Soms heb je een duwtje nodig. Je wil een stap zetten maar blijft toch wat hangen in het oude en vertrouwde. Op een vrijdagavond loop ik langs een oude en vertrouwde wetering. De zondagochtend erop hebben Michael en ik afgesproken, lekker samen een ochtendje pennen. Om niet voor verassingen te komen te staan maak ik een rondje langs het beoogde water. Het ligt er prima bij, weinig planten, lelieblad dat al aan het vergelen is. Enthousiast rij ik terug naar huis, lichte tinteling in mijn hoofd omdat ik eigenlijk niet kan wachten tot zondagochtend. Tijdens het terugrijden kom ik een bordje tegen: "weg afgesloten in verband met evenement op...". Ik rij terug, bij de toegangsweg van het beoogde water eenzelfde bordje. Precies op de geplande visochtend kan je niet bij het water komen. Via de Whatsapp stel ik Michael op de hoogte. Wat is het alternatief? Plannetje vormt zich in mijn hoofd. Een verbindingskanaal tussen twee rivieren heeft al lang geleden mijn interesse getrokken. Onlangs had ik naar informatie gezocht op internet. Er is niets over te vinden, dat maakte het nog interessanter. Zullen we? Ja we zullen! 36 uur later rij ik in het laatste donker over een smalle parallelweg, Michael rijdt achter me. Bij het water aangekomen zijn we onder de indruk. Onder de indruk van de weidsheid, de oeverbegroeiing en de stevige stroming. Prikstok mee en stekken maken. Veel keuze hebben we niet qua stekken. Dik riet tussen de dijk en het water. Gelukkig toch voldoende plekken waar een natuurlijk gaatje is of het riet dun voldoende om er tussendoor te vissen. Tijdens het voeren zien we witvis spetteren en brasems azen. Van karper geen spoor. We voelen gezamenlijk die tinteling; avontuur. Optuigen met een stevigere pen dan gebruikelijk om het aas goed bij de bodem te houden en met de stroming om te kunnen gaan. Met de opkomende zon in ons gezicht starten we met vissen. Mijn tweede stek ruikt naar karper. Een ondiep zandplaatje waarop onder water wat dun riet staat, links een overhangende struik, rechts dik riet dat een stuk het water inloopt. Ik vis op het scherpe talud op het randje van meer en minder stroming. Een trage aanbeet die een eeuwigheid lijkt te duren en brasem doet vermoeden. Aanslaan, nee geen brasem. Hengel wordt bij kans uit mijn handen getrokken, vis spurt naar links weg, voor de struik langs. Ik geef een brul naar Michael die meteen met het net komt aanlopen. Dan schiet de vis los. Op de haak een klein schubje, vis was valsgehaakt. Ik baal enerzijds; wat als dit nu de enige kans was? Anderzijds; als er zo snel een karper bijt dan zullen er vast meer zwemmen. Ik krijg mijn herkansing. Een vlot doorlopende aanbeet. Pen stond net voor een paar leliebladeren een metertje uit de kant op de stroom te wiegen. De vis is loeisterk, gespierd geraakt door de eeuwige stroming en is met de forse diepte in het voordeel. Ik probeer van de dril te genieten. Mijn ogen pendelen tussen de zwaar gekromde hengel en het polderlandschap. Michael staat stilzwijgend mee te kijken, een perfect plaatje. Na een lange dril komt er een prachtschub op de kant. High fives met kleddernatte slijmhanden. Aan het einde van de ochtend dank ik het evenement, het duwtje dat ik nodig had. Terwijl ik naar huis rij wil ik alweer terug. In mijn hoofd allerlei wilde plannen. Hoort erbij, de rust komt altijd weer terug. De rust zorgt er ook voor om eerst andere plannen om te zetten in actie. In de nieuwe polder waar ik vooralsnog zeelt ving plan ik een ochtend vissen tijdens een milde storm. Golvend water en een dansende pen. Weer zeelt, maar ook de eerste karper van deze plek. Een kleintje maar dat deed helemaal niets af aan het YES gevoel dat ik ervaarde toen de vis over de netrand gleed. Die zeelten blijven me verbazen. Wat een krachtige vissen, wat een sierlijke verschijning op de kant. Het is echt een zeeltjaar aan het worden. Nog beter, Zeelt is de meest voorkomende bijvangst. Brasems haak ik bijna niet. Tot nu toe vier dit jaar. Vorige jaar ving ik er soms vier tijdens