Even doorgaan waar ik vorige keer was geëindigd. Varkentje zwom weer maar er waren meer stekken. Zeelt, brasem, blankvoorn. Alles kwam voorbij. Met een week met veel wind in het vooruitzicht werden de peilen op dit knusse poldertje gericht. Meteen ook maar proberen of dat breder voeren nu wat anders doet met de vangsten? Nog even terug; meestal voer ik vrij compact, wellicht een vierkante meter maar op flinke stukken water moet je dan wel vrij zeker zijn dat de vis daarlangs komt. Een duiker of ander obstakel zijn aanknopingspunten, die vissen komen er hoe dan ook, voer moet hem interesseren en op de plek houden. Voer heeft dan dus veel minder de functie de vis te lokken; hij zal er waarschijnlijk vanzelfsprekend al langskomen. De keren erop wissel ik dit af, plekken waarvan ik weet dat ze er hoe dan ook langskomen; beperkt en compact, plekken waar veel water samenkomt of die minder een aanknopingspunt hebben; beperkt en breed. De wind helpt me ook; plekken waar die met een mooie golfslag tegen de schoeiing slaat zijn killers in het najaar. Ook op die plekken beperkt en compact; die vis komt er echt wel. Twee avonden op rij vis ik zo. Ik vang van alles, alle stekken continue beweging. vaak pas aanbeten na terugschakelen van kikkererwt naar maïs als haakaas? Misschien dat dit met soorten te maken had, hoewel zeelt nooit eerder moeite had met een kikkererwtenhap? En eigenlijk geldt dat ook wel voor de giebels, graskarper, brasem en kroeskarper? Mmmm, ik heb maïs zelf als hoofdaas toch wel in het verdomhoekje geplaatst, in de winter nog wel te doen maar daarbuiten te witvisgevoelig. Misschien te rigide in geweest? Wellicht loont het om het als alternatief achter de hand te hebben en te kunnen schakelen op sippesop aanbeten? De combi tussen de brede voerplek (en let wel, breed is niet zozeer meer, maar meer verspreidt, laat ze maar zwemmen en zoeken!) en wisselen tussen kikkerewten en maïs als haakaas levert op één van de twee avonden een top halfuurtje op. Het is de hele avond al een witvisfestijn, helaas nog geen karper, als laatste wil ik nog even op de brede voerplek vissen. Het wordt een gevalletje van inleggen, aanslaan, drillen, terugzetten en weer opnieuw. Twee grote giebels, een zeelt, twee blankvoorns en een brasem bieden me een hoop vermaak. Kort voor middernacht fluister ik "nog heel eventjes" tegen mijzelf. Waarom? Omdat alles in mij lijf voorvoelt dat er nog wat gaat gebeuren, die karper komt nog. Het lijkt rustig te zijn geworden op de stek, niet meteen tikken en andere aanbeten die door het pennetje worden doorgegeven. Als de pen dan beweegt is het resoluut; een soepele beweging en weg is hij. Aanslaan en een vernietigende dreun. Korte run en daarna al over. Mooie spiegel. Terug op de fiets denk ik erover na, thema dat me vorig jaar ook bezighield. Vanuit onderwaterbeelden zie je dat vis vaak helemaal niet langdurig weg schrikt als een andere vis wordt gevangen. Mate van conditionering, eerdere ervaringen, voedselaanbod enzovoort zijn natuurlijk allemaal variabelen hierin. Het valt mij op dat bijvoorbeeld met de method feeder er veel vis kort achter elkaar gehaakt kan worden, steeds beetjes bijvoeren en de vis snel van de stek wegdrillen zorgt voor aanbeet, op aanbeet, op aanbeet. Als je kort onder de kant vist heb je het nadeel dat je een vis niet even weg drilt van je stek, vaak gaat hij er meerdere keren overheen, daarnaast zorgt je eigen heen en weer geloop ook voor allerlei ongewenste