Ergens bekruipt me het gevoel dat er stiekem iemand naar me toe is gelopen en ineens een zaklamp aanklikt, het blijkt de maan te zijn die achter de wolken vandaan komt. Wat een licht zeg, ik kan met gemak mijn logboekje lezen. Van die gelegenheid maak ik direct gebruik. Ik snap het niet zo goed, ergens weet ik nog in mijn geheugen te traceren dat de afgelopen jaren september voorbij was zonder dat ik er erg in had: "September is al bijna voorbij eer ik er erg in heb gehad. Doordat ik het altijd weer voor elkaar krijg druk te hebben gebeurt het weleens dat dagen tussen de vingers doorglippen. Nu is er bijna een hele maand door de vingers gegleden! En wat voor een maand, één van de mooiste vismaanden van het jaar. Vanaf juni heb ik 's avonds voor het slapen gaan, liggen fantaseren wat voor een mooie karpers er in september boven de netrand zouden komen. 28/09/2009" "Het lijkt een déjà vu maar september is ook dit jaar bijna weer om en ik ben nauwelijks aan vissen toegekomen. De keren dat ik pad kan, zijn nu net de dagen dat het stilletjes is. Toch blijft het genieten geblazen. 22/09/2010" September is nu ook snel voorbij maar ik vang wel vis na vis. In het heldere maanlicht blader ik terug in mijn logboekje, tussendoor laat ik mijn blik steeds even naar de pen gaan. Die staat zachtjes op de golven te wiegen naast een mooie veenbonk. Een minuut of wat geleden rolde er tien meter naar rechts een mooie vis maar op dit uitgestrekte deel lijkt het me sterk dat die zomaar op mijn stek terecht komt. Hoeft ook niet zo nodig, de buit voor vanavond is eigenlijk al binnen. Hoe lang zal het duren voordat mijn vangende, weer in een vissend bestaan wordt omgezet? Een vraag die ik mijzelf stel als ik net na de schemering maar weer eens het schelpenpad inloop dat toegang geeft tot deze polder. Ik kan niet anders zeggen dat het van een leien dakje gaat. Ik vang veel regelmatiger karper dan vorig jaar, doe dit op meer uiteenlopende stekken en er is behoorlijk verschil in formaten. Ik heb de afwisseling gemist vorig jaar, te vaak dezelfde polder, dezelfde polderschubjes, te vaak niet vangen op dezelfde plekken. Neem nu deze polder, een maand terug ving ik er voor het eerst in anderhalf jaar een karper. Dolgelukkige was en ben ik ermee. Ik ben benieuwd wat deze avond gaat brengen, het is een mooie september avond. September, een maand die me voor mijn gevoel de afgelopen jaren door de vingers glipte. Dit zijn de gedachten die me bezig houden als ik op vier plekken de mix van kattenvoer en particles in het water strooi. De gedachte die terug blijft komen; wanneer weer een vissend in plaats van een vangend bestaan? Mooie periodes wisselen altijd mindere af, ergens zal er een moment komen dat ik één of misschien meerdere keren op rij niets zal vangen. Tot dat moment maar genieten van de flow waar ik inzit. Ik wandel terug naar de auto over het schelpenpad. Hoe vaak maakte ik deze tocht al niet? Hoe vaak liep ik hier het afgelopen jaar niet met lood in mijn schoenen na weer een karperloze visbeurt? Hengel optuigen, een tastbaardere start van een visbeurt is er niet. Alles met geduld uitvoeren, een ongelukje zit in een kleine hoek. Daarna weer de tocht over het schelpenpad. Ik had aan de start van de week dit avondje al gepland maar toen ik vanochtend wakker werd had ik niet het gevoel dat ik er echt op uit zou gaan. Ik voelde me moe en wilde op dat moment mijn werkdag routinematig afhandelen om zo snel als mogelijk weer in mijn bed te kunnen ploffen. Op kantoor zag ik Hollandse luchten passeren en ik wist dat ik toch even in de polder zou gaan kijken. Als ik de pen op de