één pensessie. Hoe het kan? Eigenlijk geen idee. Geluk? Dat geloof ik ook niet. September is ondertussen alweer een eind op weg. Koele avonden en ochtenden. Vis die steeds actiever wordt en schitterende zonsopkomst- en ondergangen. Afgelopen dinsdag pak ik een avondje op een intiem water in de buurt. Rene zit in een aangrenzende polder. Nadat ik heb gevoerd rij ik naar hem toe. In het vochtige gras voeren we fluistergesprekken terwijl de zon speelt met de vochtige atmosfeer; een kleurenpalet dat nooit gaat vervelen. Als de zon onder is en ik net van plan ben mijn aangevoerde stekken te bezoeken actie op het pennetje. Samen zien we de aanbeet vorm krijgen, kort daarna een mega giebel op de kant. Eén van de grootste die ik ooit zag. Niet veel later zet ik de pen neer op de eerste stek. Waar tijdens het voeren de witvis overal actief was is het water nu een spiegel geworden. Rustig doorvissen, dit water geeft altijd wel een visje prijs. Tweede rondje levert de enige aanbeet van de avond op. Spannende dril op het smalle water. Veel overhangende struiken en lelievelden maken dat de vis weinig ruimte mag krijgen. Lukt prima en tevreden poseer ik met een spiegeltje. Later in de week heb ik de tweede sessie op het kanaaltje gepland. De dagen ervoor zacht weer met een zuidelijke stroming. Op de visdag zelf een koude wind uit het noorden onder een kraakheldere hemel waarin een bijna volle maan meer licht dan je zou vermoeden afgeeft. Op de radio wordt aangegeven dat komende nacht op sommige plekken de temperatuur voor het eerst onder nul zakt. Niet echt omstandigheden om vertrouwen van te krijgen. Ach, in deze tijd van het jaar maakt het niet zo heel veel uit. Watertemperatuur is nog perfect, goede balans in veel zuurstof en voldoende warmte voor de vis om actief te zijn. Het verbaasd me dan ook eigenlijk niet als op de tweede stek de pen even opsteekt en dan langzaam wegzakt. Welke vis heeft anderhalve meter onder water het aas opgepakt? Aanslaan geeft duidelijkheid, het is een karper. Vis dreunt even voor de lelies langs en knalt dan naar het midden. De boeggolf die hij daarbij trekt is indrukwekkend. Als de eerste run stopt wil ik een paar meter winnen. Ik trek de hengel naar achteren, wil lijn winnen maar dan valt het contact weg. Even later sta ik totaal verbaasd naar een gebroken lijn te kijken. Dezelfde lijn die ik de avond ervoor vers opspoelde? Ik snap er helemaal niets van. Obstakels staan er voor zover ik weet niet, zeker niet in het midden? Knagend en balend gevoel dat ik als extra last met me meezeul. Aan de andere kant weer snel een aanbeet; wat is de potentie van dit water? Toen ik de eerste ronde maakte met Michael waren we het erover eens dat het waarschijnlijk geen makkie zou worden en we een fors aantal brasems zouden moeten accepteren om tot karpervangst te komen. Hoe anders lijkt dit nu? Om het zeurderige gevoel een plek te geven bel ik met Michael. Pennetje staat weer over wat lelies kort onder de kant. We kletsen wat, over dit water maar ook over andere plekken. Michael wil ook terug. Terwijl we een principeafspraak maken waggelt mijn pen traag voor de lelies langs. "Even wachten Michael, pen loopt weg, ja hij zakt, Jaaa weer karper ik ga hangen!!". Trage rondjes onder de top die een eeuwigheid duren. Iedere keer dat ik de vis een stukje loskrijg van de bodem duikt hij met speels gemak weer weg. Weer laat ik mijn blik verspringen, nu van die kromme veertien voeter naar de grote bleke maan en het nimmer stoppende polderlandschap erachter. Rondjes worden korter, vis komt steeds verder van de bodem. Ik laat een grote zucht als het net zich om de vis sluit. Michael zit thuis waarschijnlijk met enige spanning mijn foto's af te wachten; die teleurstellen niet; wat een bak! Ik merk dat het me niet onberoerd laat, wat als dat bordje er niet had gestaan? Was ik dan ooit hier terechtgekomen? Je weet het nooit, dingen hebben een verloop, wel of geen hogere machten, het is gegaan zoals het is gegaan en daar ben ik dik tevreden mee.