trillingen. Ik viste nu niet alleen op een bredere voerplek maar ook verder uit de kant; blijkbaar had het breed aanvoeren, stekkeuze en bijvoeren gezorgd voor een goede balans in azen? Interessant! Ondertussen zitten we al achterin de herfst. Dagen worden korter, temperaturen zakken en de watertemperatuur zakt mee. Als we dan een week hebben met mild, bewolkt weer en flinke wind dan is het voor mij duidelijk waar ik heen wil; plekken waar de wind eindigt. In een oneindig kassengebied is veel water te vinden, veel plekken waar met een stevige zuidwester allerlei interessante windhoekjes ontstaan; perfecte penplekken voor het najaar. Nadeel is dat je op de windkant niet mag komen, korte strook gras achter imposante kassenrijen. Dat het vroeger donker wordt helpt dan; niemand die mij ziet en wat niet wordt gezien daar heeft men geen last van. De wind buldert, ik moet mijn spulletjes goed vasthouden. Het kost nog wat moeite om in de harde wind het lichte voer in het water te brengen; gaat alle kanten op. Ach, breed voeren heeft me geen windeieren gelegd de laatste tijd, ik vertrouw erop dat het wel goed komt. Zes stekken over ongeveer anderhalve kilometer kant. Eerste ronde is er weinig te zien. Ook geen springende of rollende vis. Vreemd, ben ik wel gewend op dit water? Tweede rondje trekt de wind nog wat aan en begint het langzaam te regenen. Capuchon diep over de ogen probeer ik tussen de regenflarden en golven het lichtpennetje in zicht te houden. Het lijkt allemaal eenvoudig maar in deze omstandigheden op een paar meter uit de kant vissen is niet de makkelijkste optie. Ik volg het monotone ritme van de golven, uit het niets een wijziging in het patroon. Pen blijft kort wat lager staan. Tien minuten later heb ik een serie aan beweginkjes gezien; ik twijfel is het wat of komt het toch door de wind? Kort daarna komt de pen volledig uit het water om daarna weg te zeilen. Klein, hoog visje doet zijn best te ontkomen maar ligt al vrij snel op de kant. Lekker, iets vangen is altijd fijn. Klein, groot, dun. dik; je weet nooit waar je tegenaan loopt. Ik kan enorm genieten van zo'n visje. Natuurlijke aanwas die een mooie toekomst voorspelt.
Ik pen de plekken verder af, gedachten mijmeren wat weg. Laatste restjes herfst, komende weken zal het toch wel echt kouder gaan worden. Vissen op zoek naar hun winterplekjes. Koude, heldere dagen waarop het water helemaal vlak is. Pennetjes naast brugpeilers waarvan je weet dat ze er opkuilen, vraag is altijd of er die dag geaast of alleen rondgezwommen wordt? Weer een hele andere visserij; laat die seizoenen maar afwisselen, ik wissel wel mee. Vanavond nog niks van dat alles, regen trekt aan, het is nog een graad of vijftien. Best warm dus. Ik zit op één van de laatste stekken. Het is er wat dieper, ik krijg het pennetje niet lekker in positie. De wind maakt het me moeilijk. Ik pruts net zolang tot ik tevreden ben; heb geleerd om te blijven verplaatsen tot ik dat tevreden gevoel heb, anders komt er alleen maar onrust voor in de plaats. Ik drink de laatste, ondertussen lauw geworden, koffie. Uit het niets vliegt de pen weg, keiharde lijnzwemmer. Kort daarna weer een opsteker en een langzaam wegzakken breekstaafje. Ik wacht tot ik hem niet meer zie, dan sla ik aan. Furieuze weerstand, hele stevige dril. Vis laat me alle hoeken zien. Op de kant is duidelijk waarom; echte speedboot. Slank, snel met een flinke klepper. Met de nog steeds toenemende regen besluit ik te stoppen.
