor een mix van particles. Met één hengel wil ik op een voerstekje vissen, de andere hengel komt op een plek waarvan ik weet dat er veel vis langs zwemt. Als ik bij de wetering aankom weet ik dat ik een goede keuze heb gemaakt. In de sloot waar ik langsloop richting de wetering zijn al meerdere actieve vissen te zien. in de wetering zelf barst het van de vis. Voorzichtig en ruim uit de kant maak ik de hengels in orde. Niet veel later staan er twee pennetjes in het stille water. Al vrij snel is de aandacht van de vis getrokken door het voer. Meerdere vissen lopen over de stek heen. Dan wordt het weer stil. Vreemd is dat, het ene moment zie je meerdere vissen, het andere moment lijkt het uitgestorven. Ineens is er weer actie. Een grote groep hongerige vissen heeft het aas gevonden op de voerstek. Grote wellingen lopen over het water en het duurt niet lang voordat de pen wegglijdt. Zoals vaak in deze wetering is het een sterke snelle vis die ik gehaakt heb. Het kost me een hoop moeite om de vis in het net te krijgen. Ondertussen slaan tijdens de dril andere karpers en brasems op de vlucht. Dat is het nadeel van deze stek, als je er één op krijgt duurt het vaak lang voordat de rust is teruggekeerd. Uiteindelijk ligt er een mooie schub in het net, met zijn 81 centimeter en 19.5 pond ben ik meer dan tevreden. Als de vis terug is gezet zie ik nog steeds karpers zwemmen, echter ze zijn nu onrustiger dan eerst. Ik strooi wat voer bij en leg beidde hengels weer uit. Daarna loop ik een stuk langs de wetering en maak verderop ook een voerstek. Als de rust op de oude stek niet terugkomt heb ik altijd nog een tweede kans. Ik wacht geduldig maar het lijkt erop dat er steeds minder vissen actief zijn. Na een half uur te hebben gewacht besluit ik bij de andere voerstek te kijken. Voor zover mogelijk is het hier nog rustiger; waar de vissen op die momenten blijven is voor mij nog steeds een raadsel.
Ik besluit om met één hengel en het net langs de sloot te lopen waar de vis paait. Op de heenweg zag ik hier vissen actief azen, wie weet zijn ze te verleiden. Ik loop een flink stuk langs de sloot maar kom alleen brasems tegen die zich tegoed doen aan het karperkuit. Dan maar weer terug naar de eerste stek, misschien is de rust nu teruggekeerd. Ik heb beide pennen nog maar net liggen als er een vis aan komt zwemmen, hij zwemt de route waarop ik het losse haakaas heb aangeboden. Als hij bij de pen in de buurt komt stopt hij, verwoed begint hij om zich heen te happen, al vrij snel vindt hij hetgeen zijn smaakpapillen al enige tijd geleden doorgaven. Weer sta ik met een kromme hengel en een gillende slip. De vis vliegt alle kanten op maar komt uiteindelijk sneller dan de eerste in het net. Het is weer een schubkarper, nu van 71 centimeter en 14 pond. Ik besluit hierna te stoppen, het zal wel even duren voordat de rust is teruggekeerd en met deze dubbele vangst ben ik meer dan tevreden!
0 Comments
Op de 21e was ik 's avonds laat nog naar een wetering geweest. Op de één of andere manier vis ik niet vaak aan deze wetering terwijl ik weet dat er veel mooie vis rondzwemt. Ook de omgeving is erg prettig. De wetering is bereikbaar via een kade, aan de ene kant van de kade ligt een slootje aan de andere kant de wetering. De kade is soms maar een paar meter breed. Door de knotwilgen en andere boompjes aan de slootzijde is het een plek waar je lekker beschut kan zitten. Op sommige plekken komt de wetering uit in grote vierkante bakken water. Dit zijn natuurlijke reservoirs voor de kassenbouw die direct aan de wetering grenst. Aan het begin van het jaar ben ik al een keer hier geweest. Toen hadden er net baggerwerkzaamheden plaatsgevonden in de wetering. De bagger die uit de wetering was gehaald was over de kade heen gestort waardoor de kade een donkere zwarte indruk maakte in plaats van de groene frisse aanblik die hij normaal heeft. Ondertussen beginnen er allerlei planten weer door de bagger heen te groeien, toch zal het nog wel even duren voordat de wetering zijn intieme karakter terug heeft. Ik ben op weg naar de plekken die me vorig jaar de meeste vis hebben opgeleverd, één van de waterreservoirs. Als ik net