Hoe makkelijk kan het zijn? Thema voor mij de afgelopen weken is dat we er wel heel erg goed in zijn om dingen moeilijk te maken. Blijkbaar is het eenvoudiger om moeilijk te maken dan makkelijk? Vanavond is het makkelijk, eenvoudiger gaat het simpelweg niet worden. Autootje parkeren, laarzen aan, schoudertasje om, netje, hengel en klaar. Net nadat ik het weiland in ben gelopen komt er een auto aanrijden? Dat is gek, de boer, die zou toch wel zijn trekker of quad nemen? De auto stuurt op me af, bestuurder is lid van de jaagvereniging. of ik verderop even niet over de loopplank wil lopen, heeft hij net geteerd en moet even drogen. Gezien zijn postuur valt er voldoende te jagen in deze polder. Zijn teerkarwei gooit wel mijn planning wat in de war. Ach, eenvoudig houden maar en concentreren op wat wel mogelijk is. Na tien minuten ben ik op de plek waar ik wil starten. Tegenover me een duikertje, als ik ga zitten zie ik aan de andere kant het water dat de polder wordt ingepompt uit de rivier. Lekker vers en fris rivierwater wat voor een mooie trek zorgt. Ik strooi een minimum aan voer en tuig op. Simpel houden maar weer. ik kijk in mijn pennendoos en kies voor een slank licht exemplaar. Mooi pennetje, kreeg hem afgelopen weekend cadeau van iemand tijdens de penvisochtend in Middelburg. Gewoon zomaar, erg leuk. Pennetje staat prachtig op 1 loodhagel van 0,4 gram, haakje eronder en vissen maar. Laatste tijd weer eens mijn manieren kritisch belicht en dan vallen er meteen dingen op, dingen die erin sluipen, als je er niet op let merk je er niks van. Als je af en toe de tijd neemt om boven jezelf uit te stijgen en niet allerlei omgevingsfactoren de schuld van 'niet succes' te geven blijf je je ontwikkelen. Mijn conclusie was dat ik teveel voerde, in ieder geval meer dan eerder. Voer nu weer minder, wel vaak een handje erbij nadat ik van plek wissel, bevalt goed. Bijkomend nadeel is dat ik te grote porties in de vriezer heb liggen, pas ook weer een restant voer over na een ochtendje vissen. Van dat nadeel een voordeel gemaakt, even ertussenuit om het voer op te maken. Leverde twee mooie spiegels op. Was zonde geweest dat voer weg te kieperen. Pennetje waggelt op de rand van het stroomnaadje, af en toe een tik van witvis. De sloot lijkt uitgestorven. Bij mij in de buurt wel af en toe minibelletjes. Met het warme weer van de afgelopen dagen heb ik een goed gevoel over deze stek. Het frisse rivierwater brengt zuurstof en voedsel mee, wat wil je nog meer? Na drie kwartier haal ik de boel eruit. Teer is als het goed is gedroogd, tijd om plan B uit te voeren. Via hekken en loopplanken loop ik door de lappendeken van verschillende groentinten. Kom uiteindelijk uit bij de oude middenwetering, vroeger liep die door de hele polder heen. Nu zijn er nog drie afzonderlijke delen over. Ondiep, troebel water. Enorme prutbodem. Ik maak drie stekjes op hoekjes waar slootjes uitkomen op de wetering. Daarna in omgekeerde volgorde terug via de loopplanken en hekken. Half uur nadat ik de pen uit het water haalde ben ik terug bij de hengel, inleggen maar weer. ik wil nog een half uurtje zitten en dan naar de nieuwe stekken. De tikjes van witvis zijn verdwenen; voer weg; snoek in de buurt; karper op de stek? Ik weet het niet maar na tien minuten strooi ik een paar voerdeeltjes bij. Niet lang daarna wat bellen en een paar tikken op de pen. De tikken gaan over in walmende beweging. Een lijnzwemmer en dan een rustig wegzakkend pennetje. Ik sla aan, onder water een trage reactie, zwemt naar mijn kant en versnelt dan. Slip begint te lopen en stopt niet meer. Ik loop mee voor het geval de vis de iets verderop liggende sloot in wil duiken, lijkt hij ook even te doen maar