De zon is hoog gekomen. Ik zit op een brede duiker en voel het prettige windje in mijn gezicht. In mijn rug de zon die brand. Ik pak een brok geitenkaas die ik in de ochtend haastig bij me stak en diep mijn zakmes op uit de vistas. Laatste kop koffie erbij en genieten maar. Ik zou hier wel een aanbeet verwachten. Net iets dieper en een trechter waar de wind inblaast. Tegen beter weten in, overal was vis te zien maar niet hier; gek als penvisser was het een plekje dat ik als eerste zou kiezen en dus ook koos. Dat kiezen is nu alweer een uur of vijf geleden. Vreemde start, ik was te laat, iets verkeerd gedaan met de wekker. Had al een slechte nacht achter de rug maar toen ik bezweet wakker schrok en me besefte dat het al licht was daagde er iets. Klok maakte waar wat ik al vermoedde; shit. Uiteindelijk arriveer ik een kwartiertje te laat, valt nog mee. Michael staat te wachten naast een tentje, geen bivy maar echt een tentje. Wel tweemaal drie hengels in gelid ervoor. Heren hebben twee vissen gevangen die nacht. Als ze zich die ochtend een keer zouden hebben omgedraaid hadden ze gezien wat wij al zagen; klein plasje met zeker twintig vissen die liggen te happen. Michael wijst ze erop en even later is er een 'penhengel' klaargemaakt. Wij maken ondertussen voerplekken. Keuze genoeg, wat een enorme hoop water. Plasjes die allemaal met elkaar in verbinding staan. Dit is maar een klein deel van het stelsel. Michael komt er vaker, vissen tussen de kassen, echt zijn ding. Ik ken het wel maar niet zo goed. Wel herken ik het groenige water, 'groene soep' noemde ik vroeger een verslagje dat in dezelfde omgeving plaatsvond. Michel kent het water dus goed en praat honderduit, alle info wordt over me uitgestort maar ik blijf hangen bij 'de oude schoeiing'. Die staat soms meer, soms minder prominent op een meter of tien uit de kant van één van de te bevissen delen. Ik heb zo mijn twijfel, vind het risicovol. Michael is optimistisch als altijd. Water is ondiep, bodem hard. hengel hoog houden en eventueel meelopen. Hij kent me langer dan vandaag en ziet dat ik twijfel; gelukkig is er een alternatief; de overkant. Zo hebben we beiden een aanpak waar we achterstaan. We starten op het water waar 'opengestulpte bekken' rondzwemmen. Kort na de start hoor ik Michael aanslaan, ik zie de golven ontstaan, wacht even om te gaan kijken. Als de golven weg zijn even langslopen, hij heeft de vis al teruggezet, klein schubje. Ik sluip terug en sta tussen het riet naar mijn pennetje te turen. Veel ondiep azende vis maar naar mijn idee geen belangstelling voor het bodemaas. Als Michael achter me langsloopt op weg naar zijn tweede stek informeert hij zachtjes. "Nog weinig" zeg ik, hij zal nog net tien stappen hebben gezet als ik de pen zie wegglijden. "Ja, hebben", Michael loopt terug en schept na een woeste dril. Mooie vis, heel wat groter dan ik had verwacht van hetgeen ik zo her en der zag oppervlakteslurpen. Allebei al een vis, en dat binnen een half uur vissen. Ik ga naar mijn overkant stekken. Ander water dan waar we net zaten. Wel in verbinding met elkaar maar een stuk groter, ik ga niet met hectares smijten, klinkt me veel te interessant. Zegt ook niet zoveel, karper per hectare dat is interessant. Die verhouding zit hier wel goed, wat een partij vis. overal is karper. Gek, hoor zoveel mensen klagen over de visstand maar als ik een cirkel van 25 kilometer om mijn woonplek trek kan ik zo 25 afzonderlijk ruim met vis bezette wateren aanwijzen. Vaak wil men het niet zien. Was donderdagavond op een watertje, ving er vrij vlot twee karpers. Weet nog dat er een jaar geleden iemand langskwam, vroeg zich af wat ik er deed. Zwom geen enkele vis, alles was weg. Terwijl hij zijn boosheid over mij uitstortte zwaaiden er staarten kort onder het oppervlak; hij zag er niks van... Een hoopvolle stek levert niets op, ik loop door. Kom niet ver. In mijn ooghoeken zie ik Michael raakslaan, vis komt direct na de aanslag volledig uit het water en zet dan de boel op stelten. Spannende momenten met de paaltjes van de oude schoeiing maar Michael regelt het. Tegen de tijd dat ik bij hem ben kan ik foto's maken. Mooi schubje. De bivyboys hebben het gemerkt en komen buurten. "Wow, dit is ook echt een mooi water", als ze weg zijn schudden we ons hoofd. Als ze een keer op hun tenen waren gaan staan hadden ze het zelf zien liggen. Even voor de duidelijkheid; we hebben niets tegen bivyboys; iedereen zijn vermaak op zijn eigen manier. De oogkleppen die sommigen echter op hebben, dat kunnen we ons niet voorstellen. Nieuwsgierig zijn is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor succes. We verbazen ons over de karper. Het is er ééntje met wat Michael 'het stekelbaarssyndroom' noemt. Een heel kort gestekeld rugvinnetje. Michael informeerde er al eens over bij karperkenners maar geen eenduidig antwoord tot nu toe. Het is iets wat we vooral in polders in deze buurt tegenkomen, heel gek. Ik loop terug. Zet mijn pennetje net voor wat riet. Oei, dat is ondiep. Bijstellen die boel. Veertig centimeter, meer niet. Ik twijfel, komt de vis zo ondiep? Lang duurt de twijfel niet. Er komt een vis aanzwemmen, zakt op de voerplek. Staart wappert tegen de lijn. Vis draait weg, kort rondje en dan weer terug. Pennetje wordt weggedrukt door de karper. Ik zie het rode puntje vaag in het troebele water. Vis zwemt weg, pennetje volgt hortend en stotend. Even twijfel maar dan toch aanslaan. Vis geeft een beuk en wil het riet inzwemmen; onmogelijk, veel te dicht. Zwenkt weg, de manier waarop lijkt een valse inhaking te laten zien. Ondanks de geringe diepte blijft de vis makkelijk diep. Ineens ligt hij al schepklaar. Op de kant zie ik dat de lijn om een borstvin is geslagen en het haakje gewoon in de bek zit. Michael heeft het gezien en komt niet veel later aanlopen. Vierde vis van de dag, iets kleiner maar wel zwaarder dan mijn eerste. Weer eentje met identiteitscrisis oftewel "stekelbaarssyndroom". Het gaat wel erg makkelijk allemaal zo. Ik kak daarna wat in, ben wel tevreden. Vind dat de stek bij de duiker vis moet opleveren maar concentreer me daarmee wellicht op de verkeerde plek. Michael vangt een karpertje zo groot als een voorn; aanwas genoeg.
Tegen twaalven moet ik weg, heb nog een schilderklusje liggen. Michael blijft nog even, zwaaiende staarten op zijn stekkie gebieden hem te blijven. Hij krijgt geen ongelijk want vangt zijn vierde karper van de ochtend.
0 Comments
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|