De hele dag zit ik vanuit kantoor naar buiten te kijken. Het is heerlijk weer en het karperhart bonkt harder dan ooit tevoren. Na het avondeten hak ik de knoop definitief door, ik ga een paar uurtjes aan een wetering pakken. Hier ben ik nu al een tijdje niet geweest en ik ben benieuwd of de vissen hier na zonsondergang azen. In veel polders lijkt het alsof de vissen alleen overdag en in de schemering actief zijn; hierna gebeurd er vrijwel niets meer. Ik heb het idee (vraag me niet waarom) dat deze polder wel eens een uitzondering kan zijn. In het laatste daglicht arriveer ik bij de polder, er staat een lichte kabbel op het water. Ik besluit te vissen op de plek waar de wetering tot een enorme vierkante bak water verbreed. Terwijl ik twee voerplekken aanleg zie ik de eerste duidelijke tekenen van karper. Ver uit de kant zijn er meerdere vissen actief aan het azen. Ik voel me heel zeker over mijn kansen en zet in de schemering een lichtpen op de hengel. Al vrij snel danst deze vrolijk op de eerste voerplek heen en weer. Het is nu helemaal donker, voor zover je in Nederland hiervan kunt spreken. Ik zie steeds minder vissen actief azen, maar hoor verderop wel een paar keer iets groots springen. Een watervogel die me in eerste instantie niet heeft gezien vlucht snaterend weg. Ik haal in om te verkassen, blijkbaar lag er een vis in de buurt van de stek want er kolkt iets weg, shit! Ik ga naar de tweede stek en drink rustig de warme koffie uit de meegenomen thermoskan. Wat is in het donker alles toch anders! Ik schat bewegingen in het water verkeerd in, de pen lijkt constant te bewegen maar dat is gezichtbedrog. Ik heb nog geen stootje gezien maar als ik voor de tweede keer op de eerste stek aankom is het vertrouwen onverminderd aanwezig. Na twintig minuten gewacht te hebben, heb ik het idee dat de pen even heen en weer gaat. Ik verscherp de aandacht maar zie niets meer, uit het niets wordt hij dan toch heel rustig weggetrokken. Wat een schitterend gezicht is dat; zo'n lichtpuntje dat langzaam in het donkere water verdwijnt! Ik sla aan en voel een matte weerstand. Ik twijvel of ik een karper heb, denk dat het een zeelt is. Voor ik het weet is hij aan de kant en steek ik mijn hand in het water om de zeelt eruit te pakken (zeelt land ik als het kan met de hand) tot mijn schrik voel ik iets anders en zie ik ook een rugvin die niet bij een zeelt past. De karper (want het is er toch één) blijft kolkend liggen. Ik steek het net eronder en trek de vis op de kant. Toch raar hoe gedesoriënteerd ook de vissen in het donker zijn! Voordat de vis het weet is hij gemeten, gewogen en gefotografeerd (73cm, 18.6pond). Op naar stek twee! Ik ben ondertussen nog zelfverzekerder dan eerst. Op stek twee is het even stil, dan steekt iets verderop een zeekoe zijn hoofd even uit het water. Al vrij snel ligt deze vis op de stek te woelen. Dan is het weer stil, ineens wordt de pen even omhoog gestoken, dan weer niets. Toch weer kolken een paar stootjes en dan weer stilte. Ondertussen zit ik mijzelf op te vreten, ik heb het idee dat dit een hele beste is. Ik probeer mijn hartslag en ademhaling laag te houden, maar dat kost erg veel moeite door de spanning. Dan schuift de pen schuchter weg, steeds verder, dieper, ik twijfel, sla toch. Een enorm vissenlijf rolt weg als het draad langs mijn hoofd suist; MIS! Ik zak door de grond, ben even helemaal leeg. Als ik opsta voel ik dat mijn benen nog trillen van de spanning en de anticlimax van het afgelopen half uur. Ja, 's nachts lijkt alles anders, behalve het misslaan op een beer, dat gevoel zal altijd hetzelfde zijn. Ondanks de gevangen vis leg ik met een leeg en ziek gevoel de weg naar huis af.
De volgende ochtend is het allemaal wat makkelijker te overdenken, ik heb weer een mooie vis gevangen en een stek gevonden waar 's nachts actief geaasd wordt!
0 Comments
De laatste weken ben ik nog een paar keer op pad geweest maar zonder resultaten. Dat is tegenvallend te noemen want in de maanden dat de blaadjes beginnen te vallen is de karper vaak goed vangbaar. Voorgaande seizoenen waren september en oktober vaak de beste maanden, veel vis en vaak ook op een topgewicht. In een ultieme poging om het gedaalde zelfvertrouwen op te krikken ga ik zelfs bij een cultuurwatertje langs waar ik eigenlijk nooit meer kom. Zelfs daar krijg ik geen aanbeet. Als bij de start van oktober het weer omslaat besluit ik de karperstok even te laten staan, ik begin met snoeken.
Dit weekend is het echter ineens weer erg warm. De temperatuur loopt op tot tegen de twintig graden en de wind zit in een gunstige hoek. Ik besluit naar polder twee te gaan. Al vrij snel zijn de voerstekken gezet. Twee op de hoek van een weiland waar de sloot die het weiland doorkruist de bermsloot ontmoet, de derde in één van de sloten die het weiland doorkruisen. Ik zie weinig actieve vis en sjok wat verloren door het weiland. Als ik bij de eerste stek terugkom na gevoerd te hebben zie ik een vis in de kant aankomen, als hij doorzwemt komt hij op mijn stek. Ik beaas de hengel en leg in, de wellingen komen steeds dichter bij maar gaan mijn voerplek voorbij. De vis heeft het voer totaal genegeerd. Ik maak mijn eerste volledige rondje maar zie niets. Terug op de eerste stek zijn er weer die wellingen, vrij onverwacht schuift de pen weg, ik schrik en twijfel even, dan sla ik aan. Mis! Ik rol achterover en lig een tijdje naar de strakblauwe lucht te kijken, eigenlijk heb ik geen zin om verder te vissen. Toch sleep ik mijzelf plichtsgetrouw naar de tweede stek. Pretentieloos zet ik de pen neer en ga er ontspannen bijzitten. Er drijft wat vuil tegen de pen aan, die schokkerig onder water verdwijnt; het vuil? Nee, de lijn loopt, ik sla aan en voel de weerstand van een karper. Al vrij snel heb ik hem ondiep en denk ik dat hij schepklaar is, echter bij het zien van het net laat de vis zien waar hij echt toe in staat is. Zonder echt door de slip te gaan zit ik minutenlang met een knikkende hengel in de hand, uiteindelijk glijdt een moddervette, totaal gave schub het net in. Bij zijn lengte van 85 centimeter is hij ruim 24,5 pond zwaar! Met een tevreden gevoel zet ik de vis terug. Op de laatste stek zie ik niets meer maar dat maakt niet uit, na ruim een maand eindelijk weer een vis gevangen! |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
March 2024
Contact: [email protected]
|