2 Comments
Zo, die zagen de meeste niet aankomen denk ik! In de laatste blog had ik het al over allerlei vissige plannetjes die misschien niet direct met karper te maken hadden. Afgelopen winter maakte ik al een klein spinhengeltje gereed om vanaf de kant op baars en snoekbaars te vissen. Dit was aangewakkerd tijdens een forumdagje rubbervissen in Amsterdam. De laatste weken heb ik dat met regelmaat gedaan. Wisselende resultaten maar bijna altijd vis. Omdat ik dichtbij een kanaal en een rivier woon kan ik eenvoudig even een uurtje op pad, even wat rubber over de bodem laten stuiteren. Prettige afwisseling die zich net even wat makkelijker in het drukke gezinsleven laat plooien! De zeeltvangsten lopen ook door. Twee of drie per keer in bepaalde polders. Aan de karperhengel zijn ze sterk maar ik zou ze liever wat lichter bevissen. Marktplaats wordt dus ook weer actief afgestruind en ook nieuwbouw wordt bekeken. Twijfel nog, echt een zeelstokje of een lange 1 ponder die ook voor karper ingezet kan worden? Vis wat vaker in polders met een wat groter bestand aan kleinere vis. Veel aanbeten, veel drilplezier. Een soepele 1 ponder zou de perfecte vismaat zijn om op deze plekken in te zetten. Prettige keuzestress als het ware. Die polders herbergen een bestand; zoveel vis dat ik me er iedere keer weer over verbaas. Vooral ook erover verbaas dat er ook daar mensen zijn die niets vangen, kniesorend en zeurend langskomen en het standaard verhaal ophangen over oosterburen die alle vis hebben weggevangen? Heel bijzonder. Plekken waar je dus heerlijk licht kan vissen, geen waterplanten of kans op enorme bullebakken. Minipennetjes die op 0,3gram lood prachtig staan maar vooral heel vaak onderhuppen. Die kleine visje zijn zo heerlijk wild, weten van geen opgeven en op de kant zijn het altijd kleine portretjes om te zien. Tussen al die kleine polderrakkers door ook achter de grotere jongens aan. Hoewel je het nooit voor het zeggen hebt kan je met de keuze van de plek afdwingen dat je in ieder geval een kans maakt op grotere vis. Nu het weer eerder donker is lekker in het duister de kanten afstruinen op zoek naar polderberen. Zo ook afgelopen dinsdag. Overdag zag ik de wind toenemen en in mijn hoofd kwam een nog onuitgevoerd plannetje naar boven. Een aantal aan elkaar geschakelde plassen tussen de kassen. Door de vorm en ligging is er met deze windrichting een aantal mooie hoeken waar de golfjes schitterend bijeen komen. Als er dan in zo'n hoekje ook nog een paar plukken riet staan kan het niet mis natuurlijk. Tijdens het gebruikelijke voerrondje zie ik nergens teken van vis. Wel kom ik langs de kant een aantal vogelkarkassen tegen. Botulisme tijdens de warme periode? Geen idee, zwemmen nu weer genoeg watervogels rond en ik zie nergens resten van dode vis, het zal wel toeval zijn. Als ik dan en uur na het voeren de lichtpen op het eerste stekje neerzet en zelf wegkruip achter wat riet weet ik eigenlijk al dat het niet mis kan gaan. Wat staat die pen mooi te stuiteren op de golven. Ik kijk en drink mijn thermoskannetje koffie leeg, vaste rituelen die ik al zo vaak hier beschreef. Op een paar tikken na geen teken van vis. Door naar de volgende stek. Blijkt heel ondiep, een zandplaatje ofzo? Kort na het inleggen een kolk op de stek, ondanks het donker duidelijk zichtbaar. Kort erna krijgt de pen een zwieper. Lijnzwemmer. Dan lang niets, erg lang. is de vis geschrokken? Net