over een uit het water stekend paaltje het eerste voerplekje maak zie ik verderop een karper rollen. Als ik bij het reservoir ben aangekomen zie ik nog enkele actieve vissen. Het vertrouwen is direct groot, als de vis hier actief is zijn ze vaak makkelijk op de stek te krijgen. Als ik het laatste voerstekje maak zie ik een enorme golf recht op een meerkoet die verderop ronddobbert aflopen. Ik verwacht en onderwateraanval van een andere watervogel maar dit blijkt niet zo te zijn. Als ik pols hoogte neem zie ik in het smalste deel van de wetering meerdere vissen paaien. Ik kijk even naar de vissen en verbaas me over de lengte van sommigen. Dan loop ik terug naar het eerste stekje, er zijn ook vissen actief dus vangen is gewoon mogelijk. Daarnaast ga ik ervan uit dat na de zonsondergang de vissen de paai laten voor wat het is en op zoek gaan naar voedsel om op kracht te komen. Het wordt een moeilijke avond. Meerdere keren zijn er vissen actief op de stek maar iedere keer worden ze door andere langszwemmende vissen "opgepikt". Eenmaal loopt de lichtpen mooi weg, na de aanslag komt er een brasem bovendrijven. Op de 24e ben ik weer terug aan de wetering. Ik ga ervan uit dat voor de meeste vissen de paai erop zit. Als ik langs de wetering loop zie ik veel waterplanten drijven. Ik ben gewend dat dit water mooi schoon blijft maar het baggeren heeft de onderwaterstructuur en daarmee de biotoop kennelijk verandert. In het smalle deel van de wetering waar ik eerder de vissen zag paaien kom ik ze weer tegen. Nu echter zijn de vissen aan een vreetorgie begonnen. Overal lopen wellingen en zie ik staarten zwaaien. Soms komt er een rugvin boven water uit. Ik maak op de plek waar de vis zich verzameld heeft twee voerstekken, iets terug maak ik er ook nog één. Als ik bij de eerste voerstekken kom staat op één van hen een asociale staart te zwaaien. Rustig zet ik de hengel en het net in elkaar. Twee kikkererwten worden op de haak gezet en ik sluip naar de stek toe. Ik gooi het aas ruim over de stek heen en trek het dan voorzichtig terug. De vis aast door en wordt even later vergezelt door een tweede karper. Dan zwemmen ze door. Er volgt een bloedstollend half uur. Keer op keer trekken de vissen over de stek, soms wordt de pen even meegenomen maar iedere keer wordt dit veroorzaakt doordat de karper het draad raakt. Uiteindelijk houdt de grote staart het voor het gezien, steeds verder van mij verwijdert zie ik de staartlob boven water zwaaien. Na een half uur gaat er eindelijk een vis de fout in, hij pakt het haakaas en zwemt rustig weg. Als ik de haak zet ontploft het water. Meerdere vissen klappen weg en de gehaakte vis vliegt door de slip. Onderweg wordt hij af en toe vergezelt door andere vissen; blijkbaar is de paaidrang nog niet helemaal verdwenen. Na een spannende dril beland er een mooie schub in het net, 83 centimeter lang en 15.5 pond. Bij het terugzetten moet ik de vis even ondersteunen, de paai en de dril hebben veel van hem gevraagd. Uiteindelijk voel ik zijn kracht terugkomen en gaat hij er met rustige staartslagen vandoor. Ik voer wat bij en laat het water even voor wat het is, terug naar de stek bij het waterreservoir. Ondertussen is het donker geworden, gelukkig geeft het breeklichtje van afgelopen donderdag nog voldoende licht om de pen goed te kunnen zien. Het water in het reservoir is vlak, de wind is gaan liggen. Op sommige plekken lopen wellingen, meerdere vissen zijn actief aan het azen. Ik zit nog niet lang als er links van me een staart opduikt. De staart heeft wat weg van het enorme gevaarte dat ik eerder zag. Al vrij snel heeft deze vis het aas gevonden. Ik zie de wellingen over de stek lopen. Ik voel de spanning als een blok in mijn buik zitten. Af en toe wordt de pen weggedrukt. Na meerdere momenten waarop ik twijfel om te slaan lijkt na een kwartier de pen weg te zakken. Hij blijft net onder water staan, wordt opgestoken en zakt weer, nog een keer komt hij omhoog dan niks meer. Als ik tien minuten later het aas controleer zie ik tot mijn grote verbazing dat beide kikkererwten verdwenen zijn. Ik strooi wat voer en loop terug naar de plek waar ik eerder die avond een vis ving.
