Met enige moeite weet ik mijn hengel op te tuigen. Steeds wordt mijn aandacht naar het water getrokken. Aan de overkant gaat een vis helemaal los in een klein kommetje. Grote wellingen lopen over het water. De meerkoet die zijn nest in de buurt heeft liggen zwemt er zenuwachtig keffend omheen. Op het midden van het water is een vis subtieler bezig. Af en toe een trosje bellen en lichte kolken die verraden dat er geaasd wordt. Het is het gouden moment van de dag, de zon is nog niet op maar er is licht genoeg om alles scherp te kunnen zien. Het gaat een warme dag worden maar nu is het prettig fris. Ik schudt me los van alles wat er te zien valt en concentreer me op het optuigen, pennetje, paar loodjes, haakje en klaar. Licht bepakt schuifel ik over het dijkje; op weg naar het eerste stekje. Hoofd vol verwachtingen, hart vol verlangen. Als ik dan zit en de zon langzaam zijn opwachting maakt zucht ik diep en geniet. Alsof er een ventiel wordt opengedraaid, zo voelt het; ik loop leeg. Ook hier op het water veel te zien. Aan de overkant steekt een schub zijn kop uit het water om diertjes uit de kant te zoeken. halverwege een paar azende brasems en kort onder mijn voeten de wapperende staart van een zeelt. Allemaal azen ze op hun eigen herkenbare manier, de karper rustig en gestaag, de brasem vluchtig van de ene naar de andere plek, de zeelt met oertrage bewegingen. Stiekemerds zijn het, die karpers. Als ze zich niet bespiedt voelen azen ze soms vol overgave en daardoor onmiskenbaar. Maar als ze willen kunnen ze zich geruisloos verplaatsen op ondiep water. Het pennetje trilt niet, geen wellinkje te zien, geen belletje dat knapt; en toch kan die vis er zijn. Moeilijke momenten voor de penvisser, het liefste zie je iets waar je je hoop aan op kan hangen, een kapstokje voor je geweten. Is er niet altijd, daarom de tien minuten regel. Tien minuten niets gezien, opschuiven. Tikje op de pen of andere beweging, de tien minuten stopwatch gaat opnieuw in. Het zijn mijn regels natuurlijk, kaders die ik voor mijzelf heb aangebracht in een wereld zonder verdere begrenzing. Als ik het niet op die manier zou aanpakken zou ik mijzelf in een stekje kunnen verliezen, gewoon omdat het er zo vissig uitziet. Dat "vissige eruitzien" heb ik vanuit mijn perspectief verzonnen, die vis heeft vaak toch weer een ander, eigen perspectief. Langzaam komt de zon op, nauwelijks wind. vanaf het moment dat de eerste lichtstralen op het water vallen zakt de activiteit terug. Nu maar hopen dat er al vissen op één van de voerplekjes liggen, die eten echt wel door. Pennetje staat een metertje voor een rijtje oude palen. Vanuit mijn perspectief weer zo'n schitterende plek, vis denkt er anders over of houdt me voor de gek. Er is niets te zien. In mijn vorige blog noemde ik het al. Die warme, stille, zonovergoten voorjaarsdagen hebben niet mijn voorkeur. Geef mij maar een gemiddelde temperatuur, bewolking en wind. Van de afgelopen weken leverde de koudste avond de beste resultaten op. Paar polderschubjes uit een prutsloot. Vissen met heel licht materiaal en heel dicht onder de eigen kant. Vastslaan met minder dan twee meter lijn buiten de top, het blijft wat mij betreft de mooiste manier. Ik heb het de laatste tijd weer wat vaker gedaan. Lichte hengel en nog lichtere lijn, schrik niet, 18/100e. Wellicht zijn er nu lezers van hun stoel gevallen maar het gekke geval wil dat aan het einde van het jaar altijd de conclusie is dat de verspeelde vissen, vissen waren die op een zwaardere lijn gehaakt werden! Daarnaast die andere conclusie die ik ook al vaker hier noemde; op een soepele hengel en lichte lijn hoeft de slip vaker niet dan wel te assisteren. Het zijn ervaringen die me altijd weer te denken geven. Kijkend naar de gemiddelde manier van karpervissen en hoe men bezig is een balans te vinden tussen een zo groot mogelijke afstand creëren tussen de visser en de vis en daarnaast nog een subtiele aaspresentatie over te houden denk ik dat er teveel op twee uitersten bewogen wordt. De zon kruipt omhoog en steeds meer is er het besef dat het beste moment al even geweest is. Ik heb vertrouwen in de laatste stekjes. Het zijn plekken die zich al vaak als visdagredders hebben bewezen. Als ik p de laatste stek zit komt er een roeiboot langs. Pennetje wordt ondergetrokken door de kolken van de riemen. Je zou denken dat de vis ervan schrikt maar dat blijkt niet zo te zijn. Kort na het passeren een paar bewegingen op de pen. Op het moment dat het echt interessant wordt ramt er een vis weg, blijkbaar geschrokken van de lijn? Pas ook veel wegschrikkende vis. Op het moment dat de zon eigenlijk al te hoog was kwam ik aan. Op iedere stek was activiteit maar uiteindelijk kwam er maar één vis op de kant. Een oerknokker, bijna tien minuten een hoepelronde hengel, tien minuten puur genieten. Ik loop de stekken in omgekeerde volgorde nog een keer af. Bijna geen zichtbare activiteit meer. Op één stek bellen maar ook die verdwijnen zonder aanbeet? Nog wel een acrobatische spiegel die zich twee keer volledig uit het water slingert en met een doffe klap terugvalt.