versnelt dan voor de sloot langs. ik hou de hengel laag en trek maar hij is niet te stoppen. Ik draai de slip wat vaster en leg mijn vinger op de spoel, meer druk zal lijnbreuk opleveren. maakt geen verschil, de vis stormt door. Komt halverwege het volgende weiland tot stilstand. Ik probeer hem mee te trekken maar hij wil niet keren, kost veel moeite, dan komt er toch een lomp gewicht mijn richting uit. Zo goed en kwaad als het gaat probeer ik de vis te sturen zodat hij niet teveel vuil oppikt. Lukt aardig. Als de vis het slootje is gepasseerd loop ik terug, leg snel het net het water in. De karper maakt van die gelegenheid gebruik om zich in een plantenbos vast te zwemmen. gekke hoek in de lijn en spannende momenten. Ik geef druk, rustig maar constant, er zit weer beweging in. Niet veel later braakt het water een grote schub uit, net eronder en binnen. Twintig minuten later zet ik me neer tussen het hoge gras en terwijl om me heen de uitgebloeide halmen door de lage zon in goud veranderen zit ik me te verwonderen. Te verwonderen om het kleine en simpele geluk dat me weer eens ten deel is gevallen. Tijdens de tocht naar de nieuwe stekken heb ik een paar keer heel hard geroepen in de groene leegte; moest er blijkbaar even uit. Nu zak ik weg in het niets en ben stil.
In de ondiepe blubberwetering is veel vis actief, brasem, brasem, brasem maar ook karper. Ik vang een diepgebronste brasem en voel de concentratie wegvloeien, vermoeidheid komt er direct voor in de plaats. Ik zit op een betonnen bruggetje en zie de zon zakken, Pennetje is al even uit het water, het is eenvoudigweg mooi geweest.
2 评论
Kort nadat ik heb ingegooid wordt het pennetje weggetrokken. Heel rustig zie ik het breekstaafje onder het water van de lelies weg bewegen. Ik sla aan en geef meteen vol druk. De karper zwenkt weg van het lelieveld en ploegt wat rond. Het gaat zwaar en traag. Even volgt hij de oever van de overkant maar zwenkt dan loom en traag terug. Duikt even de inham in waar ik tegenover sta maar vervolgt dan zijn route langs de overkant. Langzaam begint de slip lijn af te geven. Tik voor tik, beetje bij beetje zwemt hij bij me weg. Ik hang vol in de hengel en probeer de vis uit zijn koers te trekken. Ik wil hem liever niet aan de overkant hebben, her en der lelies en overhangende takken maken het een risicovolle plek. De vis trekt zich er niets van aan en zwemt rustig en onverstoorbaar door. Ik pak het net en besluit de vis te volgen. Duurt niet lang, zonder enige aankondiging breekt het draad. Vloekend en tierend stuiter ik over de kant. Ik controleer de lijn, geen enkele beschadiging, glad door. Voor zover ik het in kan schatten kort bij de haak. De dag na de avond herhaalt de dril zich meerdere keren in mijn hoofd. De derde draadbreuk van 2017, onbegrijpelijk? Ik was altijd trots op mijn gemiddelde van draadbreuken, een lange periode gemiddeld minder dan één per jaar. Vorig jaar draaide de tendens. Vreemd genoeg altijd op momenten die ik niet kan verklaren? Zomaar kort na het aanslaan terwijl de vis in vrij water weg. Ik koop een nieuwe spoel draad, de huidige zit er net zes weken op maar ik vertrouw het niet. Daarnaast gooi ik de haken waarmee ik vis weg. Heb het idee dat ze niet glad zijn en voor beschadiging zorgen. Een uur of 40 na het zoveelste debacle ben ik terug in de polder. We zouden niet te vroeg afspreken dus 5 uur is een mooi tijdstip. Het is al even licht als Michael en ik het wandelgebied inlopen. Paar jaar geleden aangelegd, vissen deed ik er al veel langer. Toen zat je nog tussen de akkers, spruiten, aardappels, koren, mooie gewassen om met de seizoenen de aanblik te zien veranderen. Nu heeft de tekentafel bepaald waar plukjes bomen