voordat ik wil doorlopen weer een duidelijke lijnzwemmer. Pen komt even omhoog en vliegt dan kort onder. Spannende momenten, schrikt de vis van de lijn of aast hij door. Antwoord komt vrij snel, pen wordt omhooggestoken en loopt dan rustig naar rechts weg. Ik sla aan en de boel ontploft. Of de slip nu te licht staat of het een vis van het type bodybuilder is weet ik dan nog niet maar er volgt een lange run. Daarna kost het veel moeite de vis terug te krijgen. Ik denk zelfs dat de vis vals gehaakt is en ik hem zijdelings naar me toe moet pompen. Niets minder blijkt waar als hij onder de kant komt. Gewoon netjes het haakje in de lip. Prachtexemplaar, geen schub verkeerd en zo gezond als het maar kan. Op naar de volgende plek. Tegenovergestelde van de vorig, daar een plaat, hier een kuil. Binnen vijf minuten sta ik weer met een kromme hengel. Heel andere dril. Vis blijft onder de top en diep, voor zover je in de polder van diep kan spreken. Hoe hard ik ook trek, hij zwemt gewoon rustig heen en weer en laat zich niet van de wijs brengen. "Rustig aan maar" vertel ik mijzelf. Na ruim vijf minuten begin ik toch wel benieuwd te worden want ik heb nog niets van de vis gezien. Keer op keer trekt hij lomp en traag zijn rondjes, af en toe geeft de slip een tik. Weer die gedachte: "zou het een valsgehaakte zijn". Vertrekpunt van de lijn verteld me iets anders. Kort na die gedachte een plotselinge uitval en scherpe bocht, plof, haakje los. Ik sta verbaasd te kijken? Hoe dat nu weer dan? Goed balen want dit voelde aan als een behoorlijke beer.
Ik vervang wat draad, twee wilde drillen gehad dus dat lijkt verstandig. Loop de rest van de stekken af. Op aantal plekken beweging maar niets dat doorzet. Ik merk dat de losser me chagrijnig en onrustig heeft gemaakt. Even wat langer op een stekje zitten en de rust weer pakken. Dat helpt. De laatste twee stekken zijn stilletjes, terug naar de plekken waar wel beweging op zat. Dat blijkt een goede keuze, op de eerste stek waar ik op de terugweg langsloop is het al snel raak. De aanbeet is zo hard dat ik alleen de hengel maar kan oppakken, direct wordt hij kromgetrokken en niet veel later weer een slip die overuren maakt. Wat zijn die vissen sterk? Ben niet gewend dat karper zo makkelijk draad neemt? Na de eerst run scheert hij links van me naar de kant en duikt tussen wat losstaand riet. Ik loop er al lijn opdraaiend snel naartoe, trek de vis tussen de stengels vandaan en niet veel later kan ik hem scheppen. Totaal andere vis, slordig schubbenkleed en strak gebouwd, straalt iets massiefs uit. Ik zit nog heel even op de stek waar ik met koffie begon. De wind blaast nog steeds en de golfjes komen in een eindeloze stroom op me af. Ogen zijn moe geworden, ik zou er zo in slaap kunnen vallen. Niet heel gek, het is alweer ruim na één uur. Met enige tegenzin ruim ik op en ga op huis aan. De zon is hoog gekomen. Ik zit op een brede duiker en voel het prettige windje in mijn gezicht. In mijn rug de zon die brand. Ik pak een brok geitenkaas die ik in de ochtend haastig bij me stak en diep mijn zakmes op uit de vistas. Laatste kop koffie erbij en genieten maar. Ik zou hier wel een aanbeet verwachten. Net iets dieper en een trechter waar de wind inblaast. Tegen beter weten in, overal was vis te zien maar niet hier; gek als penvisser was het een plekje dat ik als eerste zou kiezen en dus ook koos. Dat kiezen is nu alweer een uur of vijf