Het is net half vier geweest en ik voel de vermoeidheid toenemen. Nog anderhalf uur werken, dan met mijn zoontje naar de voetbaltraining en dan vroeg naar bed. Ik denk even terug, twaalf uur geleden stond ik op een betonnen bruggetje en wist ik niet meer hoe ik het had. Ik kon die loebassen onder water horen schaterlachen, ze hadden het vissertje tot waanzin gedreven. De wetering, ieder jaar kom ik er in het voorjaar een aantal keer. Ik kan de vis er altijd vrij eenvoudig vinden, vangen is een ander verhaal. De afgelopen drie jaar leverde twee schubs en een graskarper op. De eerste keer dat ik er een avondje doorbreng weet ik de vissen zoals eigenlijk altijd te vinden. Als ik aankom liggen er een paar loom kort onder het oppervlak te luieren. Aan het einde van de avond heb ik een brasem gevangen en zijn er meerdere karpers kortstondig op verschillende voerstekken geweest. Eén keer een lijnzwemmer die een diepe, brede boeggolf trok. Zes dagen later ben ik terug. Minder actieve vis maar al vrij snel wel activiteit op één van de stekken. Blijkbaar heb ik de opgebouwde spanning van zes dagen terug meegenomen want ik sla klungelig aan op een overduidelijke lijnzwemmer. Tijdens het tweede rondje weer vis op die stek. Nu rustig wachten en al vrij snel een aanbeet. Ik sla vast op iets massiefs dat om zijn as draait en rustig begint weg te zwemmen. De spanning neemt rustig toe tot ineens de hengel recht springt. Ik zie een brede golf wegrollen. Ik denk aan een losser maar zie tot mijn grote verbazing dat het draad is gebroken. "Waarom nu", stuitert door mijn hoofd. Ik heb een uur geleden opgetuigd en de lijn goed gecontroleerd. Ik leg een lus in de lijn en maak hem vast aan een afgebroken tak. Ik ga in de hengel hangen, de slip begint op het juiste moment te lopen. Ik ben verbijsterd, moet mijzelf echt even herpakken. Daarna weinig, de activiteit valt volledig weg. Veel eerder dan gedacht loop ik terug naar de auto. Als ik het verharde weggetje oploop vanaf de onverharde kade besluit ik de stekken die ik daar aanlegde nog even te bekijken. In het weinige lantaarnlicht zie ik op de eerste een enorme hoeveelheid bellen liggen. Ik loop het bruggetje op en laat mijn pennetje op de oude voerplek zakken. Er stijgen nieuwe bellen op, dit gaat lukken. Vijf minuten later heb ik twee keer misgeslagen op lijnzwemmers die ik toch echt als aanbeten zag. Er is geen vis weg geschrokken, niet zichtbaar in ieder geval. Ik voer wat bij en kijk een stukje verderop bij een ander bruggetje; niets. Als ik terugkom zijn de bellen er weer. Ik leg in en wacht af. Overal bellen, soms een lijnzwemmer maar geen aanbeet. Uit het niets is het over. Ik wacht vijftien minuten maar het blijft stil, Het is ook al na twee uur, tijd om te gaan. Ik pak twee bakjes voer en gooi ze leeg. Ik tuig mijn hengel af. Terwijl ik mijn tas pak zie ik een brede schuimbaan over het net gestrooide voer lopen.... Ik wordt gek. Twee keer stop ik halverwege het weer door de ogen halen van de lijn maar de vis gaat helemaal los recht onder mijn voeten. Ik tuig weer op. Weer duurt het heel lang en weer sla ik op een lijnzwemmer, nu wel een wegrollende vis. Ik gooi de rest van het voer weg; blijkbaar lag er meer vis want er vlucht nog een karper weg. Tegen half vier ben ik thuis; volledig gebroken. De afgelopen periode heb ik de wetering afgewisseld met twee andere polders. Allemaal plekken die over een paar weken zo vol staan met waterplanten dat lekker penvissen niet meer mogelijk is. Beide polders zijn uitgebreide systemen. Het ene systeem is nieuw voor me. Prachtige polder maar tot nu toe geen succes. Wel langzaam aan het ontrafelen waar in de enorme wir war van sloten en weteringen de vis te bereiken valt, volgend jaar weer verder waar ik nu gebleven ben. De andere polder is goed voor me geweest, veel vis gevangen, schitterende momenten gehad. Alleen op de wereld. niemand om me heen. Alleen een dansend pennetje dat zo vaak werd weggetrokken dat het bijna allemaal te makkelijk leek te gaan. Voor de verandering heb ik het ervan genomen, meestal laat ik plekken waar ik goed vang een tijdje met rust, nu gaf het balans met de zoektocht in het nieuwe systeem. Nu sta ik op de rand van een wissel. De voorjaarspolders gaan ingeruild