Sinds het laatste verslag is er weinig gebeurt. De laatste twee weken is het erg stil. Ik vind de vissen wel maar krijg ze niet op het voer. Meest bizar is een avond in een poldertje dat ik vanaf nu de 1 op 20 polder ga noemen, 1 karper per 20 brasems wel te verstaan! Wat een partij brasem zie ik in de paar uurtjes die ik aan het water ben zwemmen, zo nu en dan ook een karper. Er komt geen vis op de stekjes terwijl er toch overal azende vis te zien is. Voor het eerst sinds vier weken ga ik vandaag met Michael op pad. Na een operatie heeft hij het even rustig aan moeten doen, we hielden contact en vandaag kon hij wel weer wat meer meters maken en dus een ochtendje in een polder pakken. Polder is niet helemaal het goede woord voor dit gebied. Bebossing, recreatie en polder ontmoeten elkaar. Het is er vaak druk, wandelaars, fietsers, paardrijders, hondenbezitters. Vroeg starten of laat komen zorgt ervoor dat je de drukte ontloopt. Net na vieren draai ik de parkeerplaats op, Michael staat al te wachten. We drinken snel een klein bakje koffie en gaan daarna op pad om te voeren. Het blijft wonderlijk hoe snel dingen wennen, we starten het gesprek waar het de voorgaande keer ophield. Het voelt vertrouwd om weer samen op pad te zijn. Het is stil, nog geen mens te bekennen, niet vreemd, de klok heeft net vier geslagen... Vogels daarentegen genoeg; een kakofonie van soorten komt ons tegemoet rollen vanuit de boomtoppen. Als we langs het water lopen onderbreek ik Michael in zijn verhaal; "de karper is aan het paaien". Ja hoor, we zien en horen het beiden. Vorig jaar was het exact dezelfde periode dat ik hier 's ochtends rondliep en de karper aan het paaien was. Toen ving ik twee mooie vissen op de plekken waar het 'rustiger' was. We besluiten daarom ook gewoon voerplekken aan te maken. In het eerste licht, het half uurtje voordat de zon opkomt, lopen we voor het eerst onze stekken af. Op één van mijn laatste stekken stroomt het hard. Ik vis met een 'platte pen'. Heb de boel op forse overdiepte geschoven en laat de pen straklopen op de stroming. Al vrij snel een paar schokjes op de pen, dan verheft hij zich en zinkt rustig weg. Ik sla aan en een karpertje stoomt direct onder de brug door waarop ik sta. De hengel volgt, even lijk ik de vis te stoppen maar hij zet een tandje bij en begint aan een opmars door de lelies die langs de oever groeien. Hortend en stotend loopt de boel vast. Langzaam pomp ik de vis terug, keer op keer voel ik in mijn rug de lijn losspringen achter de leliestengels waar de vis doorheen gezwommen is. Als ik de vis uit de lelies heb komt hij onder de brug doorgebeukt en ramt dwars door een op het oog ondringbare jungle van rietstengels heen. De boel loopt vast en de vis draait aan het oppervlak. Ik wil van het moment gebruik maken en laat mijn net zakken. Tot mijn grote schrik heb ik de tweedelige steel niet goed vastgezet en valt mijn net met het eerste deel van de steel van de brug af het water in. De stroming pikt het net op en binnen de kortste keren zie ik alleen nog maar een puntje van de netsteel als slechte doodaasdobber imitatie steeds verder van mij wegdrijven. De vis heeft weer energie gevonden en duikt, wonder boven wonder springt de lijn erachteraan. Niet veel later land ik de vis met de hand, hang hem in het water weg in mijn weegzaak en hol achter de 'doodaasdobber' aan. Ik zie het puntje nog net boven water staan op een breed stuk water, als ik in de buurt kom zakt ook dit puntje weg, er komen een paar bellen omhoog dan niets meer. Ik bel eerst Michael, even vertellen dat ik er eentje heb en dat ik waarschijnlijk weer het water in moet. Ik heb een hekel aan zwemmen en kom liever niet in het water. Drie weken geleden was er een duik voor een prachtvis, nu zal ik moeten duiken om mijn net terug te krijgen. Er is nog steeds geen mens te zien, kleren uit en het water in. Het is lekker lauwwarm. Ik loop voorzichtig naar de plek waar ik het net voor het laatst zag. Het is dieper dan ik dacht, Ik kan net boven water blijven, de