geleden. Vreemde start, ik was te laat, iets verkeerd gedaan met de wekker. Had al een slechte nacht achter de rug maar toen ik bezweet wakker schrok en me besefte dat het al licht was daagde er iets. Klok maakte waar wat ik al vermoedde; shit. Uiteindelijk arriveer ik een kwartiertje te laat, valt nog mee. Michael staat te wachten naast een tentje, geen bivy maar echt een tentje. Wel tweemaal drie hengels in gelid ervoor. Heren hebben twee vissen gevangen die nacht. Als ze zich die ochtend een keer zouden hebben omgedraaid hadden ze gezien wat wij al zagen; klein plasje met zeker twintig vissen die liggen te happen. Michael wijst ze erop en even later is er een 'penhengel' klaargemaakt. Wij maken ondertussen voerplekken. Keuze genoeg, wat een enorme hoop water. Plasjes die allemaal met elkaar in verbinding staan. Dit is maar een klein deel van het stelsel. Michael komt er vaker, vissen tussen de kassen, echt zijn ding. Ik ken het wel maar niet zo goed. Wel herken ik het groenige water, 'groene soep' noemde ik vroeger een verslagje dat in dezelfde omgeving plaatsvond. Michel kent het water dus goed en praat honderduit, alle info wordt over me uitgestort maar ik blijf hangen bij 'de oude schoeiing'. Die staat soms meer, soms minder prominent op een meter of tien uit de kant van één van de te bevissen delen. Ik heb zo mijn twijfel, vind het risicovol. Michael is optimistisch als altijd. Water is ondiep, bodem hard. hengel hoog houden en eventueel meelopen. Hij kent me langer dan vandaag en ziet dat ik twijfel; gelukkig is er een alternatief; de overkant. Zo hebben we beiden een aanpak waar we achterstaan. We starten op het water waar 'opengestulpte bekken' rondzwemmen. Kort na de start hoor ik Michael aanslaan, ik zie de golven ontstaan, wacht even om te gaan kijken. Als de golven weg zijn even langslopen, hij heeft de vis al teruggezet, klein schubje. Ik sluip terug en sta tussen het riet naar mijn pennetje te turen. Veel ondiep azende vis maar naar mijn idee geen belangstelling voor het bodemaas. Als Michael achter me langsloopt op weg naar zijn tweede stek informeert hij zachtjes. "Nog weinig" zeg ik, hij zal nog net tien stappen hebben gezet als ik de pen zie wegglijden. "Ja, hebben", Michael loopt terug en schept na een woeste dril. Mooie vis, heel wat groter dan ik had verwacht van hetgeen ik zo her en der zag oppervlakteslurpen. Allebei al een vis, en dat binnen een half uur vissen. Ik ga naar mijn overkant stekken. Ander water dan waar we net zaten. Wel in verbinding met elkaar maar een stuk groter, ik ga niet met hectares smijten, klinkt me veel te interessant. Zegt ook niet zoveel, karper per hectare dat is interessant. Die verhouding zit hier wel goed, wat een partij vis. overal is karper. Gek, hoor zoveel mensen klagen over de visstand maar als ik een cirkel van 25 kilometer om mijn woonplek trek kan ik zo 25 afzonderlijk ruim met vis bezette wateren aanwijzen. Vaak wil men het niet zien. Was donderdagavond op een watertje, ving er vrij vlot twee karpers. Weet nog dat er een jaar geleden iemand langskwam, vroeg zich af wat ik er deed. Zwom geen enkele vis, alles was weg. Terwijl hij zijn boosheid over mij uitstortte zwaaiden er staarten kort onder het oppervlak; hij zag er niks van... Een hoopvolle stek levert niets op, ik loop door. Kom niet ver. In mijn ooghoeken zie ik Michael raakslaan, vis komt direct na de aanslag volledig uit het