... en dan stort hij in elkaar. Ik heb er zin in, lekker vroeg van huis. Tupperware bak avondeten mee op weg naar een poldertje. Ik ben er lang niet geweest, viste er twee jaar geleden voor het eerst. Toen in drie beurten twee mooie karpers en een vermoeden dat er weleens mooie grote vis op zou kunnen zitten. Vorig jaar helaas werkzaamheden en her en der een dode vis. Het bleek een voorbode. Ik sla het autoportier niet eens dicht. Wat is hier gebeurt? Glashelder, ondiep en plantenrijk is wat ik zie. het tegenovergestelde van wat het was. Ik loop een stukje maar overal hetzelfde, helder water en waterplanten. Ik kan me niet voorstellen dat met behoudt van het bestand dit water in een jaar tijd een dusdanig grote verandering kan doormaken. De simpele conclusie is dat de karper is verdwenen, dood of naar andere delen van het uitgestrekte stelsel gezwommen. Ik zit weer achter het stuur, er moet een alternatief bedacht worden. Een aantal plekken in de buurt passeren in mijn hoofd. Als laatste een plek die het dichtste bij ligt maar waar ik nog nooit viste, zelfs nog nooit rondkeek. Wel zette ik er al een tijd terug een cirkel omheen in mijn kaartenboek, een cirkel van 'interessant'. Niet veel later parkeer ik de auto tussen de bomen die bij dit deel langs het water staan. In mijn rug een bedrijventerrein maar door de meerdere rijen bomen voldoende gescheiden aan de andere zijde de eeuwige Hollandse polder. Een fijne verre blik. Ik volg de kantlijn en kom al snel de eerste tekenen van azende karper tegen. Ik voer op verschillende afstanden uit de kant, Geeft me direct inzicht in het bodemverloop en hoe dichtbij de vis komt. Ik kom naast tekenen van actieve karper ook tekenen van andere vissers tegen; een verpakte boilienaald en twee plekken waar blijkbaar alleen de hengelspullen na een sessie zijn opgeruimd. Wat een wanorde aan blikjes en andere rotzooi. Jammer. Na het voerrondje kijk ik of ik een vuilniszak heb om de rommel op te ruimen. Helaas de laatste is een paar weken geleden aan eenzelfde probleem gespendeerd en ik ben vergeten de voorraad aan te vullen. Eigenlijk absurd dat ik continue met vuilniszakken rond moet sjouwen maar blijkbaar is dit hoe het is. Ik tuig mijn hengel op en zet me op het eerste stekje neer. Rechts wat struikjes, links de start van een klein slootje. Terwijl ik van een pastamaaltijd geniet zie ik actieve karper op de stek. Na en half uur lijkt de vis te zijn vertrokken zonder het haakaas te nemen. Ik voer licht bij en ga verder. Tweede stek zelfde verhaal. Overduidelijk actieve karper maar na een minuut of tien verdwijnt de vis van de stek. Op de derde stek geen stootje, doodse stilte in vergelijking met de eerste twee stekken. Mijn blik dwaalt weg naar de molens aan de overzijde, als ik terugkijk zie ik nog net de pen wegschuiven. Aanslaan en hangen. Na een korte dril een leuke schub. Lekker gevoel op zo'n mooie plek. Ik vis weer door. Valt me op dat zelfs vrij ver uit de kant het water ondiep is. Ik ben benieuwd naar de andere kant. Daar kan ik een stuk meer oever volgen. Ik heb er al meerdere vissen zien springen. Gezien de totale afwezigheid van obstakels kan er ook lekker licht gevist worden. Ik zie het wel zitten terwijl ik de overige stekken afloop, ik ga hier zeker terugkomen.
In het laatste licht zit ik op de stek waar ik de avond begon. De eerdere activiteit lijkt te zijn verdwenen. Mijn vrouw belt, we kletsen even. Ineens staat mijn wereld weer stil, een karperstaart wappert onbekommerd langs mijn pennetje. Ik hoor mijn vrouw niet meer, fluister tegen mijzelf 'er rolt een staart mijn stek op'. Dan keer ik terug in de realiteit, sluit het gesprek snel af. Na een minuut of vijf en meerdere hartverzakkende momenten wordt de pen weggetrokken, Ik sla maar ontmoet geen weerstand, de vis rolt weg. Een passend einde van een bijzondere avond.
