De afgelopen jaren verwen ik mijzelf op mijn verjaardag op een middagje vrij. Ook dit jaar had ik voor de bewuste vrijdagmiddag een kruis in mijn agenda gezet. In de ochtend is er al de voorpret. In een kleine wereld rij ik in alle vroegte langs een polderweggetje. Eenmaal uit de auto wordt ik begroet door een vogelconcert. Ik hoor ze wel maar zie ze niet, de mist hangt als een klamme deken over de weilanden heen. Ik trek mijn laarzen aan en klim over het hek het weiland in. Het gras is nat, het water ligt er als een spiegel bij. Kievieten vliegen met een hoop kabaal heen en weer. Ik loop zwijgzaam richting de plekken waar ik wat maïs wil strooien. Vaste oriëntatiepunten komen veel later in beeld dan normaal. Uit de mist is er ineens het bomengroepje dat halverwege de tocht in het weiland staat. De strakke, brede sloot die ik volg splitst zich om een klein, begroeid eilandje. In het gras liggen een aantal gebroken eieren, ze zijn groot, van welke vogel ze zijn zou ik niet weten. Langzaam begint het geluid van de nabijgelegen weg door de mist te dringen, ineens komt de weg in het zicht en eindigt de brede sloot in een wetering. Er is hier een stijl bodemverloop; diep en ondiep ontmoeten elkaar. Ik strooi er wat voer. Hierna een stukje terug en over een brede biels over de sloot heen. Verderop is er ook een bredere sloot, deze verbindt de nieuwe, strakke wetering die tegen de weg aanligt met een oude wetering. Na nog twee voerplekken te hebben gemaakt loop ik in de stille, klamme wereld terug naar het polderweggetje. Met een hart vol verwachting arriveer ik een uur of vijf later weer. De mist is opgetrokken en een voorzichtig zonnetje probeert door een hardnekkig wolkendek heen te prikken. Het water ligt er stil bij, weinig beweging. Ik loop de stekken af. Op de tweede beweging, niet op de stek maar een paar meter verderop is er steeds op dezelfde lijn activiteit; bellenspoortjes, een welling, een kolk. Ik strooi op de plek wat maïs en loop naar de derde stek. Een oude wetering, vervallen bruggetjes en lekker ongelijke kanten. Ziet er vissig uit maar ook hier doodse stilte. Bij de nieuw aangevoerde stek vrij snel een vlotte aanbeet, ik ram mis als een amateur; blijkbaar lag alle spanning van de lange lege periode in deze aanslag. Niet veel later een herkansing en de lome weerstand van brasem, de vis slaat een paar keer hard met zijn staart en lost de haak. Daarna niets meer, wel lekker veel zon en aan het einde van de dag een mooi kleurenspel door opkomende sluierbewolking, niks gevangen maar voelt wel als een cadeautje zo’n middag.
Met de oplopende temperaturen van gisteren was er in de avond maar één ding mogelijk. Ik wist aan het einde van de dag zelfs een gaatje te vinden om even langs een dichtbijgelegen poldertje te rijden en al wat voer te strooien. Als ik na het avondeten in de schemering naar het water rij heb ik een ijzersterk geloof dat ik deze avond ga vangen. Het is vreemd, ik kan het niet duiden maar dit zekere gevoel heb ik het hele jaar nog niet gehad. De harde wind van de middag is iets geluwd en een tikje naar het westen gedraaid. De eerste stek is stil, door de ligging denk ik dat ik hier ook pas later op de avond mogelijkheden heb. Door naar de volgende stek, hier heeft de wind nog goed vat op. De pen staat lekker te stuiteren. Ik stuur een berichtje terug naar een medevisser. Terwijl ik het berichtje typ komt de pen tot leven. Met enige verbazing zie ik dat hij wat zakt, opsteekt en daarna wegloopt. Met meer rust dan ik had verwacht zet ik de haak, ik ontmoet de weerstand waarop ik hoop; karper. De vis komt even los van de bodem maar hersteld zich direct. Traag draait hij zijn rondjes onder de top. Ik leg het net klaar en zit op mijn hurken in de kant en volg de vis. Rondje na rondje draait hij onder de top, bedaard, geen enkele uitval. Het verbaasd me dat ik na bijna drie maanden geen karper te hebben gevangen zo rustig blijf, had eigenlijk wel verwacht dat ik tijdens een langere dril angst zou hebben voor een losschieter. Gelukkig niet, ik geniet van het moment, volg de vis, dans met hem op de fluittoon die de wind op de strakke lijn veroorzaakt. Wat heb ik dit gemist. Na een ruime vijf minuten komt de vis op afstand aan het oppervlak maar hersteld zich weer. Het duurt nog een paar minuten voordat hij kort voor de kant ondiep komt, smakkend ligt hij daar. Voorzichtig schuif ik het net eronder; hij is binnen. Ik bal mijn vuisten en schreeuw, dat voelt lekker zeg! Het is een mooie vis voor deze polder, 77cm en strak gebouwd. Op de kant is het nog gedoe want ondanks de lange strijd heeft hij nog energie over. Met een enorm tevreden gevoel laat ik de vis terug glijden. Ik vis nog even door maar ben meer dan tevreden. Voor het eerst in hele lange tijd rij ik met meurend net naar huis; kan het mooier?
0 Comments
Leave a Reply. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|