water en zet dan de boel op stelten. Spannende momenten met de paaltjes van de oude schoeiing maar Michael regelt het. Tegen de tijd dat ik bij hem ben kan ik foto's maken. Mooi schubje. De bivyboys hebben het gemerkt en komen buurten. "Wow, dit is ook echt een mooi water", als ze weg zijn schudden we ons hoofd. Als ze een keer op hun tenen waren gaan staan hadden ze het zelf zien liggen. Even voor de duidelijkheid; we hebben niets tegen bivyboys; iedereen zijn vermaak op zijn eigen manier. De oogkleppen die sommigen echter op hebben, dat kunnen we ons niet voorstellen. Nieuwsgierig zijn is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor succes. We verbazen ons over de karper. Het is er ééntje met wat Michael 'het stekelbaarssyndroom' noemt. Een heel kort gestekeld rugvinnetje. Michael informeerde er al eens over bij karperkenners maar geen eenduidig antwoord tot nu toe. Het is iets wat we vooral in polders in deze buurt tegenkomen, heel gek. Ik loop terug. Zet mijn pennetje net voor wat riet. Oei, dat is ondiep. Bijstellen die boel. Veertig centimeter, meer niet. Ik twijfel, komt de vis zo ondiep? Lang duurt de twijfel niet. Er komt een vis aanzwemmen, zakt op de voerplek. Staart wappert tegen de lijn. Vis draait weg, kort rondje en dan weer terug. Pennetje wordt weggedrukt door de karper. Ik zie het rode puntje vaag in het troebele water. Vis zwemt weg, pennetje volgt hortend en stotend. Even twijfel maar dan toch aanslaan. Vis geeft een beuk en wil het riet inzwemmen; onmogelijk, veel te dicht. Zwenkt weg, de manier waarop lijkt een valse inhaking te laten zien. Ondanks de geringe diepte blijft de vis makkelijk diep. Ineens ligt hij al schepklaar. Op de kant zie ik dat de lijn om een borstvin is geslagen en het haakje gewoon in de bek zit. Michael heeft het gezien en komt niet veel later aanlopen. Vierde vis van de dag, iets kleiner maar wel zwaarder dan mijn eerste. Weer eentje met identiteitscrisis oftewel "stekelbaarssyndroom". Het gaat wel erg makkelijk allemaal zo. Ik kak daarna wat in, ben wel tevreden. Vind dat de stek bij de duiker vis moet opleveren maar concentreer me daarmee wellicht op de verkeerde plek. Michael vangt een karpertje zo groot als een voorn; aanwas genoeg.
Tegen twaalven moet ik weg, heb nog een schilderklusje liggen. Michael blijft nog even, zwaaiende staarten op zijn stekkie gebieden hem te blijven. Hij krijgt geen ongelijk want vangt zijn vierde karper van de ochtend. "Klap". Autoportier dicht en diep ademhalen, even acclimatiseren voordat er gevoerd gaat worden. Ik klap de achterbak open en ga even in de kofferbak zitten. Gek poldertje, kassenbouw en een paar vergeten weilandjes. Waterhuishouding door een paar brede sloten, tocht is eigenlijk al teveel eer gezien de weinige breedte op de meeste plekken. Op de plekken waar het water wel breder is kun je niet komen. Boven de kassen een paarsroze lucht, de zon klaart zijn laatste kunstje van de dag. Als ik een paar minuten later het schelpenpaadje opstap is de kleur al verdwenen. Links van me een brede rietkraag, daarachter het water, niet bereikbaar. Verderop gaat het brede, achter het riet gelegen deel over in een smalle sloot, die is wel bereikbaar. Ik ben uit op revanche, was hier vijf dagen geleden ook. Toen ik na een avondje vissen terugliep was ik volledig verward; hoe was het mogelijk dat met zoveel actieve vis ik niets gevangen had? Meerdere keren op