’s Avonds met een glas cognac voor de brandende haard lijkt de vreugdedans vergezeld van oerkreten in een koude polder alweer lang gelden, een beetje beschamend denk ik eraan terug. Er zijn van die dagen dat het penvissen tot een paar simpele handelingen teruggebracht lijkt te worden, vandaag was zo’n dag. De dag begint al goed, mijn zoontje besluit uit te slapen tot bijna negen uur, geeft zijn ouders ook de kans voor het eerst sinds tijden wat langer te blijven liggen. Het plan voor deze dag heb ik twee weken geleden al getrokken, ’s ochtends voorvoeren daarna de boodschappen en dat soort dingetjes doen en later op de dag de voerplekken nalopen. Een polder op fietsafstand, daar moest het gebeuren. Als ik na tienen op de fiets stap is het lekker fris, het zonnetje staat laag aan de horizon maar geeft een prettige warmte af. Als ik over het viaduct de polder in rij voel ik de koude wind blazen, brrr een stuk kouder als in de luwte! Ik maak twee voerplekken, eentje bij een vrij hoge brug, eentje bij de enige duiker die deze polder rijk is. Ik probeer zo diep mogelijk in de duiker te voeren. Afgelopen jaren voerde ik er vaak net voor, maar met wat moeite kan ik me met mijn hengel in een andere positie manoeuvreren zodat ik dieper de duiker in kan kijken. Als ik na het voeren stilletjes terugloop langs de sloot maakt een lichte sensatie zich van mij meester, ik ga die karpers is een mooie poets bakken! Als ik dan ook nog een trage kolk tegenkom kan de dag eigenlijk al niet meer stuk! Ik probeer daarna alles met rust te doen maar mijn gedachten zijn steeds bij het voer dat ligt te wachten. Ik heb een mix van miniparticles gevoerd. Kleine voedselstukjes, een klein handje kan de vissen al een hele periode bezighouden. Het is ook meer prikkelen dan voeren bedenk ik me. Omdat het de afgelopen dagen veel geregend heeft zal het gemaal veel hebben aangestaan. De karpers moeten dan sowieso bewegen om stil te liggen, ze verspelen energie en dat moet weer aangevuld worden natuurlijk. Hoe meer ik erover denk hoe groter de spanning is die ik voel. Gek is dat, als ik voer en direct ga vissen heb ik dat veel minder, als ik voer en een paar uur later terugkom heb ik altijd hoge verwachtingen, soms veel te hoge verwachtingen… De tijd laat ik wegtikken, uiteindelijk zit ik pas om half één weer op de fiets richting de polder. De wind is wat aangetrokken, er is wat meer bewolking gekomen en voelt kouder aan dan vanochtend. Ik heb een soepele hengel van 4 meter mee die het midden tussen 1,25 en 1,5 lb houdt, 24/100 lijn op een klein molentje. Liever had ik 22/100 gebruikt maar ik ben vergeten verse lijn te kopen en de spoel met 22/100 vertrouw ik niet meer. Jammer want onder een bepaalde temperatuur (6 graden) gedraagt nylon zich stijver. Ik gebruik een klein pennetje en zet voor de zekerheid een extra loodje op de lijn dat als anker moet dienen als het gemaal aangaat. Ik verwacht eigenlijk wel dat dat vandaag nog wel gaat gebeuren en ben liever voorbereid dan dat ik straks de boel opnieuw moet optuigen. De stek bij de brug heeft bijna de hele dag in de zon gelegen, het is er net iets dieper; een plek waar ik veel vertrouwen in heb. Toch blijft het stilletjes, de pen hobbelt af en toe wat op de wind heen en weer maar meer beweging is er niet te zien. Na een uur besluit ik naar de duiker te gaan. Zoals ik eerder al zei kan ik me met wat moeite in een positie krijgen waardoor ik goed de duiker in kan kijken. Betekend wel dat ikzelf echt tussen de betonnen randen van de start van de duiker zit, weinig bewegingsruimte heb en met aanslaan goed op moet letten dat ik de top van de hengel niet ergens tegen het beton aanram. Ik zit wel lekker beschut. Ik drink een kop koffie en eet wat brood. Warm blijven in de koudere maanden