Ik vis de stekken in tegengestelde richting af. Her en der wat beweging maar niets dat op karper duidt. Laatste en dus eigenlijk eerste stek is de plek waar ik de eerste keer een vis valshaakte. Duurt niet heel lang voordat de pen weer wegzakt. Ik twijfel even, maan schittert zo fel in het water dat het breekstaafje bijna niet te zien is maar het is toch weer een aanbeet. Weer een dril in die nachtelijke stilte, enige geluid is van wat koeien die een eind achter me ronddrentelen. Dril veel korter dan bij de eerste vis. Eerste aanblik doet een kleintje vermoeden? Als ik het net optil voel ik wel een fors gewicht. Op de kant zie ik het pas; een varkentje. Bizar gebouwde vis. Nadat hij weer zwemt zit ik nog even na te genieten. Daarnaast een gedachte; zwemt er hier ergens een vis die de lengte van de eerste met de bouw van de tweede combineert? Een gedachte om kippenvel van te krijgen, de toekomst zal het leren!
0 评论
Zo, die zagen de meeste niet aankomen denk ik! In de laatste blog had ik het al over allerlei vissige plannetjes die misschien niet direct met karper te maken hadden. Afgelopen winter maakte ik al een klein spinhengeltje gereed om vanaf de kant op baars en snoekbaars te vissen. Dit was aangewakkerd tijdens een forumdagje rubbervissen in Amsterdam. De laatste weken heb ik dat met regelmaat gedaan. Wisselende resultaten maar bijna altijd vis. Omdat ik dichtbij een kanaal en een rivier woon kan ik eenvoudig even een uurtje op pad, even wat rubber over de bodem laten stuiteren. Prettige afwisseling die zich net even wat makkelijker in het drukke gezinsleven laat plooien! De zeeltvangsten lopen ook door. Twee of drie per keer in bepaalde polders. Aan de karperhengel zijn ze sterk maar ik zou ze liever wat lichter bevissen. Marktplaats wordt dus ook weer actief afgestruind en ook nieuwbouw wordt bekeken. Twijfel nog, echt een zeelstokje of een lange 1 ponder die ook voor karper ingezet kan worden? Vis wat vaker in polders met een wat groter bestand aan kleinere vis. Veel aanbeten, veel drilplezier. Een soepele 1 ponder zou de perfecte vismaat zijn om op deze plekken in te zetten. Prettige keuzestress als het ware. Die polders herbergen een bestand; zoveel vis dat ik me er iedere keer weer over verbaas. Vooral ook erover verbaas dat er ook daar mensen zijn die niets vangen, kniesorend en zeurend langskomen en het standaard verhaal ophangen over oosterburen die alle vis hebben weggevangen? Heel bijzonder. Plekken waar je dus heerlijk licht kan vissen, geen waterplanten of kans op enorme bullebakken. Minipennetjes die op 0,3gram lood prachtig staan maar vooral heel vaak onderhuppen. Die kleine visje zijn zo heerlijk wild, weten van geen opgeven en op de kant zijn het altijd kleine portretjes om te zien. Tussen al die kleine polderrakkers door ook achter de grotere jongens aan. Hoewel je het nooit voor het zeggen hebt kan je met de keuze van de plek afdwingen dat je in ieder geval een kans maakt op grotere vis. Nu het weer eerder donker is lekker in het duister de kanten afstruinen op zoek naar polderberen. Zo ook afgelopen dinsdag. Overdag zag ik de wind toenemen en in mijn hoofd kwam een nog onuitgevoerd plannetje naar boven. Een aantal aan elkaar geschakelde plassen tussen de kassen. Door de vorm en ligging is er met deze windrichting een aantal mooie hoeken waar de golfjes schitterend bijeen komen. Als er dan in zo'n hoekje ook nog een paar plukken riet staan kan het niet mis natuurlijk. Tijdens het gebruikelijke voerrondje zie ik nergens teken van vis. Wel kom ik langs de kant een aantal vogelkarkassen tegen. Botulisme tijdens de warme periode? Geen idee, zwemmen nu