Sinds het laatste verslagje is er veel gebeurd. Als ik deze ochtend in het donker de polder inwandel besef ik me dat ik alweer even geen verslagje heb geplaatst. Ik heb ook al even niets gevangen, zou het daarmee te maken hebben? Weet ik niet zeker, ook niet vruchtbare sessies kunnen vruchtbaar zijn. Naast deze gedachten koester ik deze ochtend de hoop op een eerste augustus visje. Aan de start van het jaar stelde ik me weer ten doen om iedere maand in ieder geval één karper te vangen. Tot nu toe ontbreekt alleen februari maar met een vakantie in het vooruitzicht is augustus al bijna om wat het vissen betreft. Ik ben in een polder die in het verlengde van een polder ligt waar ik al jaren kom en dezelfde kenmerken van die polder in zijn glorietijd heeft. Mooi water, troebel van de bodem-azers en zelfs nu in de zomer bijna geen plantengroei. Het bestand bestaat voornamelijk uit vrij jonge vis maar her en der zwemt er ook nog wat van het vroegere bestand rond. Onlangs, tijdens een voerronde, was ik tegen zo’n vis aangelopen. Ik liep toen met mijn zoontje op de schouders door de weilanden en bij een verbreding van het water lagen er drie karpers, een grote gras, een schub van de uitzetting van drie jaar terug en een oude schub. Die laatste vis imponeerde, een breed massief lichaam, een knik achter de kop en een woeste uitstraling. Dat was mijn tweede beurt in dat water, de eerste keer verspeelde ik een vis. De tweede keer was er de avond na het strooien van het voer bijna geen activiteit, enigszins verbaasd was ik op huis aan gegaan. Deze polder is niet het enige nieuwe water maar ik me mee bezig heb gehouden de laatste periode. Ook een mooi stelsel van tochten en vijvers tussen de kassenbouw in heeft mijn aandacht getrokken. Hier ben ik ondertussen ook twee keer geweest. De eerste keer wist ik na een lange middag net voordat ik weg moest een vis te vangen. Een schub met een brute uitstraling. Op dit water was ik afgelopen maandagavond terug. Ik ving niets maar zag wel dat hier in potentie vrij grote vis rondzwemt. Het zal een plek zijn waar ik de komende periode vaker terug ga komen. Makkelijk zal het er niet zijn doordat de kanten maar heel langzaam aflopen. Op de meeste plekken staat er op vier à vijf meter uit de kant maar een centimeter of 50 water. Op zich geen probleem maar tijdens mijn eerste momenten zie ik dat de vis zich niet graag in deze zones begeeft. Ik ben benieuwd of de vroege ochtend of een zware golfslag hier verandering in kunnen brengen? De tijd zal leren. Al deze dingen glijden door mijn hoofd heen als ik bij de sloot aankom die ik wil bevissen. Ik leg mijn spulletjes neer in het weiland en ga met de voerdoos op pad. Ik loop van weiland naar weiland via loopplanken en hekken. Het gras is vochtig, in de verte kruipt het eerste licht tevoorschijn. We gaan de maanden van de mooie zonsopkomst tegemoet. In juni en juli is het licht vaak erg hard vind ik, augustus, september en oktober kunnen van die sprookjesachtige, stille, pasteltint ochtenden hebben. Ochtenden waarop alles stil lijkt te hebben gestaan, de dauwdruppels glanzen in de spinnenwebben en de zon tovert het eerste half uur met licht. Vorige week werd de polder ook in vuur en vlam gezet door de zon. Het zou uiteindelijk een bewolkte en regenachtige dag worden maar de start was nog zonnig. Hans van de blog "kruimpje op je kurk". Was bij mij om een ochtendje te vissen. Door bij mij niet bekende baggerwerkzaamheden waren we op het zuidelijk deel van de polder aangewezen. Een deel waar ik veel minder gevoel mee heb dan het noordelijke deel. Er zwemt dezelfde vis maar ik heb er mijn draai nooit goed kunnen vinden. Ook deze ochtend wordt ik vooral gevoed door onrust. Hans is een stuk rustiger en dat is te zien in de uiteindelijke vangsten. We hebben beide een zeelt. Voor mij blijft het daarbij, Hans vangt nog een stapel brasem maar haakt ook een karper. Het is een behoorlijke domper dat deze vis losschiet. Het zien van Hans zijn penmontage en het herlezen van een boek over aas opname van karper doen me ook twijfelen over mijn eigen systeem. Krijg ik alle signalen wel door of wordt er soms stiekem gesnoept van mijn aas zonder dat ik het in de gaten heb? Ik ga er nog altijd vanuit dat de component voer het eerste is waar je de vis mee verleidt. Heb je een voer waar de vis zonder aarzeling op aast dan ben ik er zeker van dat de aanbeet zal volgen en je die dus ook echt wel ziet. Maar hoe weet je nu zeker dat de vis altijd met vertrouwen aast? In één van de nieuwe polders was het pas na vijf uur dat ik een visje ving. Het weinige voer lag dus al vijf uur in het water, had ik deze