Sprak ik vorige keer over ultiem penvissen vanuit het idee buiten te zijn, indrukken op te doen en veel leven op de pen te hebben, dit verslag zou ik eigenlijk dezelfde titel mee kunnen geven. Echter dan vanuit het idee dat tijdens het penvissen in een korte sessie veel bereikt kan worden. Op verschillende fora wordt regelmatig de discussie gevoerd wat nu beter of meer vangt; pen- of statisch vissen op karper? Ik ben zelf van mening dat er teveel variabelen (weer, soort water, periode van het jaar, enzovoort) zijn om een eenduidig antwoord op deze vraag te kunnen geven. Wel weet ik dat penvissen zich uitermate goed leent voor korte sessies, sterker nog tijdens korte sessies kunnen als het even mee zit meerdere vissen gevangen worden. Ik herinner me een ochtend die in anderhalf uur twee 24 ponders opleverde, of een avond die in krap twee uur twee grote vissen en een losschieter opleverde. Dit soort momenten zijn natuurlijk niet standaard, de vis moet goed los zijn en je eigen gedrag en techniek moet ook wel een bepaalde perfectie benaderen. Gisteravond was weer zo'n moment... Op weg naar de polder heb ik al een bepaald voorgevoel. Het net niet te warme weer van de afgelopen dagen, de aanhoudende zuid- westelijke wind, het enigszins drukkende weer met tussendoor verfrissende buien; een ultiem weertje om in de avonduren wat stekjes af te struinen. Naast deze gedachten denk ik ook na over de mogelijkheden van deze polder, niet qua viswater maar qua vangsten. Toen ik hier twee jaar geleden begon met vissen ving ik er drie categorieën karpers. Vissen van ongeveer 70cm lengte, vissen van ongeveer 76 centimeter lengte en vissen van ongeveer 84 centimeter lengte. Het gewicht van de zwaarste vissen lag net boven de 20 pond, een uitschieter daargelaten. Dit jaar heb ik geen vis onder de 80 centimeter gevangen en op één vis na liggen de gewichten boven de 20 pond. Daarnaast was er ook nog die reus in het voorjaar van 88 centimeter. Ook vang ik vaak grote brasem. Veel karpervissers zijn niet blij met deze glibberige vriend, ik heb daar toch een andere mening over. Natuurlijk, op een redelijke karperstok geeft een behoorlijke brasem geen sport. Daarentegen verteld hij me wel veel over de kwaliteit van het water en de vissen die er rondzwemmen! Een water leren kennen betekend dus voor mij niet alleen weten wat voor karper er zwemt, nee ook de vangsten van andere vissen vertellen me veel over mogelijkheden en hetgeen ik eventueel kan verwachten. Dit alles bij elkaar genomen heb ik het idee dat de komende jaren in deze polder wel eens hele mooie vissen kan gaan opleveren! Afijn, zo denkende was ik bij het water aanbeland. Ruim voordat ik bij de bermsloot ben begin ik voorzichtig te lopen, ik voel wat druppels en trek mijn regenjas aan, dan sluip ik weer verder. Ruim uit de kant blijvend zie ik op drie plekken deiningen uit de kant komen. Ik weet dat ik me niet voor niets stil heb gehouden, er liggen meerdere vissen ongestoord en met enthousiasme te eten. Ik maak op de beide hoeken van het weiland, daar waar de sloten op de bermsloot uitkomen, voerplekjes. Twee weilanden verderop doe ik dit ook. Om tien minuten voor half acht zet ik de pen op het eerste stekje neer. Ik kan over de pen heen mooi de bermsloot inkijken. Met regelmaat zie ik walmende bewegingen. Soms zwemt er een vis uit de kant weg. Ik zie nog geen beweging op het pennetje maar dat verbaasd me niet, het voer ligt er nog maar net in. Op de tweede stek worden als ik aankom twee rietsprieten