staan, waar fietspaden liggen. Het water staat niet in de lijst, verboden dus. Vreemd genoeg was dat geen punt totdat de akkers moesten wijken... Iedereen mag hier recreëren behalve de visser, best gek eigenlijk. We nemen dus een risico en weten dat. Sinds de vernieuwing loopt er een actieve boswachter rond, hopen dat we die niet tegen het lijf lopen. In alle vroegte lopen we vooralsnog niemand tegen het lijf. We volgen de tocht. Diepliggend in de lage polder. Keiharde kleibodem en enigszins zoutig water. Karper gedijd er goed. Merken we ook want ondanks dat we ruim van het water wegblijven dreunen er zo nu en dan vissen weg. We maken verdeeld over een ruime kilometer een aantal stekken. Zelf voer ik met particles, gecrushte boilies en pellets. Doe ik de laatste tijd wel vaker, vooral in water waar vaker met boilies gevist wordt zie ik er wel voordeel in de bekende bol in iets andere vorm aan te bieden. Pellets gebruik ik voor het eerst. Meuren goed en zouden als het goed is ook verticaal moeten werken als tijdens het oplossen de oliën vrijkomen. Als we starten met vissen staat de zon al best hoog, ik hoop dat de vis actief zal blijven, het zou zomaar heel snel stil kunnen vallen. Omdat het water schoon is van planten heb ik een lekkere lichte combi meegenomen. Soepel één en een kwart hengel en een 22/100e lijn, klein pennetje dat op twee loodhageltjes van 0,2 gram parmantig staat. Twee loodjes van 0,1 gram zorgen ervoor dat de lijn die als overdiepte dient ook daadwerkelijk op de bodem van het water ligt. Een haakje van maat twaalf maakt het geheel compleet. Als ik de mogelijkheid heb vis ik licht, zo licht als het water en het bestand toelaten. Tijdens het voeren hebben we bijgekletst, nu gaan Michael en ik onze eigen weg. Dat werkt goed voor ons, bepaalde dingen doen we samen maar als het pennetje te water gaat zitten we in ons eigen wereldje. Ik drink koffie en pel een eitje. Wat een weide blik, in de verte de randgemeenten van Rotterdam, daar Zoetermeer en iets verderop de hoogbouw van Den Haag. Ik blijf me erover verwonderen dat in een landschap dat zo vlak is ik toch altijd mijn blik weer kwijtraak. Het is mooi diep onder de kanten van de vervallen schoeiing. Aan de overkant zien we regelmatig karpers in de kant happen; vooralsnog is er activiteit genoeg. Ik wandel de stekjes af. Derde stekje is tussen wat riet. Wat kun je meer doen in zo'n omgeving dan diep zuchten en staren, verwonderen over kleine betekenisvolle dingen. Een zwaan die parmantig langsglijdt, een muskusrat die brutaal de oever verkent en buizerds die ombeurten opstijgen om duidelijk te maken wat hun territorium is. Pennetje draalt wat in de weinige trek, een zacht westenwindje blaast over de volledige lengte van de tocht. Overal liggen pluisjes op het water. Aan de overkant rommelt al een tijdje een karper rond, zoekt voedsel strak tegen de schoeiing. Van links komt er een golfje aanlopen. Karper? Ik tuur tussen het groen door naar het puntje, zonder dat het een bewuste handeling was heb ik het kurk vastgeklemd. Uit het niets wordt het pennetje weggetrokken, opgeslokt door het bruinige water. Ik wacht even af of het geen lijnzwemmer is, zie het draad volgen. Aanslaan en een explosie kort onder de kant. Vastslaan met maar twee meter draad tussen top en vis is en blijft een geweldig moment. Vis is furieus, trekt met horten en stoten lijn van de spoel en gaat ris kras door de sloot heen. Duikt soms zomaar ineens naar mijn eigen kant toe. Ik kijk waar Michael is, ruim vijfhonderd meter verderop, die gaat me niet horen of zien, zit in zijn eigen wereldje. Na een paar minuten wordt de vis rustiger, koerst nu langs de bodem heen en weer, kan hem steeds vaker ondiep