lijnzwemmers geslagen, vissen gelost; alles ging mis. Nagedacht over het hele gebeuren en twee aanpassingen gemaakt. Alle stekken kort onder de eigen kant aangelegd, beter zicht op wel of geen lijnzwemmer. Daarnaast twee lijnzinkertjes aanbrengen die de laatste dertig centimeter op de bodem moeten brengen. Na het voerrondje pik ik de hengel op uit de auto. Op een bankje aan de rand van het paadje tuig ik de hengel op en drink een bak koffie. Het is donker geworden, blijft mijn favoriete vismoment, stilletjes in het donker. Op de tweede stek is het weer feest. Gedrag wat ik alleen op dit water meemaak. Achter elkaar karper en brasem die als dolle stieren kortstondig de stek bezoeken, de pen op en neer doen stuiteren om niet veel later met een kolk en boeggolf de stek te verlaten. Het kan hier onder water echt spoken, de vis komt altijd zeer eenvoudig op het voer maar vangen is een stuk lastiger. Terwijl ik geconcentreerd lijnzwemmer van aanbeet probeer te onderscheiden hoor ik geroep en geschreeuw van links. Een paar jochies komen met rammelende fietsen over het pad aangereden. Ik wacht even, ze moeten zeker nog vierhonderd meter voordat ze bij mij in de buurt zijn, misschien draaien ze nog om. Als ze het bruggetje passeren schuif ik mijn spulletjes en mijzelf in een positie die ongelukken voorkomt. Niet veel later komt de eerste achter me langs. Net nadat hij me is gepasseerd schreeuwt hij naar zijn maten "hé, wat de fuck zat daar dan". Terwijl hij roept passeren de andere twee jongens me. Al schreeuwend verdwijnen ze. Ze hebben geen flauw idee wat ze hebben gezien en vinden het blijkbaar reuze spannend. Het geluid ebt langzaam weg, de vis is even rustig gebleven maar al vrij snel komt het gespook weer op gang. Een minuut of vijf later weer geschreeuw, Nu van rechts, drie fietslampen. De jongens willen het mysterie ontrafelen, komen een stukje het pad op maar draaien weer om. Weer vijf minuten later hetzelfde tafereel, nu roept één van hen "hallo". Ik roep niet terug. Ik zie niet veel later drie rode lichtjes langzaam verdwijnen, gaan de hoek om; rust in de polder. Ik schuif een stek op, het gespook onder water is met een grote boeggolf geëindigd. ik voer wat bij en laat de stek tot rust komen. Verderop hetzelfde verhaal, veel beweging. Ook ineens veel beweging uiterst rechts, meerdere fietsen en veel geschreeuw. "Waar was het". "Een stuk verderop". Het is een hele optocht, bij de eerste fiets staat er iemand op de bagagedrager, één hand voor balans op de schouder van de fietser, in de andere een zaklamp die beter als zoeklicht kan worden getypeerd. Ik wacht af, zie ze dichterbij komen. Wel even de pen uit het oog verloren; die is weg, grabbel naar de hengel; mis. Niet veel later een optocht die passeert; "het is alleen maar een visser". Als ik op de laatste stek zit komen ze over een verderop gelegen weg langsrijden, hebben een rondje gereden. "Sorry meneer", roept er één. Ik steek mijn hand even op als bedankje. Op deze stek nog meer activiteit, fors schuimplakkaat, rollende karper, wegrollende karper. Als ik denk dat de vogel toch weer is gevlogen een aanbeet en een dril; revanche geslaagd! Om de boel zo min mogelijk te verstoren vis ik de stekken in omgekeerde volgorde weer af. Al snel een zeelt op de stek waar ik de pen even uit het oog verloor en daarna toch weer gefopt door een lijnzwemmer. Jammer want de vis die wel even vast zit voelt gewichtig.