Ik kijk en geniet, wat een prachtochtend, licht speelt met frisse groen en geeltinten. Vandaag geen close encounter met karper, wel met alles wat vissen ook mooi maakt. Als ik terugloop over het dijkje komt een terreinauto me tegemoet rijden. Drie man erin die net aan kunnen zitten naast alle spullen die ze meesjouwen. Met een opgeruimd gemoed en een grote glimlach verlaat ik de polder.
0 Comments
"Trots als", wel te verstaan, waarom? Daarom: Wat een binkie, zijn eerste, echte, zelf gedrilde karper. Vroeger viste ik met mijn toenmalige vismaatjes altijd op Koninginnedag, soort traditie. Toen ik dat aan mijn zoon vertelde zag hij het wel zitten om die traditie in ere te herstellen,. Lekker vroeg op pad, mooi poldertje waar het bulkt van de karper. Al snel een giebeltje en niet veel later een karper, helaas lost de eerste. Bovenstaand exemplaar was de derde aanbeet, hoepelrond ging het één-pondertje, ondanks de dunne 18/100e hoefde de slip niet te assisteren. Bewuste keuze, het water laat licht vissen toe en ik ben ervan overtuigd dat je op deze manier kinderen leert hoe je een vis drilt. Zelf wist ik ook niet goed hoe dat drillen ook alweer voelt. Het was schrapen in april. Op de vorige blog na kwam er geen karper boven water. De meeste beurten verliepen volledig stil, geen tikje op de pen? Heel warm weer in het voorjaar heeft niet mijn voorkeur, vissen zijn net mensen, bij de eerste warme dagen gaan ze liever wat luieren dan dat er iets actiefs gebeurt. Geef mij maar temperaturen die zorgen voor geleidelijke opwarming van het water. Dat gecombineerd met stevige wind en af en toe een bui. Daarnaast een beetje pech. Goed gekozen stek op een vroege zondag, paar vissen actief in de buurt, komen ze voor dag en dauw een nieuwe schoeiing slaan! 's Ochtends vroeg stekjes aangevoerd, kom je terug is de boer met groot materiaal op die plekken aan de slag. Ik kon er wel om lachen en ondanks de onrust kwam er in ieder geval een prachtzeelt op de kant. Mega sterke vis, dacht even een klein karpertje te hebben. Afgelopen week dan ineens weer lekker koud, veel regen. Met flink doorbuffelen weet ik al mijn werk af te krijgen wat ik af wilde hebben en kan ik een extra vrije dag voor mijn al geplande vakantie plakken. Kinderen zijn de hele dag onder pannen; gaan dus. Ruim voor het eerste licht ben ik in de polder. Het is windstil, maar goed ook want echt warm is het niet. Ik wandel over de dijk en voer, langzaam steeds meer zicht. Als ik start kan ik het pennetje al goed onderscheiden. Een half uur later een magnifieke zonsopgang, zo mooi, genieten geblazen. Qua vis is het weer niet wld maar ergens heb ik een rotsvast vertrouwen in deze ochtend. Blijkt niet voor niets. Op één van de laatste plekjes zakt al snel het pennetje weg, duurt even en dan volgt het draad. ik sla een gat in de lucht; hoe kan dat nou? Inleggen en opnieuw proberen. Duurt niet lang en dan is de pen weer weg. Nu is het hangen, mooie volle spiegel geeft goed strijd. Tijdens het tweede rondje voeg ik er een kleiner exemplaar aan toe. Top dus! Daarna oerspannende momenten op de stek waar ik de eerste vis ving. Er zwemt een vis in de diepte die stiekem van het voer snoept. Belletjes komen omhoog, pen krijgt af en toe een zetje. Zo gaaf. Gemaal is ondertussen aangeslagen, pennetje hobbelt op de trek. Vis komt steeds van links aan en zwemt dan tegen de stroom in over de stek heen. Steeds vaker meer bellen maar geen aanbeet? Na heel lang wachten zakt het pennetje weg, draad volgt niet, lijnzwemmer? Ik haal voorzichtig op, geen weerstand. Daarna nog één keer wat bellen en dan niks meer? Als de zon hoger is gekomen rij ik naar een poldertje in de buurt, paar stekken aanvoeren, daarna naar een naastgelegen poldertje, stuk bekijken waar ik niet eerder kwam. Ook daar een paar stekken van voer voorzien. Alles rustig aan, geen gehaast. Als ik terugkom bij de eerst aangevoerde stekken ligt het voer er alweer even in. Valt wat tegen, tijdens het voeren her en der een actieve vis, nu niets meer. Op het laatste stekje uit het niets een aanbeet. Aanslaan en een woeste reactie; graskarper. Stevige dril. Gekke vissen, maar af en toe tussendoor is prima, zeker als ze dit formaat hebben bereikt. Door naar het laatste poldertje. Niets op de stekken? Wel een volschub spiegel die de kanten afstruint. Ik bied een paar keer een aasje in zijn buurt aan maar dat wordt genegeerd. Mooie ochtend en eindelijk weer een paar vissen op de kant!
Komende week weer behoorlijk warm, niet erg want ben een paar dagen weg met het gezin. Hopelijk als ik terugkom lager temperaturen en wind. Wil de komende periode een mooi nieuw water aanpakken, heb er zin in. Hoop er binnenkort een leuk stuk over te kunnen schrijven! |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
March 2024
Contact: [email protected]
|