weggedrukt, er rolt een karper net achter de stek. Ik hoop dat hij op het voer terecht komt. Voorzichtig ga ik zitten. Ik gooi de pen ruim over de voerplek heen en trek hem voorzichtig terug. Na wat bewegingen volgt er na een kwartiertje een wegloper. Na de aanslag komt er een grote brasem proestend boven. Ik haal hem naar de kant en onthaak hem snel. Nog wat nieuw voer op de stek en naar het volgende weiland. Op de derde stek loopt de pen bijna direct naar links weg. Ik denk eerst dat het een lijnzwemmer is maar als de pen zonder onderbreking in één tempo ruim dertig centimeter is verplaatst besluit ik toch maar te slaan. Het is totaal mis, ik denk een golf te zien, maar ik twijfel of dit echt zo is. Ik beaas de haak opnieuw en leg weer in, weer zo'n trage wegloper. ik wacht af maar de pen stopt. Ik leg weer in op de stek, bijna direct is er een klein duwtje, dan loopt de pen weer weg; twintig, dertig, veertig centimeter kruipt hij over het oppervlak, ik twijfel maar de pen blijft lopen, het draad loopt strak. Ondanks de twijfel sla ik, even is er contact, dan rolt de vis weg. Ik wil stampvoeten en met iets gooien maar doe het niet. Ik heb het idee dat de vis niet het aas in de bek had maar dat dit een lijnzwemmer was. Wel balen. Ook hier gaat weer wat voer de stek op. Op de vierde stek lijkt het stil. Na een minuut of tien voel ik mijn mobiel trillen, het is mijn vrouw ze wil weten hoe het gaat. Ik heb nog nauwelijks een woord gesproken of er volgt weer een mooie wegloper, deze kan ik niet missen. Met mijn vrije hand sla ik aan en voel de weerstand van karper. Ik hang snel op en dril de vis. Er komt al snel een knolletje boven water, een schubje van 51 centimeter, daar gaan al mijn ideeën van de heenrit... Terug op stek 1 is het nog steeds stil. Ik twijfel ook of ik nog lang wil blijven, in de stem van mijn vrouw (die ik later nog even terugbelde) klonk ook door dat ze het wel leuk zou vinden nog even samen op de bank te kunnen zitten. Ondertussen is het ook behoorlijk gaan regenen. Aan de andere kant heb ik het gevoel dat de koek nog niet op is. Ik zie nog steeds veel actieve vis. Ik kies voor een win- win situatie. Ik zal stek drie en vier niet meer bezoeken, maar stek twee doe ik nog wel even aan.
Op de tweede stek lijkt het stilletjes. De regen drupt om de pen heen onherroepelijk in het water. Ondertussen is ook het gemaal in de polder geactiveerd want er ontstaat een lichte trek. De pen staat rustig heen en weer te schommelen in deze trek. Ik besluit nog even terug te bellen en te melden dat ik op huis aan ga. Ik heb mijn vriendin nog niet aan de telefoon of de pen loopt weg, steeds sneller en dieper. Weer wordt met de vrije hand de haak gezet, weer sla ik vast op een karper. De vis is even uit balans en ik zie de zijde van de spiegelkarper. Ik roep door de telefoon dat ik weer snel moet hangen omdat ik een fantastische spiegel heb. De dril verloopt soepel en vlotjes. De zoveelste mooie spiegelkarper van deze polder, 81cm lang en 20.4 pond (later thuis vergelijk ik al mijn foto's, ook dit is weer een uniek exemplaar). Besmeurd met vissenslijm, wat kroos en doorweekt van de regen loop ik nonchalant fluitend terug naar mijn fiets. Allerlei gedachten vliegen er door mijn hoofd. Vier stekjes waarvan ik er twee, twee keer heb aangedaan, en twee slechts één keer. Op één stekje gebeurde niets, op de anderen was er steeds bijna direct een aanbeet. In totaal heeft de pen misschien maar 6 à 7 kwartier in het water gelegen. Wat een avond.