De karpers liggen er nog steeds maar ze komen niet op het haakaas. Ik wacht geruime tijd uiteindelijk neemt de activiteit af. Ik voel een koude wind opsteken. Op de stek bij het reservoir gebeurt ook niets meer. In de verte laat de kloktoren weten dat het alweer 1 uur is, ik besluit te stoppen. Afgelopen vrijdag was ik na het debacle van 's ochtends ook 's avonds op pad geweest. Ik bezocht één van mijn favoriete weteringen in polder 1. Rond deze tijd van het jaar verzamelen er zich op dit stuk veel karpers als voorbode van de paai. Als ik vrijdagavond langs een wat bredere sloot door het weiland loop op weg naar de wetering zie ik al snel meerdere karpers zwemmen. Tijdens de tocht tel ik er zeker een stuk of twintig, allemaal variërend tussen de 70 en de 90 centimeter. Ook tel ik enorm veel zwanen, 41 in totaal. Op een bepaald moment vliegen ze bijna allemaal tegelijk weg, ze maken een paar rondes om mij heen, overal weerklinkt geklapwiek, een bijzondere ervaring. Het wordt na een vervelende ochtend een frustrerende avond. De hoeveelheid karper die ik zie is ontelbaar. Langs de kanten en in de zijsloten zie ik de ene na de andere vis zwemmen, rollen of zelfs springen. Van het voer moeten ze niets hebben. Af en toe loopt er een vis over een voerplek heen maar ze blijven er niet op hangen. Als ik in het donker terugsjok, malen mijn gedachten in het rond; hoe ga ik deze vissen vangen? Het is niet de eerste keer dat ik dit hier mee maak. Natuurlijk aas? Andere presentatie? Na lang woelen in bed besluit ik het eens over een andere boeg te gooien, vissen met twee hengels, één met een pennetje, de andere met een waker op afstand. Daarnaast gaat de aloude aardappel als aas gebruikt worden. Mooie grote stukken die ik wil neerleggen op de plekken waar de vis het meeste langskomt, voeren zal waarschijnlijk niet eens nodig zijn.
Vandaag loop ik om een uur of twaalf langs dezelfde route als vrijdagavond. Ook nu zie ik al meerdere vissen in de sloot. Ik heb 's ochtends een paar aardappels gekookt en heb twee hengels bij me. Bij het uiteinde van de sloot aangekomen leg ik mijn spullen neer. Het ziet er goed uit, de wind is hard en het is niet te warm. Ik maak de wakerhengel in orde, doordat de wind dwars op de wetering staat durf ik niet met een vrijlijn systeem te vissen, ik monteer een licht wartelloodje en zet daarna de haak eraan. Een halve aardappel vindt zijn weg naar de overkant, hij komt precies in het midden van de sloot terecht die tegenover mij op de wetering uitkomt. Ik leg de hengel in de steunen en maak mijn penhengel in orde. De penhengel leg ik op de plek waar de sloot waar ik langsliep op de wetering uitkomt. Wachten maar. Het weer wordt steeds beter, ik kijk om me hen en geniet. Wolken worden in rap tempo voorbij geblazen, verderop staat een visdiefje in de lucht. Af en toe vliegt er een zwaan langs. De tijd verstrijkt traag, mijn gedachten voeren me naar het boek Karpervissen van J. B, de Winter. Hij was een echte wakervisser, misschien is dat in deze polder ook wel de beste oplossing. Ik blijf wat verder bij de vis vandaan waardoor ze minder snel gestoord zullen worden. Na twee en een half uur is het de penhengel waarop ineens actie is. De pen waggelt naar links om daarna naar rechts weg te lopen. Ik zet tegengesteld de haak, tenminste dat is de bedoeling, ik sla echter mis. Jammer, maar er gebeurt tenminste wat, een nieuwe halve pieper gaat op de haak en het pennetje staat niet veel later weer op zijn plek. Niet veel later wordt hij weer even onder getrokken, dan weer niets. Uit mijn ooghoeken zie ik de waker wat zakken, dan loopt hij schokkend omhoog om weer terug te vallen. Mijn handen zweven boven het kurk; ik ga een daad stellen! Niet dus, het blijft hierbij, de waker hangt weer doodstil misschien was het een lijnzwemmer? Op de pen blijft zo nu en dan wel beweging, uiteindelijk loopt hij ruim een uur na de eerste aanbeet gestaag weg. Na de aanslag ontploft het water. De vis vliegt ervandoor zoals de meeste gehaakte karpers op dit water doen. Hij pakt zeker twintig meter om daarna weg te scheren. Tweemaal weet ik de vis boven het net te krijgen en allebei de keren vliegt hij er weer vandoor. De derde keer is scheepsrecht; een voor dit water karakteristieke schub glijdt het net in. Een mooie vis, slank, wendbaar en grote vinnen. Bij zijn staartwortel heeft hij een lichte vergroeiing. Ik ben verbaasd als ik zie dat de vis toch nog exact 80 centimeter lang is, het gewicht komt net boven de 14,5 pond. na de gebruikelijke foto's zet ik de vis terug. het loopt al tegen vijven en ik besluit voor vandaag te stoppen. Het experiment lijkt vooralsnog geslaagd. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|