Daarna zakt de activiteit weg, op één stek na. Bellen, wellingen en golven. Geen aanbeet, ik maak een pop upje met een foamballetje om de vis te verleiden. Het baat niet, na tijdenlang borrelen en azen verdwijnt hij. Niet veel later verdwijn ik ook, op weg naar huis, ondanks de gemiste kans best tevreden. Na een welverdiende en fijne vakantie heb ik er weer zin in. Ik verruil de Spaanse bergen voor de Nederlandse polder. Groot contrast, wat een weide blik ineens weer. Ieder jaar na vakantie besef ik me hoe mooi ons kale, vlakke landje is. Ik start in een polder die ik voor augustus heb 'bewaard'. Michael introduceerde me er twee jaar geleden en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. 48 uur na thuiskomst plaats ik verwachtingsvol een pennetje op de eerste stek. Er is veel vis actief en op de eerste en de tweede stek vang ik binnen een paar minuten een brasem. Daarna ontvouwt zich een scenario wat ik alleen in deze polder eerder meemaakte. Meerdere karpers die om stekken heenhangen, eroverheen zwemmen, ervan wegrollen maar het aas oppakken gebeurt niet. Ik vang er nog een brasem en een zeelt bij. Niet geheel ontevreden maar wel met wat nieuwe vraagtekens verlaat ik diep in de nacht de polder. Daarna keer ik terug op mijn schreden. Een apart watertje bij mij in de buurt. Ooit onderdeel van een lange ringvaart maar nu afgescheiden van de boezem, stiekem verstopt op een dijkje tussen weilanden, industrie en woningen. Voor mijn vakantie kwam ik er drie keer op rij en er ging zo onwaarschijnlijk veel mis dat het een vieze smaak in de mond naliet. Op één van de avonden presteerde ik het om binnen een half uur op vier verschillende stekken een vis te verspelen, twee overduidelijk azende karpers met mijn onrust te verjagen en te slaan op een lijnzwemmer met het welbekende resultaat. Het is goed om er even niet te zijn geweest maar als ik de schelpen onder mijn laarzen voel knisperen merk ik dat er een rekening openstaat. Vreemd genoeg zijn er voor het eerst ook andere vissers actief? Tot nu toe kwam ik er nooit iemand tegen, nu zitten er op drie verschillende plekken een aantal jongeren statisch te vissen. Maakt niet uit, op de ruime twee kilometer lengte is er ruimte genoeg. Op de eerste stek stuitert binnen de kortste keren de pen weg, na de aanslag een korte felle strijd en een spiegeltje op de kant. Waarschijnlijk afgelopen voorjaar uitgezet, eerder zag ik al van die typische "uitzet formaat" spiegeltjes zwemmen. Ik snap niet zo goed waarom er uitgezet is, er zwemt op zich al vis genoeg? Rekening vereffent? Lijkt even van niet want weer mis ik een vis door op een lijnzwemmer te slaan en verjaag ik een vis die op een stek ligt te azen. Toch voelt het anders want deze keer is het gewoon 'shit happens" in plaats van een gebrek aan concentratie. Een klein schubje vlak voor het naar huis gaan maakt het tot een prima paar uurtjes vissen. De statische boys vangen geen van allen iets voor zover ik meekrijg dus ik prijs mijzelf gelukkig met mijn gespreide aanpak. Gisteravond keer ik weer terug op mijn schreden. Samen met Michael een avondje in de polder waar ik na de vakantie het brasemgeweld meemaakte. Het water ligt er zoals zo vaak anders bij, Waterpeil is wat gezakt en waar afgelopen zondag het een aanblik van overal azende vis gaf lijkt het nu doods? is dit hetzelfde water als zes dagen geleden?
We lopen en voeren, kletsen bij, lang geleden dat we samen op pad waren. Taaie visserij, Michael heeft op één stek vis maar zoals wel vaker sterft de activiteit weg voordat er een aanbeet kan worden genoteerd. Ik heb het idee dat het een avond van geduldig afwachten wordt met een grote kans dat het bij afwachten blijft. Als vier uur na het voeren de pen dan ook overduidelijk wordt weggetrokken springt mijn hart op. Ik wacht geduldig en blijf rustig ademhalen terwijl ik lijnzwemmer na lijnzwemmer constateer. Bijna als ik denk toch met kreeften te maken te hebben wordt de beweging steeds vaker en steeds heftiger. Dan is het moment daar, het lichtpuntje dat het zwarte water inzakt. Onder het schijnsel van de oranje, grote maan dril ik. Stelt niet veel voor, vis komt niet op gang, spettert een beetje ontdaan rond. Komt misschien door de vreemde vorm? Maakt ook allemaal niet uit, een visje op een stille avond als deze voelt als een dikke bonus. Nog weer twee uur later blijkt dit de enige aanbeet van de avond en dan is het helemaal prettig als je die verzilvert. Glas halfvol of halfleeg ligt maar weer eens dicht bij elkaar. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieƫn
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|