6 Comments
En dan is er ineens weer zo'n periode, zomaar vier keer op rij niets vangen. Karper genoeg te zien, soms zelf op de voerstekken maar tot aanbeten komt het niet. Ik weet niet hoe het voor anderen is maar een aantal 'lege' beurten gaan bij mij altijd wat knagen. Het doet wat met het zelfvertrouwen. Door de jaren heen is de buffer wel groter geworden; het duurt langer voordat ik als onzeker penvissertje rond loop te dolen maar op zijn tijd een visje is wel het lekkerste. Vanochtend gaat de wekker om half vier. Ik moet even herschikken; wat is hier ook alweer de bedoeling van? Oja, ochtendje vissen voordat er gewerkt gaat worden. Ik schuifel uit bed en doorloop mijn rituelen. Daarna op pad naar een poldertje kort in de buurt. Ik kom er niet heel vaak, raar eigenlijk want is een schitterend gebiedje. De maan staat groot en rond enigszins dommig te schijnen, wordt steeds meer oranje naarmate hij zakt. Voor het eerste licht ben ik voerstekken aan het aanleggen. Ik vraag me af hoeveel penvissers beseffen dat het eerste uur, het uur dat je wel voldoende kunt zien maar de zon nog niet op het water staat, vaak het beste uur is. Tijdens het voeren zie ik her en der een actieve vis. Op één deel van de weilanden ligt een dunne laag slib, blijkbaar is er bagger vanuit de sloten door een baggerpomp op het weiland gespoten. Op de eerste stek al snel wat kolkjes en bellen, verdwijnt ook weer en komt niet meer terug. gezien de beweging gok ik op brasem. Tweede stek zelfde verhaal maar nu na een korte periode een wegzakkend pennetje. Na de aanslag een vis die wel weg wil maar niet wegkomt; brasem. Wel een schitterende vis zeg, hoog gebouwd, gebronst en niet teveel slijm. Jammer dat ze niet sterker zijn. Op de derde stek weer wat brasem gepruttel maar ook dat verdwijnt. De eerste drie stekken lagen aan een nieuwe vrij strakke sloot die om de hele polder heenloopt. De volgende stekken liggen aan een oude wetering, een wetering die vroeger dwars door de polder liep. De wetering is op sommige delen afgedamd maar er zit vaak wel veel vis op. Toch valt het wat tegen, als ik op het laatste stekje zit moet ik constateren dat ik wel wat vis heb gezien maar absoluut niet op de stekken. Om de laatste stek te bevissen zit ik op ene bruggetje, in het andere deel zie ik steeds wellingen. Ik voer wat en zet de pen direct neer. Ik kijk of de vis snel op de stek komt en hou ondertussen het andere stekje in de gaten. Na een kwartiertje kijk ik weer om, het stekje is tot leven gekomen, het bruist er. Dit is geen brasem, dit is karper. Ik laat de pen voorzichtig zakken. Direct wat beweging, pennetje wordt wat weggedrukt, heel stilletjes, heel voorzichtig. Ik zit meteen helemaal op scherp; dit is karper. Het bruisen stopt, vis zal toch niet weg zijn? Ik wacht af. Na een minuut of vijf wordt het pennetje weer wat weggedrukt, dan loopt hij weg. Ik wacht even, wil er zeker van zijn dan het geen lijnzwemmer is. het draad kringelt erachter aan. Ik sla aan en voel die heerlijke weerstand van karper. De vis neemt een trage korte run en zeilt een zijslootje in. Ik loop erachteraan met het net en maak de dril af. Ik ben in verwarring, de vis voelt gewichtig maar als ik hem zie is hij vrij kort? In het net begrijp ik het; een varkentje, hou ik van! Ik maak snel nog een rondje maar de activiteit verdwijnt nu de zon hoger komt. Ik moet werken en ga op huis aan.
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|