bodem is hard. Rustig zet ik stap voor stap vooruit, dan voel ik het net onder mijn voeten. Ik til het met mijn voet omhoog en loop terug naar de kant. Ik kleed me snel weer aan, niet veel later komt Michael aanlopen, precies op tijd om de boosdoener van dit alles vast te leggen. Ondanks dat ik geen kneusjes voel vervang ik wat draad na de dollemansrit. Even later lopen we samen door een zompige klei-akker. Steeds meer klei blijft aan onze laarzen hangen, met zware benen benaderen we onze stekken. Michael heeft karper in de buurt maar ze komen er niet op. We lopen terug naar de eerste stekken en praten over KRW waarden. Michael heeft gelezen dat in Spanje er plannen zijn om alle bodemwoelers uit te roeien. Ikzelf maak me zorgen over één van mijn mooiste visplekjes. Natuur terug naar de natuur, dat soort gevleugelde uitspraken begeleidt met PDF documenten van honderden pagina's. Als er dan van al die pagina's een ministukje aan het leven onder water is gewijd dan weet je eigenlijk al hoe laat het is. Als dan ook nog blijkt dat er vanuit andere conclusies zonder verder enige onderzoek de conclusie is dat de visstand waarschijnlijk ook erg slecht is dan weet je dat er waarschijnlijk een gezond, gevarieerd bestand aan vis naar de knoppen zal gaan. Het is toch eigenlijk onwaarschijnlijk dat in een samenleving waar het normaal is om afval op straat te gooien we bezig zijn water helderder te maken door onder andere levende wezens, vissen, te onttrekken? We lopen beiden onze stekken nog een keer af. De mensenstroom begint langzaam op gang te komen, als eerste de hondenbezitters maar al vrij snel erna wielrenners en hardlopers. Ik hang weer op mijn bruggetje, Michael kijkt nog even in de klei-akker. Ik zie twee keer een spiegeltje in de buurt van mijn stek rondneuzen. Hij blijft niet hangen. Ik voer wat bij, ben ervan overtuigd dat de stevige trek deeltjes kattenvoer zal meenemen en eventueel in de buurt rondhangende vissen op het juiste spoor weet te zetten. Ik krijg gelijk. Een minuut of vijf later als ik weer eens opnieuw heb ingelegd, ligt de pen direct te rillen op het water. Hij gaat scheef staan, rechtop en glijdt dan onder water weg. Weer karper en weer een sterke vis. gaat niet onder de brug door maar van de brug af en begraaft zichzelf verderop in de lelies. Ik loop ernaar toe, hou druk op de lijn zonder hard te trekken. langzaam geef ik tegengewicht en voel ik de vis beetje bij beetje uit de leliejungle komen. Als hij loskomt knalt hij er nog een keer vandoor, daarna komt hij mak het net in. We besluiten een stuk op te schuiven in het stelsel, weg van de drukte. Niet veel later lopen we over een keurig gemaaid gazonnetje tussen de kassen door. Her en der paaiende karper en brasem maar ook azende vis. We maken stekjes en vissen weer verder. Op dit deel van het stelsel ben ik nog nooit geweest. Michael al regelmatig, hij verteld wat de aanknopingspunten zijn op deze smalle ondiepe tocht. Leuk, zelfde water als eerder maar een totaal andere sfeer,
Op mijn tweede stekje ligt een kuiltje. Ook zie ik er direct beweging van azende vis. Ik stel de pen iets bij en leg weer in, niet veel later wordt de pen langzaam maar daadkrachtig op sleeptouw genomen. Steeds verder van de stek en steeds dieper. Ik sla aan en haak de derde karper van de dag. De dril is hard en lang op de uitstaande lijn. Michael staat naast me met het schepnet. "Vreemd, het is geen grote vis maar het voelt enorm zwaar", zeg ik. "Ik denk dat hij vals gehaakt is", voeg ik eraan toe. Niet veel later zien we dat het klopt. Michael weet de vis na een minuut of vier te scheppen, de haak heeft zich vastgezet aan de basis van de voorste wortel van de rugvin. Met een kalme beweging los ik de haak, er zit een klein gaatje in de wortel. We besluiten dat gezien de moeilijke dril die een goede afloop kende zonder ernstige schade voor de vis ook deze mag poseren. Niet veel later moet ik er een eind aanknopen. Michael blijft nog even en blijkt later nog een karper te hebben gevangen en één gelost.