heeft niet alleen met kleding te maken, regelmatig kleine porties eten en warme drank helpen je lichaam als kacheltje te functioneren. Al heel snel is er actie op de pen. Een paar slome opstekers, een paar tikken er zit duidelijk vis op de stek. Na een minuut of tien loopt de pen weg de duiker in. Ik sla aan maar let niet goed op waar ik de hengel naartoe beweeg, de top slaat tegen het beton van de andere zijde, ik voel ook geen weerstand. Kut. Ik haal rustig binnen en voel ineens wel weerstand, voordat ik me besef dat de vis toch gehaakt is voel ik een dreun op de hengel, dan valt de spanning weg. Net buiten de duiker komt een grote kolk omhoog. Nee, wat een drama, hoeveel kansen krijg je op een dag als vandaag? Niet teveel over nadenken, ik beaas de haak opnieuw met een stukje smac en voer nog wat hennep en tarwe, blijven prikkelen is de gedachte. Als ik weer zit rolt er een vis op de stek, niet veel later buitelt er nog één maar nu dieper in de duiker. Ook op de pen is er al snel weer beweging. Slome opstekers, soms een tik en zo nu en dan lijkt hij even op sleeptouw genomen te worden. Een aanbeet komt er niet. Zou het wel karper zijn of zit er witvis op de stek? Het gemaal is ondertussen nog steeds niet aangegaan, dat loodje dat ik als ankertje heb geplaatst zit me nu in de weg, het beïnvloed de aaspresentatie behoorlijk. Ik haal in, zet het ankerloodje een stuk hoger en halveer het blokje smac zodat het meer overeenkomt met het priegelaas waarmee ik heb gevoerd. Het heeft direct resultaat, weer van die slome opstekers maar nu wel gevolgd door een mooie wegloper. Ik hou rekening met de duiker en sla vast op een karper. De kou heeft blijkbaar nog niet volledig vat op deze vis want hij laat de penhengel lang krom staan. De slip moet een paar keer zelfs kort assisteren maar uiteindelijk beland de slanke schub in het net. Ik ben blij en doorloop het vaste ritueel van meten, wegen en fotograferen. Daarna mag de vis terug. Rustig zwemt hij weg, prachtig. Ik ruim de gebruikte spullen op en vervang wat draad. Geeft me ook direct de gelegenheid het ankerloodje te verwijderen. Ik neem overal rustig mijn tijd voor en zwaai ook wat met mijn armen om wat op te warmer. De kou heeft meer vat op me gehad dan ik al zittende heb gemerkt. Een kwartiertje na het terugzetten van de schub zet ik de pen weer op de stek neer. Ik heb nauwelijks de tijd om rustig te gaan zitten; de pen wordt hoog opgestoken en verdwijnt dan met een kalme gang steeds dieper de duiker in. Ik sla aan en voel weer die weerstand. Deze vis heeft er geen zin in, ik trek hem zonder enige moeite de duiker uit en niet veel later aan de oppervlakte. Ik schrik even, daar ligt een werkelijk formidabele spiegel naar adem te happen. Ik ben vergeten het net terug te leggen en moet een stukje achteruit lopen om het te pakken te krijgen. De vis verroert zich niet alleen de kieuwen gaan langzaam op en neer. Met trillende vingers schuif ik voorzichtig het net eronder, opletten nu geen foutjes maken, ja binnen! Een enorm euforisch gevoel maakt zich van mij meester. Met trillende handen til ik de vis uit het water, het is werkelijk een prachtexemplaar, passeert net de 80 centimeter en weegt ruim 26 pond. In de laatste strepen zonlicht maak ik foto’s. Als de vis weer zwemt een idioot rondedansje en wat oerkreten; ik voel me een soort van onoverwinnelijk.
Daarna twijfel ik, doorgaan of stoppen? Ik ben niet zo’n graaier aan de andere kant doe deze situaties zich niet dagelijks voor. Ik besluit nog even de pen in de duiker te zetten al is het alleen maar om na te genieten. Er gebeurt ook niets meer, misschien wel beter ook het is meer dan mooi geweest.
0 评论
写评论。 |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
March 2024
Contact: [email protected]
|