0 Comments
Na twee heerlijke weken vakantie heb ik nog een paar dagen vrij in eigen land voordat ik weer aan het werk moet. De dag van terugkomst kon ik me er nog van weerhouden om direct naar de polder te vliegen, vandaag is er geen houden aan. Een aantal factoren zorgen ervoor dat ik vandaag niet met een pennetje ga vissen, ik wil het drijvend proberen. Het mooie weer, de vele mooie vangsten die ik op verschillende fora langs zie komen, het feit dat tijdens mijn laatste visbeurt voor de vakantie er veel vis ondiep aasde en het verlangen naar de spanning van vroeger toen ik veel drijvend viste dragen bij aan deze keuze. Ik richt me een polder waar ik mooi een eind langs de bermsloot lopen. Met een pak felix, hengel, net en toebehoren ga ik op pad. Al terwijl ik de hengel met enkel een haak optuig zie ik een vis duidelijk in de kant grazen. Een even later wegstuivende meerkoet zorgt ervoor dat de vis verdwijnt maar hoopvol is dit zeker. Lopend langs de sloot zie ik met regelmaat kringen uit de kant komen. Ik sluip dichterbij en schat de kansen in. Soms ligt de vis in het overhangende gras of in wat bij elkaar gedreven kroos te happen, soms duwen ze hun snuit net onder het oppervlak de kant in. De eerste paar vissen negeren het haakaas totaal. Als ik weer even op mijn knieën zit komen er van links twee mooie karpers aanzwemmen, een schub en een grote spiegel. Ik laat de brokjes zachtjes te water maar de vissen zwemmen er langs zonder blikken of blozen. Ik besluit op dit stuk flink wat kattenbrokjes te voeren, later zie ik wel of de vissen aan het azen zijn gegaan. Lopende blijf ik vissen tegenkomen. Net na een duiker ligt er een mooie volschubspiegel in mijn kant te happen. Ik plaats de brokken stilletjes bij hem in de buurt. De vis hapt rustig door, gooit dan zijn lijf voor de helft uit het water en verdwijnt. Niet veel verderop wordt er even later weer in wat kroos gehapt. Ik leg snel de brokken tussen het groen. Bijna direct zuigt de vis de brokken op, ik wacht even tot het draad loopt en zet dan de haak. De vis draait om zijn as en pakt een paar meter draad. Ik vindt het prima want bij het vasttikken stond er maar een meter of twee draad uit, tijdens de dril heb ik toch liever minstens de lengte van de hengel uitstaan. De karper besluit in het midden van de sloot rustig rondjes onder de top te zwemmen. Ik krijg hem niet omhoog, hij steekt er niet meer energie in dan nodig. Uiteindelijk komt de vis toch op stoom, de slip loopt een tijdje, dan is het over. Ik trek hem met zijn kop uit het water, win wat draad en schep de schubkarper. Een mooie vis van precies 80 centimeter en 21 pond. Ik loop verder en kom al snel weer een actieve vis tegen, tenminste actief. Heel zacht ligt hij in de kant te walmen. Ik plaats de brokken iets verderop in de hoop dat hij die kant gaat op zwemmen. Dit doet de vis ook en al vrij snel ligt hij in de buurt van de brokken te happen. De brokken lijkt hij niet te vertrouwen want hij gunt ze geen blik waardig. Dan toch stijgt hij wat, blijft even op een paar centimeter van de brokken liggen, zwemt langzaam achteruit om niet veel later weer terug te keren. Weer hangt hij even roerloos onder de brokken, dan hakt hij de knoop door en zwemt weg. De volgende vis ligt in een inhammetje bij een slootje gretig in de kant te happen. Het is een moeilijke worp maar het lukt me om de brokken precies in het hoekje te gooien, de vis merkt niets. Bijna direct hangt hij onder de brokken en proeft ze even, hij spuugt ze weer uit maar zwemt niet weg. Hij blijft doorhappen en uiteindelijk pakt hij weer de brokken, het draad loopt even maar op het moment dat ik sla spuugt de vis de brokken net weer uit. Hij maakt een kolk en zwemt weg.
Terwijl ik zo langs de sloot loop maak ik verschillende plekken voerplekken met de brokken. Op mijn weg terug hoop ik dat er karpers op aan het azen zijn. Bijna aan het einde van de sloot ligt er een flinke hoop kroos. Ik zie ruim voor het kroos weer een schitterende schub zwemmen, af en toe hapt hij aan het oppervlak. Ik gooi de brokken ruim over hem heen en laat ze met de stroom terugdrijven. Door weinig draad op het water te houden drijven de brokken tergend langzaam richting de vis. Aan de bewegingen van zijn bek te zien heeft hij de brokken opgemerkt. Ook deze vis hangt een tijdje onder de brokken, pakt ze zelfs heel even tussen zijn lippen maar besluit de snack dan toch te laten voor wat het is. Bij het kroosbed aangekomen ga ik er even rustig bij zitten, tijd voor wat water, het zweet loopt ondertussen van mijn gezicht. Wat een schitterende manier van vissen is dit toch. Vroeger deed ik niet anders dan oppervlaktevissen. Ieder park of cultuurwater met karper werd onveilig gemaakt. Vangsten van tien vissen op een middag waren niet abnormaal. Ik ben blij dat ik vroeger zoveel tijd aan deze manier van vissen heb besteed want je leert enorm veel over aasgedrag van vissen en over doodstil te werk gaan. Na wat water begin ik aan de terugtocht. Verbaasde ik me op de heenweg over de hoeveelheid actieve vis, nu verbaas ik me over het feit dat er bijna geen vis meer actief is. Ook op de plekken waar de brokken gestrooid zijn is geen teken van leven te bekennen. Sneller dan verwacht ben ik terug bij de plek waar ik begon, na nog even te hebben gezeten ga ik op huis aan. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|