0 Comments
Er is iets moois gebeurt. Op het grote forum van Karperwereld (http://www.karperwereld.nl/board/) is een klein penvishoekje. Al jaren ontmoet daar een vast groepje van fanatieke penvissers elkaar digitaal. Soms valt er iemand af, soms komen er nieuwe enthousiastelingen bij. De afgelopen twee jaar heeft het penvisdeel van dit forum een boost gekregen. Vangstverslagen, tips and tricks, schitterende zelfbouwprojecten en ontmoetingen in de vorm van penvisdagen. Vooral de penvisdagen geven een extra dimensie aan het digitaal uitwisselen. Er gaat niets boven elkaar in levende lijve de hand schudden, elkaars materiaal te bewonderen en een kijkje in iemand anders zijn penvistuin te nemen. Michael Schaper, Ben Scholten, Hans Eshuis en Frenk de Gruiter zijn drijvende krachten achter de deze dagen en ik ben die mannen daar enorm dankbaar voor! Begin dit jaar was er al de voorpret, visdagen in Den Haag, Middelburg en Arnhem werden aangekondigd. Met zijn allen leven we naar dit soort dagen toe, de thuisblijvers net zo als degenen die wel konden gaan. Twee weken geleden was de eerste dag, een visdagje in de wijk Ypenburg van Den Haag. Tussen de hagelbuien door weten heel wat deelnemers een mooie karper te vangen. Hans Eshuis is karperkoning van de dag met maar liefst vijf exemplaren! Zelf moet ik het doen met een brasem een zeelt en puik gezelschap. Vandaag, twee weken na die winterse dag in het Haagse, zijn we welkom in Arnhem. Frenk heeft met toestemming van de plaatselijke vereniging een penvisdag georganiseerd. Helaas is het aantal deelnemers beperkt. Met vijf man sterk starten we op een parkeerplaats bij een wok restaurant. We kletsen wat en gaan dan onze eigen weg. Ik heb zelf op google maps mijn voorbereiding gedaan en in mijn hoofd twee delen van de verschillende te bevissen gebieden omcirkeld. Ik maak voerplekken op het eerste deel, zie paaigekke brasem en een mooi bellenspoortje. Onderweg naar het tweede deel kom ik onder andere Hans tegen, hij heeft al een zeelt gevangen en is er blij mee. Niet veel later zie ik op het tweede deel dat ik op het oog heb meerdere vissen actief azen. Ik zie alleen de schuimplakkaten en vermoed karper en zeelt. Opgetogen loop ik terug naar mijn auto en haal mijn hengelspullen. Niet veel later zit ik te vissen. Op één stek ligt schuim, ik krijg er een tikje op de pen daarna stopt het schuimen. Voor ik het weet staat de zon al behoorlijk hoog en valt alle zichtbare activiteit weg. Ik vis op een heel klein deel. Een uitloper van een wetering die via een brede duiker in een rechthoekig plasje van een halve hectare uitkomt. Ik hop van stek naar stek en zie tijdens het hoppen een schuimplakkaat in het plasje. Niet op een stek maar zo bruisend dat ik niet anders kan dan mijn aasje er voorzichtig in te laten zakken. De pen wordt meegetrokken. Ik ben bang dat het een lijn zwemmer is, dan verheft de pen zich en loopt in de tegengestelde richting weg, steeds dieper. Ik sla aan, heb even contact en zie een forse schub omhoog komen, dan schiet de boel los. Toch valsgehaakt? Ik voer op deze plek wat en dat is het begin. Twintig minuten later ben ik er weer terug. Links van de stek staat een struikje, niet veel verder op is de hoek van de rechthoekige vijver. Ik zie niets op het nieuwe stekje maar als ik opsta zie ik op de hoek een schub op een ondiep, rommelig deel liggen. Ik sluip erheen. De schub ligt te zonnen, beweegt niet. Ik plaats stiekem een aasje in de buurt. Ik heb de tijd. Na een minuut of tien komt er van links een gelige schim aanglijden. De schub is al niet klein maar de spiegel die hem komt vergezellen is echt een toppertje. De vissen worden wat onrustig, zwemmen twee keer langs de pen en verdwijnen dan. Ik voer snel wat. Heel weinig, heel dun. Ik wacht af maar de vissen lijken gevlogen. Ik loop de stekken weer af, zonder resultaat. Als ik terugkom liggen de spiegel en de schub weer op hun plek. Als ik een tijdje zit komen ze in beweging, de spiegel duikt zelfs naar het voer, paar bellen stijgen op en dan verdwijnt hij. De schub is actiever geworden, maakt een paar rondjes over het voer maar aast niet, pikt wel een keer de lijn op en schrikt weg. Ik voer weer een beetje bij en loop maar weer een rondje. Ik heb een aantal rondjes gelopen. De schub lijkt echt gevlogen maar de spiegel zie ik wel steeds zwemmen. Voor de duiker langs, dan naar het hoekje