Keuzes zijn er om gemaakt te worden. Leuk of niet leuk. Vorige week donderdagavond zit ik in de raadszaal van het gemeentehuis. Kwartaalrapportage van het domein waar ik bij betrokken ben wordt in de raad besproken. Best interessant maar toch dwaalt regelmatig mijn blik naar buiten. Het is schitterend weer, na een middelwarme dag een lome avond. Zo'n avond waarvan je met zekerheid kunt zeggen dat de karper traag bewegend op zoek gaat naar voedsel. Ik had de avond hoe dan ook al als visavond in de planning staan, als door de week de voorspellingen steeds beter worden heb ik er veel zin in. Helaas ineens een werkdingetje dat voorging. Ergens heb ik de hoop dat de vergadering dusdanig bijtijds is afgelopen dat ik in ieder geval nog de gelegenheid heb een water te bekijken waar ik aan de gang wil. Drie nieuwe polders heb ik dit jaar op het oog, twee ervan bezocht ik al, deze nog niet. Als ik tegen elven 's avonds de raadzaal verlaat weet ik dat er van mijn heimelijke plannetjes niets over is, enige wat rest is een borrel op de baknk voor het slapengaan. De dag erop is het vies warm, ik heb in mijn hoofd de visbeurt 24 uur verplaatst maar als ik de partij narigheid hoor die voor de avond wordt opgegeven dan weet ik dat het verstandiger is niet te gaan. Het visplan verschuift weer, nu een paar uur. Het voorspelde slechte weer trekt in de nacht weg. Waarschijnlijk levert het een heerlijk frisse ochtend op. Als ik zaterdagochtend om half vijf de auto uitstap weet ik dat het een goede keuze is geweest; een vogelconcert ondersteund door kikkergebrom komt me tegemoet rollen, alles is fris en groen en het ruikt alsof de wereld vandaag is begonnen te bestaan. De karper is wel aan het paaien; tsja je kan niet alles mee hebben. Op tactisch gekozen plekken, ver genoeg verwijderd van de paaiende vis om lijnzwemmers te voorkomen, dichtbij genoeg om niet paaiende exemplaren te kunnen verleiden, vang ik twee karpers. De eerste is een lust voor het oog en laat een diepe indruk achter. Deze week lijkt het scenario exact hetzelfde. Maandag en dinsdag koud weer, woensdag warmer, donderdag echt warm en vrijdag heet. Ik heb mijn oog weer op de donderdag laten vallen en wil het poldertje bezoeken waar ik nog niet aan toekwam. Helemaal op de bonnefooi wil ik er niet heen dus woensdag maak ik in de schemering al een rondje. Het water valt niet tegen, vrij donker, weinig plantgroei ziet er vissig uit. Wel is het op de rand van polder en bebouwing maar het lijkt een voldoende rustige plek. Wat me onzeker maakt is de totale afwezigheid van enig teken van leven. het lijkt alsof er geen vis zwemt? Dat gevoel zit me dwars op donderdag, ik kom niet echt op gang. Ik hou mijzelf voor dat het nog geen zin heeft op pad te gaan omdat tegen de schemering de vis waarschijnlijk pas echt actief zal worden. Maar ergens weet ik wel dat ik mijn beslissing nog niet heb genomen. Als ik tegen een uur of acht met mijn spulletjes op de fiets stap heb ik nog steeds niet beslist. Bij een splitsing rem ik af, linksaf naar een bekende wetering, rechtsaf naar het nieuwe water. Ik ga toch voor het nieuwe water. Een half uur trappen verder weet ik dat de keuze juist is. Een aantal karper zwemmen boeggolven achterlatend langs weilanden heen en weer. Ik maak voerplekken en zie het meer dan zitten. Het is wel het deel dat echt nog in de polder ligt waar de activiteit opzit. De plek waar het water tussen industrie en woningen ligt ingeklemd is het opvallend rustig. Als ik mijn spullen in elkaar zet zie ik tot mijn schrik dat het spreidblok van mijn net weg is. Het zat al los en is blijkbaar tijdens het fietsen van de netsteel afgeschoven. Het is niet handig maar als ik wat vang dan schep ik het wel alleen met het net. Ik begin heel onrustig en gejaagd met vissen, weet niet waar te beginnen, ben ontevreden over voerplekken. Onderwijl kruipt de tijd door en wordt het aantal actieve karpers bij het weilandendeel groter en groter. Vreemd genoeg besluit ik naar een ander deel te rijden. Storm in mijn hoofd, logische keuzes lijken niet meer gemaakt te worden. Ik hang over een bruggetje en kijk naar het pennetje waar ondertussen een breekstaafje op zit. "wat ben je aan het doen" bedenk ik mijzelf. Kort daarna zit ik op de fiets terug naar het deel waar de vis aanwezig was. Ik maak er een extra voerplek, hier is het water iets smaller waardoor ik tegen het tegenoverliggende weiland aan kan voeren. De wind die wat was gaan liggen is aangetrokken. Ik zit en kijk naar het pennetje dat net voor een beginnende rietkraag staat. De karper zwemt rustig heen en weer en komt steeds vaker kort onder de kant waar ik zit. Na een kwartier besluit ik naar de nieuw aangevoerde stek te gaan. Ik sta er net als ik me besef dat ik mijn fiets verderop niet op slot heb gezet; terug maar weer. Als ik weer aan kom lopen bij de stek zie ik dat er karper in de buurt ligt te walmen. Het gaat daarna snel, de pen stat nog geen minuut of hij wordt op sleeptouw genomen. Na de aanslag een log gewicht dat in de hengel gaat hangen, zwemt niet weg maar komt ook niet mee. Ik loop met het kapotte net naar een plek waar ik kan scheppen en dan begint de dril pas echt. De karper en ik dansen traag onze dans op het ritme van de lome avond. De eerste keer dat ik hem boven het net heb glijdt de vis er weer uit, de tweede keer weet ik hem erin te manoeuvreren; binnen! Ik orden mijn spulletjes nadat ik de vis heb teruggezet en loop naar het stekje onder de kant. Hoe dichter bij ik kom, hoe langzamer ik ga bewegen en hoe kleiner ik me maak. Als ik stilletjes ga zitten zie ik een grote kolk ontstaan op het stekje gevolgd door een enorme partij bellen. Met een bonkend hart en trillende handen laat ik het pennetje voorzichtig zakken. Vrij snel loopt de pen hard weg, ik wil aanslaan maar bedwing mijzelf, dit is een lijnzwemmer. Het klopt, de pen komt terug. Hetzelfde volgt hierna nog een keer. De derde keer wordt de pen opgestoken, zakt wat, loopt iets bij me weg, verdwijnt onder water en loopt dan naar me toe; dit is de aanbeet. Ik haal uit en haak weer een log gewicht. Loopt rustig een paar meter dor de slip heen naar de overliggende sloot. Zwemt wat heen en weer en lost dan uit het niets. Op de haakpunt prijkt een schub; toch een lijnzwemmer? Ik kan het bijna niet geloven gezien het verloop van de aanbeet maar het is toch echt zo. Ik voel de adrenaline door mijn lichaam razen, ben niet teleurgesteld, dit kan gewoon gebeuren.
Ik ruim op, gooi het overige voer in de 'baren' en zit nog even om rustig te worden. Ik zie van rechts een nieuw schuimspoor mijn stek opkomen wandelen. Besef me dat ik al heb afgetuigd en ook geen voer meer heb, het is ook prima zo. Die vis komt nog wel een keer.
1 Comment
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|