weer genoeg watervogels rond en ik zie nergens resten van dode vis, het zal wel toeval zijn. Als ik dan en uur na het voeren de lichtpen op het eerste stekje neerzet en zelf wegkruip achter wat riet weet ik eigenlijk al dat het niet mis kan gaan. Wat staat die pen mooi te stuiteren op de golven. Ik kijk en drink mijn thermoskannetje koffie leeg, vaste rituelen die ik al zo vaak hier beschreef. Op een paar tikken na geen teken van vis. Door naar de volgende stek. Blijkt heel ondiep, een zandplaatje ofzo? Kort na het inleggen een kolk op de stek, ondanks het donker duidelijk zichtbaar. Kort erna krijgt de pen een zwieper. Lijnzwemmer. Dan lang niets, erg lang. is de vis geschrokken? Net voordat ik wil doorlopen weer een duidelijke lijnzwemmer. Pen komt even omhoog en vliegt dan kort onder. Spannende momenten, schrikt de vis van de lijn of aast hij door. Antwoord komt vrij snel, pen wordt omhooggestoken en loopt dan rustig naar rechts weg. Ik sla aan en de boel ontploft. Of de slip nu te licht staat of het een vis van het type bodybuilder is weet ik dan nog niet maar er volgt een lange run. Daarna kost het veel moeite de vis terug te krijgen. Ik denk zelfs dat de vis vals gehaakt is en ik hem zijdelings naar me toe moet pompen. Niets minder blijkt waar als hij onder de kant komt. Gewoon netjes het haakje in de lip. Prachtexemplaar, geen schub verkeerd en zo gezond als het maar kan. Op naar de volgende plek. Tegenovergestelde van de vorig, daar een plaat, hier een kuil. Binnen vijf minuten sta ik weer met een kromme hengel. Heel andere dril. Vis blijft onder de top en diep, voor zover je in de polder van diep kan spreken. Hoe hard ik ook trek, hij zwemt gewoon rustig heen en weer en laat zich niet van de wijs brengen. "Rustig aan maar" vertel ik mijzelf. Na ruim vijf minuten begin ik toch wel benieuwd te worden want ik heb nog niets van de vis gezien. Keer op keer trekt hij lomp en traag zijn rondjes, af en toe geeft de slip een tik. Weer die gedachte: "zou het een valsgehaakte zijn". Vertrekpunt van de lijn verteld me iets anders. Kort na die gedachte een plotselinge uitval en scherpe bocht, plof, haakje los. Ik sta verbaasd te kijken? Hoe dat nu weer dan? Goed balen want dit voelde aan als een behoorlijke beer.
Ik vervang wat draad, twee wilde drillen gehad dus dat lijkt verstandig. Loop de rest van de stekken af. Op aantal plekken beweging maar niets dat doorzet. Ik merk dat de losser me chagrijnig en onrustig heeft gemaakt. Even wat langer op een stekje zitten en de rust weer pakken. Dat helpt. De laatste twee stekken zijn stilletjes, terug naar de plekken waar wel beweging op zat. Dat blijkt een goede keuze, op de eerste stek waar ik op de terugweg langsloop is het al snel raak. De aanbeet is zo hard dat ik alleen de hengel maar kan oppakken, direct wordt hij kromgetrokken en niet veel later weer een slip die overuren maakt. Wat zijn die vissen sterk? Ben niet gewend dat karper zo makkelijk draad neemt? Na de eerst run scheert hij links van me naar de kant en duikt tussen wat losstaand riet. Ik loop er al lijn opdraaiend snel naartoe, trek de vis tussen de stengels vandaan en niet veel later kan ik hem scheppen. Totaal andere vis, slordig schubbenkleed en strak gebouwd, straalt iets massiefs uit. Ik zit nog heel even op de stek waar ik met koffie begon. De wind blaast nog steeds en de golfjes komen in een eindeloze stroom op me af. Ogen zijn moe geworden, ik zou er zo in slaap kunnen vallen. Niet heel gek, het is alweer ruim na één uur. Met enige tegenzin ruim ik op en ga op huis aan. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
March 2024
Contact: [email protected]
|