waar het voer ligt, dan weer weg. Twee keer loop ik naar het hoekje toe omdat ik vanaf mijn stek bij de duiker de spiegel rond zie scharrelen maar beide keren is de vis alweer vertrokken voordat ik mijn aasje kan laten zakken. Ik denk aan de aangevoerde stekken op het andere deel, daarheen gaan betekend dat ik niet meer kan terugkomen hier, daar is te weinig tijd voor. Ik twijfel maar besluit te blijven. Ik posteer me op de duiker en hou het hoekje in de gaten. De spiegel waggelt voor de duiker langs, maakt er twee keer een rondje maar komt niet op het voer. Ik kijk naar mijn hoekje en zie dat de schub zijn positie weer heeft ingenomen. De spiegel waggelt weer voor de duiker langs en zwemt naar het hoekje toe. Dan gebeurt het, hij laat zich ligt voorover zakken, de zon weerkaatst op zijn flank en ik zie de oranje gloed van zijn staartlob; hij aast. Ik sluip naar het hoekje en zie de spiegel niet meer, wel een enorm schuimplakkaat en modderwolken. Ik wil niet het risico lopen hem te verjagen door het aas op zijn hoofd te laten zakken en wacht af. Duurt niet lang dat komt hij langzaam omhoog en zwemt weg. Ik leg snel in. De spiegel maakt een kort rondje tegen de klok in en duikt weer op de stek, schuim, rotte bladeren die omhoog wervelen en modderwolken. De pen zakt wat, zijn lichaam raakt de lijn. Dan zakt de pen weg en volgt de spiegel die wegdraait van de stek. Voordat ik kan slaan staat de boel al strak, voor de zekerheig geef ik een rustige tik. Een grote kolk en een vadsig vissenlijf dat wegrolt van het ondiepe. Ik sta op, loop naar de kant en wacht wat komen gaat. De vis zwemt weg, de hengel kromt zich ik voel de spanning toenemen maar de slip begint niet te lopen. Ik kijk en zie tot mijn schrik dat het draad onder de molenspoel vastzit. Ik beweeg de hengel mee om draadbreuk te voorkomen, de spiegel zwemt gezapig verder, de druk neemt weer toe. Ik kan maar één ding doen, het water in. Eén stap, twee stappen, drie, vier. Oei, een talud, water tot ruim voorbij mijn middel en niet veel later tot aan mijn borst. Ik heb wel voldoende ruimte om de molenbeugel open te klappen, het draad springt direct vrij. ik klap de beugel weer dicht en trek de hengel krom. Nu begint de slip te lopen, de spiegel begint aan een opmars naar de duiker. Ik ben nu degene die waggelt; achteruitlopend terug, moet keer op keer mijn laarzen lostrekken uit de zuigende bagger. Daar is de kant, ik stap erop en leg de hengel om. De spiegel zeilt rustig voor de duiker langs. Komt wat terug en begint aan een opmars evenwijdig aan de oever waar ik als verzopen kat sta. Met gemak pakt hij een meter of twintig van de 22/100e lijn. Daarna komt hij zwaar tegenwerkend mee. Voelt alsof ik een zak zand binnenpomp. Op de laatste tien meter die uitstaat zeilt hij weer richting de duiker. In de buurt ervan ploegt hij even rond, dan kan ik hem langzaam dichterbij halen. Nog een korte uitval maar dan stopt het verzet. De vis komt op zijn flank en rustig stuur ik hem het net in wat ik ondertussen klaar had gelegd. Stuiterend van de adrenaline doorloop ik het ritueel, gadegeslagen door een aantal mensen. Doorweekt en voldaan poseer ik met de schitterende vis; wat een prachtbeest. Als ik hem terugzet zwemt hij traag weg. De enige overgebleven toeschouwer is een jochie van een jaar of tien. "Lijkt me best moeilijk zo'n mooie vis weer terug te zetten" zegt hij en slaat daarmee de spijker op zijn kop. Ik ruim op, besef me tijdens het opruimen dat mijn portemonnee en telefoon met me mee gedoken zijn. Het is niet anders, niets meer aan te doen. Het is ondertussen ook tijd om terug te gaan naar de verzamelplek. Ik sta daar een minuut of vijf als Frenk aankomt. "We hebben je geprobeerd te bellen maar kregen steeds je voicemail, we waren even iets gaan eten". Ik leg uit waarom mijn telefoon op voicemail stond en vertel dit nog een keer als Hans, Paul en Alex even later ook weer terug zijn.
Er wordt nog even nagekletst, Alex laat me met zijn mobiel even met Michael bellen. Ik doe mijn verhaal voor de derde keer pas na dat telefoontje voel ik de onrust, spanning en adrenaline wat wegzakken. Een laatste hartelijke groet, bedankjes voor de organisator, autoportieren die dichtslaan; volgende stop de penvisdag in september in Middelburg. Ik heb er al zin in! |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
March 2024
Contact: [email protected]
|