De ontwikkelingen van de afgelopen dagen hebben zijn weerslag op mij gehad. De aanhoudende warme wind hebben me in een visroes gebracht waar ik meestal in het voorjaar last van heb. Gaat het grootste deel van Nederland gebukt onder Mexicaanse griep of Q-koorts, ik heb het karpervirus weer eens flink te pakken. Zo kan het dus gebeuren dat je op je vrije maandagochtend in het donker op de fiets naar de polder zit, en dat je niet veel later in het eerste licht door een zompig weiland loopt te ploegen. Op vier stekken gaat er een mix van kikkererwten, kapucijners, hennep en tarwe te water. Terwijl ik me rustig op de eerste stek installeer zie ik in mijn ooghoeken een vis rollen, niet veel later is er een boeggolfje op een andere plek. Als kort daarna er op een meter of vijf van mijn eerste stek een paar flinke kolken naar het oppervlak stijgen zie ik het helemaal zitten. Ik heb met mijzelf afgesproken dat ik alle stekjes tweemaal een minuut of twintig wil bevissen. Op de eerste stek blijft het stil. Op de tweede is er wat beweging maar niets om warm voor te lopen. De derde stek is de mooiste. Hier ontmoet de bermsloot de middenwetering, de middenwetering gaat aan de andere kant direct in een duiker over. Een kruising van water, een plek waar altijd wel een visje langs moet komen. Als ik net zit rolt er tegen de andere kant van de middenwetering een vis in de golven; een jagende snoek of een karper? Vooralsnog sowieso nog een eind bij mijn aas vandaan, we zien wel wat het wordt. Als ik me op het pennetje concentreer valt het me op dat hij langzaam richting het midden van het water beweegt. Heeft de wind vat op de lijn gekregen of is er iets onder water dat deze beweging veroorzaakt? ik haal in en leg de pen weer op de voerstek. Na een minuut of vijf maakt de pen een huppeltje, daarna nog één, dan wordt hij weggetrokken. Ik sla aan en de vis duikt direct de kant uit richting het midden van de waterkruising. De slip geeft wat lijn af. De vis voelt zwaar aan, ik krijg er niet echt beweging in, zelf doet hij niet veel meer dan onder de top tegen de bodem aan heen en weer zwemmen. Ik leg het net alvast in het water en ga er eens goed voor zitten. Na een paar minuten zie ik de vis voor het eerst, het is een langgerekte spiegel, een prachtexemplaar. Ik merk dat ik een beetje zenuwachtig wordt, de laatste grote vissen zijn losgeschoten als dat nu maar niet gebeurt! De vis vind dat ik genoeg van hem gezien heb en duikt de diepte weer in. Lijdzaam moet ik toezien hoe hij richting de kruising gaat en rechtsaf de bermsloot in zwemt. Ik loop een stukje mee en praat ondertussen hardop tegen mijzelf "deze ga je zeker vangen" het klinkt logisch maar voelt niet zo. Het net ligt nu buiten bereik, stom dat ik dat daar heb neergelegd, met een hoop moeite lukt het de vis weer terug de middenwetering in te krijgen. Toch heb ik de strijd nog niet gewonnen, de vis blijft rustig op de bodem rondzwemmen, af en toe slaat hij met zijn staart grote kolken. Als de lijn na even achter een vin te hebben gehangen losschiet zak ik bijna door de grond van de spanning. Dan worden de rondjes die hij zwemt toch korter en kan ik hem langzaam ondieper trekken. Ineens heb ik zijn kop uit het water en kan ik hem naar mij toe trekken. Nu voorzichtig zijn, stel je voor dat er alsnog iets mis gaat. ik steek het net diep in het water en laat de vis eroverheen glijden. Ik til het zaakje op; hij zit erin, hij is van mij! Op de kant kan ik de prachtige spiegel bewonderen, over zijn zijlijn loopt een reeks slordig geordende schubben. Zijn rugvin bestaat uit twee delen, halverwege mist er een stuk. Een vergroeiing of een oude beschadiging? Het maakt de vis eigenlijk alleen maar mooier, hij ziet er oud en gehavend uit. Als ik de vis meet zie ik dat hij 89 centimeter lang is, het weegritueel brengt 28,8 pond op de weegschaal; een nieuw persoonlijk record spiegel voor mij! Na de foto's zet ik de vis terug, met een paar luie staartslagen verdwijnt hij in de diepte. Ik ben blij, wat een mooie spiegel, wat een dril, wat een ochtend. ik ruim de gebruikte spullen op, vervang een stuk draad en loop naar de vierde stek. Ruim voordat ik er ben probeer ik de concentratie weer op te pakken; dit lukt met moeite. Er gebeurt weinig op de stek, mijn gedachten zijn er ook niet echt meer bij. Voor de vorm loop ik nog een keertje langs stek één en twee. Het begint steeds harder te waaien en regenen, het is mooi zo voor vandaag kap ik ermee. Fluitend loop ik terug langs de middenwetering, halverwege rolt er nog een flinke vis uit de kant weg, hij doet maar ik heb de buit al binnen!
0 Comments
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|