worden voor plekken die niet begroeien, voornamelijk klei gebieden. Lekker die afwisseling. Tussendoor is er een vaste plek waar ik mijzelf eens in de zoveel tijd terugvind; de schelpenpadpolder. Iets na het tijdstip dat ik na afgelopen dinsdagochtend mijn bed instapte gaat de wekker, tijd voor een frisse polder. Het is nog donker als ik het schelpenpad oploop. Op het eerste deel is het rustig maar na een eter of vijfhonderd loop ik ineens tussen de karper. De weteringen aan beide zijden liggen vol met azende vis. Ik wilde eigenlijk niet langs het pad vissen, er zijn altijd wel vroege wandelaars of joggers die dat tot een frustrerende bezigheid maken. Maar deze aanblik doet me snel anders besluiten. Ik maak twee stekjes en loop door naar het vervallen bruggetje. Ik hop over de nog enkele aanwezige planken en beland in hoog nat gras. Niet veel later loop ik over een smalle kade, rechts een brede wetering, links een slootje. In de wetering tel ik zeker twintig ondiep azende karpers. Bekken die tegen de schoeiing aanhappen of onder plompebladen naar slakjes zoeken. Ik maak drie stekken. Het pad doet wat ik denk, al snel een jogger, daarna twee keuvelende oude dames. Voor half zeven al zoveel volk, dat wordt niks meer. Rond zeven uur hop ik weer over het bruggetje. De zon heeft de mistflarden verdreven, er staat geen wind, het warmt snel op. Ik loop een rondje maar zie alleen actieve vis aan de overkant. Overal voer ik wat bij. Vogels fluiten, het is heerlijk. Zelfs als ik niets vang is het voldoende om de vieze smaak van de laatste beurt weg te spoelen. Als ik mijn pennetje op het tweede stekje voor de tweede keer kort voor de kant plaats duurt het niet meer dan een minuut, een paar hobbeltjes, even niets en dan langzaam weg. Ik sla aan en er komt een schim los van de bodem. trekt kort een sprintje en blijft daarna eenvoudig diep. Duurt niet lang, vrij snel ligt er een fraaie schubkarper op de kant. Ik ben in twijfel. de grote hoeveelheid azende karper deed me denken dat de paai afgelopen was. Deze vis heeft op één flank duidelijk paaiverwondingen maar lijkt ook een kuitbuik te hebben? Loopt geen kuit uit; gewoon een dik mannetje? Ik weet het niet, ben er wel blij mee. Het zou voor de voorplantingskansen gunstig zijn als de vis in de voorbije week al afgepaaid is, voldoende warme dagen erna om het broed een kans te geven. Tijdens de penvisavond van Michael vorige week zat de vis er al dicht tegenaan. Ik ben er een beetje vanuit gegaan dat de afgelopen dagen in veel polders de paai heeft plaatsgevonden. De penvisavond was een heerlijk bij elkaar zijn. Ik viste samen met Hans die na het avondje een nachtje bij me bleef slapen. Ruim na twaalven met een pilsje erbij kletsten we over karpers en meer. De prachtige zonsondergang in de polder had meer indruk achtergelaten dan de karper die we beiden vingen. Dat schitterende zachte avondlicht waar je naar kan blijven kijken, zonsondergangen die je blik laten pendelen tussen pen en horizon en dat dan ineens dat pennetje weg is...
Ik ruim mijn spulletjes op, loop door. Wil nog twee stekjes bevissen, de dag is alweer aardig volwassen en we zouden iets leuks doen met het gezin. Op de volgende stek snij ik wat kaas en eet er droog brood bij. Er komt een vis happend in de kant van rechts aanzwemmen, duikt op de stek, is er blijkbaar vaker geweest. Al snel een lijnzwemmer, ik reageer niet, de vis wel. Furieus dreunt hij naar de overkant, een beste golf loopt over het stille water. Ik loop terug naar de eerste stek. Nog even proberen en dan weg. Pennetje staat twintig centimeter over een hoekje in de schoeiing. Al meerdere keren was er karper in de buurt. Nu voor het eerst op de stek want al snel een paar drukkertjes en zakkertjes. Na vijf minuten een rustige aanbeet. Pennetje komt iets omhoog, zakt en begint over het water te kruipen, stopt, komt weer in bewegingen zakt rustig diep weg. na de aanslag een hele boze schub. Zet de turbo erop, totaal andere dril dan eerder. Duurt zelfs wat langer voordat deze slanke polderbewoner even op het droge komt. Ik glimlach en geniet, nog één keer naar de frustrerende wetering, dan op naar nieuwe polders en nieuwe uitdagingen.
2 Comments
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|