trekken maar iedere keer zijn er krachtige staartslagen die hem weer op diepte brengen. Dan is het toch over, mooie schubkarper. Een mannetje, ruw van de paaipukkels, ontspant op de kant ook geen moment, alle vinnen strak. Ik strooi wat voer bij en loop door naar de volgende stekken. Ik bel Michael, die heeft nog niets gezien. Als ik alle stekken heb afgelopen kom ik hem tegen bij één van zijn eerste stekken. Op afstand maakt hij een armbeweging die ik direct herken; vis op de stek. Ik sluip dichterbij en ga voorzichtig naast hem zitten. Op fluistertoon communiceren we het hoognodige, pennetje is continue in beweging, moeilijk om te zien of het door vis of door trek komt. Na een minuut of tien haalt Michael op, hij vist met een broodvlok op een bedje van bix. De broodvlok is vies van het laagje drab op de bodem, hij stinkt. Michael zegt "die zou ik ook niet opeten". Ik pak twee kikkererwten uit het bakje dat ik altijd in mijn zak heb zitten. Hij zet ze op de haak en legt weer in. Na weer lang wachten komt de pen omhoog en loopt even weg, dan een wegrollende boeggolf. Vis heeft de lijn gevoeld en is geschrokken. Ik loop mijn stekken weer af. Steeds vaker zijn er wandelaars en fietsers in het gebied. Paden liggen wel vrij ver weg van het water dus we zitten lekker rustig. Vissen blijven actief maar vooral aan de overkant. Begrijpelijk, daar staat de zon op. Kunnen we helaas niet komen. Terwijl ik mijn stekken afloop maak ik een aantal nieuwe plekken aan de overkant. Het is best een eindje werpen maar met een iets zwaardere pen te doen. Als ik op mijn laatste stek zit belt Michael op, twee gemalen zijn opengezet, een paar van de eerste stekken zijn hierdoor moeilijker te bevissen. Ik besluit van pen te wisselen, van klein naar groot. Om goed op de bemaling te kunnen reageren een rits loodjes. Driemaal 0,3 gram, tweemaal 0,2 gram. Als er bemaling is, is het goed om wat te schuiven te hebben. Doordat er water wordt ingelaten is het water in beweging gekomen. Ik probeer de overzijde stekken te bevissen maar dat is niet haalbaar. Dan eerst de kantstekken nog een rondje. Niet veel later wordt ook het gemaal wat water wegpompt in gang gezet. Er wordt nu water in- en weggepompt, stevige stroming en direct een reactie bij de vissen. Ik zet mijn pen neer op de stek waar eerder de enige aanbeet vandaan kwam. Ik rommel wat, lijn slaat op de toegenomen wind om de slinger. Ik haal op en maak het in orde. Leg weer in, pennetje staat op de stroming te huppen en wordt binnen een paar minuten abrupt weggegrist. Op de al strakgelopen lijn tik ik vast. Reageerde de eerste vis furieus dan is deze woedend. Hij springt tegen de stroom in uit het water en beukt op de hengel. Een grove dril waarbij de vis weinig lijn pakt maar het materiaal tot het uiterste test. Michael is nu dichterbij en assisteert; fijn want scheppen met de stroming is best nog lastig. Een poldergeweldenaar op de kant; prachtig. Ik loop alle stekken weer af, hoe verder ik van het gemaal wegloop hoe minder hard de stroming. Mijn laatste stek is veelbelovend. Al snel gerommel en weer zo'n plotselinge aanbeet. Blijkt een lijnzwemmer en dus mis. Ik voer wat bij, niet veel later stopt de stroming. Wel weer beweging op de stek. Na een serie zakkertjes komt er een karper loom omhoog en zwemt voor de kant langzaam weg. ik wacht maar hij komt niet meer terug. ik wandel terug, bevis de stekken kort. Alle activiteit is weggevallen, zon hoog aan de lucht. We kletsen nog even na en bekijken een paar stukken van het water waar we niet hebben gevoerd. dan is het klaar, stevige handdruk en en op weg naar huis.
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
March 2024
Contact: [email protected]
|