eerste aangevoerde plek neerzet weet ik dat dit een juiste keuze was, ik voel me ontspannen en geniet van de rust om me heen. Na een raar hobbeltje is de pen weg, ik sla maar haak niets. Nu al karper, of kreeften? Door naar de tweede stek, hier ving ik een maand geleden dus voor het eerst sinds tijden een karpertje in deze polder. Op dit stuk water staat er een flinke kabbel, zuidwesten wind, redelijke avondtemperatuur, goede omstandigheden. Derde stek, kort onder de kant naast wat hogere begroeiing. Ook hier stilletjes, dan na tien minuten een minuscuul opstekertje. Ik kan het zien omdat hier de wind geen vat heeft op het water. Niet veel later, weer een drukkertje, de pen zakt wat, drukkertje, zakt wat, loopt even langzaam richting de kant, daarna de tegengestelde richting en verdwijnt. Ik sla vast en onder water komt er een vis op gang. Hij trekt wat draad van de spoel, draait en zwemt hard op me af, ik kan net contact houden, onder mijn voeten zet hij een daverende spurt langs de kant in. Pas een meter of vijfentwintig verderop weet ik hem te keren, mokkend komt hij langzaam dichterbij. Het is over, het net kan eronder. Er komt een varkentje op de kant, wat een bolle vis zeg, donker op de rug, geel op de buik. 12 Kilo karper verpakt in 76 centimeter. Bladerend in mijn logboekje doe ik een vreemde constatering. Ik heb de afgelopen jaren steevast vier keer gevist in september. Grote verschil is dat ik deze keer iedere visbeurt heb gevangen, dat is wel anders. Ik blader door, ook voorgaande jaren viste ik één of twee keer tijdens septemberavonden in deze polder, zo goed als op dezelfde stekken. Sterker nog het weer was eigenlijk altijd ongeveer hetzelfde. Windkracht 3 à 4 uit zuid, zuid-west en een temperatuur tussen de twaalf en veertien graden. Dat is raar dan toch? Hoe kan het dat de afgelopen weken het bijna vanzelfsprekend is dat die pen in het water wegzakt? Waarom de voorgaande jaren niet? Er is maar één ding ander; het voer. Weer bladeren, in juni mikte ik voor het eerst een blik kattenvoer en een mix van particles bij elkaar. Zou dat het zijn? Ik heb ook wel weer momenten met enkel particles gevist en gevangen? Toen ik een jaar of achttien geleden overschakelde van maïs naar kattenvoer ving ik me lens. Het leek soms wel of de karpers de kant op wilden kruipen om het blik leeg te slobberen. Ik heb het kattenvoer ooit op een zijspoor gezet omdat het zo witvisgevoelig is. Waar ik stom genoeg nooit aan dacht was dat voeren met niet per definitie vissen met betekend. Mijn gedachtengang stokt, de pen zakt iets. Daarna even niets, toch weer walmende beweging. Dan loopt de pen tergend langzaam naar links weg, hij zakt niet, stijgt niet maar wandelt rustig over het water. Het ziet er zo niet aanbeterig uit dat je bijna zou vergeten te slaan. Toch sla ik, nog steeds enigszins vertwijfeld maar wel raak. Nu geen lange halen maar een zwaar gebogen hengel en een vis die langs de bodem kruist. Het duurt niet heel lang dan ligt de tweede vis van de avond in het net. Een echte poldervis, beetje slordig schubbenkleed, slanker als het varkentje maar wel lekker breed in zijn schouders; 80 centimeter en 20.5 pond. Als ik de boel aan het opruimen ben slaat in de verte een kerkklok twaalf uur. Ik zou voor één uur terug zijn beloofde ik, het heeft weinig zin nog te gaan zitten. Als ik net in de auto zit wordt het donker, heel donker. De hemelsluizen gaan open, ik zet mijn vangende bestaan nog even voor, benieuwd wanneer het wordt omgezet in een vissend bestaan?
0 评论
写评论。 |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
March 2024
Contact: [email protected]
|