vis eerder kunnen vangen als ik een andere montage had? Altijd maar weer vragen. Ik loop terug in het eerste licht en tuig op. Ik volg toch weer mijn eigen vertrouwde systeem; stoppertje, licht pennetje, drie kleine loodjes en een haakje maat 10. Terwijl ik optuig zie ik in de buurt van een duiker, die een meter of vijftig verderop ligt, meerdere keren vis draaien. Nu het licht is geworden zie ik dat vanuit de duiker water de sloot instroomt, blijkbaar wordt er water ingelaten in de polder. Fris, zuurstofrijk rivierwater. Ik pak mijn boeltje bij elkaar en loop terug naar een loopplank om bij de duiker te kunnen vissen. De aangevoerde stekken kunnen wel even wachten. Als ik op de oever tegenover de duiker mijn spullen neerzet zie ik weer een karper rollen. Ik prik een kikkererwt en een blokje smac op de haak en leg in. De pen staat lekker te wiegen in de stroming en zakt soms wat weg. De zon komt op en schijnt direct en via het water in mijn ogen, het pennetje is hierdoor moeilijk te volgen. Net nadat ik een vijftal kikkererwten rondom de pen heb gegooid zakt hij weer weg. Ik twijfel, kijk naar het draad bij mijn hengeltop, dit beweegt zich naar rechts; aanbeet! Ik sla aan en de gehaakte karper begint direct aan een spurt de duiker in, op zich geen probleem maar wel goed opletten dat ik de hengel steeds zo manoeuvreer dat het draad niet met het beton in aanraking komt. Na een korte spurt komt de vis zig- zaggend, mokkend de duiker uit. Daarna zijn er een paar bedaarde rondjes onder de hengeltop voordat ik de schubkarper kan scheppen. Mooie hoog gebouwde vis en een lekkere start zeg, eindelijk een augustus vis! Ik voer een handje op deze plek en ga verder op pad. Ik loop de stekken af en zie veel karper, helaas vang ik vooral brasem. Grote brasem. Allemaal zijn ze ruim boven de vijftig centimeter. Ik had tijdens de eerste visbeurt al gemerkt dat er veel brasem zwemt en heb de hoeveelheid voer erop aangepast. Ik hoop dat door meer dan normaal te voeren ik niet hoef bij te voeren na een bezoekje van vriend Ibrahimus. Daarnaast verwacht ik dat de karper aangetrokken wordt door de stofwolken die de brasem op de stekken veroorzaakt.
Eerder dan ik had verwacht ben ik terug bij de duiker. Er ligt een stukje verderop een prachtig bellenplakkaat. Eerst maar is proberen of ik die bellenblazer instant kan verleiden. Ik heb een wetering waar ik al jaren kom de afgelopen periode ook een aantal keer bezocht. Tijdens een observatieavondje kwam ik op bepaalde plekken enorme bellenplakkaten tegen. De keren dat ik er viste was de karper ook druk bezig de bodem te ontleden, het voer van mij werd totaal genegeerd. Frustrerend maar typisch gedrag van de zomermaanden. Op de delen waar ik in deze wetering in het verleden succes had zie ik bijna geen vis meer zwemmen. Deze ervaring leert me eens temeer dat je niet moet vastroesten in patronen. Goede stekken kunnen ineens geen goede stekken meer zijn en visa versa. Wat dat aangaat ben ik niet zo blij met de baggerwerkzaamheden in één van 'mijn' polders. Ik ken daar de onderwaterstructuur goed en maak daar gebruik van. Na het baggeren zal de veengrond weer totaal anders zijn, het zal weer opnieuw zoeken worden naar afwijkende structuren die vis op kunnen leveren. De bellenblazer heeft geen interesse in het aas. Ik zet het pennetje weer vlak voor de uitgang van de duiker. Na tien minuten ontwikkelt zich een aanbeet die de twijfel over mijn systeem wegneemt. Ik kan precies volgen wat er onder water gebeurt. Het start met een pennetje wat een paar millimeter zakt, de karper zet de lippen tegen het aas aan. Daarna wordt de pen juist iets omhoog gedrukt, de karper neemt het aas op. De pen zakt terug, het aas is blijkbaar weer teruggespuugd? Dit herhaalt zich nog een keer. Als de pen voor de derde keer omhoog komt wordt het een volledige opsteker, de karper heeft het aas genomen en richt zich op. Daarna loopt de pen weg, de karper zwemt met het aas in de bek naar een volgend voedseldeeltje. Een prachtig gezicht maar nu is het tijd om aan te slaan. Weer direct een eerste run de duiker in, wel is het wilder dan bij de eerste vis. Op de kant wordt mijn vermoeden bevestigd een iets langere maar wel slankere vis. Tijdens de foto’s kruipt de zon achter een wolkendek vandaan wat net na zonsopkomst op is komen zetten. Ik wil nog snel een rondje maken want de zon staat al vrij hoog en de activiteit zal nu waarschijnlijk snel afnemen. Een paar brasems verder besluit ik te stoppen. Ik heb ruim twee meter brasem gevangen maar veel belangrijker ook twee mooie schubkarpers!
0 Comments
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|