Dezelfde rituelen, dezelfde manier van doen. Ik heb er altijd zo veel zin in dat ik bewust het tempo eruit haal. Rustig het voer samenstellen, koffie zetten, spulletjes bij elkaar rommelen. Tijd en aandacht geven aan de randvoorwaarden voordat ik over de drempel stap. Als het eenmaal zover is dan maak ik de stap over de drempel heen. Letterlijk en figuurlijk. Letterlijk; schuifpui open en in mijn laarzen de eerste stap op weg naar een nieuw avontuur, figuurlijk; de thuiswereld achter me laten en de penwereld betreden. Ook daarna probeer ik me niet te haasten. Gewoon rustig rijden en in de juiste stand komen. Als ik dan eenmaal de auto uitstap is er van alles van me afgegleden en ben ik er klaar voor; ik ga karpers vangen. Ik ben in de 'stiekem' modus. Het is weer steeds vroeger donker en dat maakt dat ik lekker bijtijds kan starten op plekken waar ik eigenlijk niet mag komen. Ik loop het zompige weiland in, niet te gehaast maar wel even doorlopen, als ik op een meter of vierhonderd van de auto ben zal ik niet meer zichtbaar zijn. Ik weet niet van wie het weiland is, het is net gemaaid dus er wordt actief gebruik van gemaakt. Vee loopt er nooit, kan ook niet want er zijn geen hekken. Bij een verbreding van het water laat ik mijn spullen zakken. Ik pak mijn zeelthark uit mijn tas, even een in het water gewaaide tak verwijderen die tijdens een dril voor problemen kan zorgen. Daarna met de voerdoos op pad, mix van particles, boiliekruim en kleine pellets. Rokketokketok roffelt het voer als het het wateroppervlak raakt. De kringen die het voeren maken zijn de enige kringen op het water. Stil en rustig najaarsweer. Ik zie geen enkele vis bewegen, geen voorntje spettert. Her en der een meerkoet. Dat is het. Zes voerplekken verder ben ik terug. Ik zak tussen het natte gras weg en plaats het pennetje net voor de oude, wrakkige schoeiing. Van de overkant komen af en toe golfjes aanrollen; vis of watervogels? Ik drink koffie, ook een vast ritueel. zoals altijd zo sterk dat de eerste slok me doet huiveren, daarna geniet ik er van. Ik loop plekje voor plekje rustig af. Als ik bij de laatste plek ben besef ik me dat ik nog geen enkele karper heb waargenomen? Vorige week was dat hetzelfde, er was geen vis te zien. Tot een uur of elf, daarna ineens een toename van activiteit en vooral op de ondiepste stekken. Op de plek waar het pennetje nu staat haakte ik de enige vis van de avond. Als ik terugloop naar de eerste stek zie ik de mist toenemen, van helder naar een paar meter zicht in een paar minuten. Geen zuchtje wind dus waarschijnlijk zal de rest van de avond zich in een kleine, bedompte wereld afspelen. Door maar weer, stek 1; stil, stek 2; niets, stek 3; voor het eerst beweging. Vrij snel achter elkaar een paar lijnzwemmers en karper die daarna wegschrikt. Niet één keer maar continue. Soms neemt de wegschrikkende vis een andere mee en lopen er twee golven door de sloot. Toch komt de beweging iedere keer terug. Vreemd, zulk schrikachtig gedrag zag ik niet eerder hier? Na een kwartier besluit ik dat dunnetjes bijvoeren en even geen lijn op de plek waarschijnlijk de beste keuze is; ik kom er zo wel terug. De volgende stekken leveren niets op en eerder dan verwacht zit ik alweer op de laatste stek. Kort na het inleggen rolt er een golfje weg van de stek, gevolgd door een wegschrikkende vis die op zijn beurt weer een andere vis de stuipen op het lijf jaagt; kettingreactie. Ik wacht even maar de vissen lijken echt weg te zijn. Bijvoeren maar en terug naar de andere stek met beweging. De laatste meters leg ik sluipend af, als ik gebukt op drie meter afstand van de kant mijn tas zachtjes van mijn schouder laat glijden voel ik mijn voet even wat wegzakken in de zachte veengrond. In het water direct een reactie van een wegvluchtende karper. Oeh, balen maar niets aan te doen? Mmmm, volgende keer de tas maar wat verderop afdoen, heb ik tijdens het vissen toch niet direct nodig. Ik zet de pen toch neer op de stek, al snel weer lijnzwemmers maar ook regelmatig wegschrikkende vissen. na een kwartier een pen die even huppelt, meegesleept wordt en dan langzaam steeds verder wegzakt. Ik sla aan; geen weerstand! Een grote golf begint aan een opmars de sloot in. Pijnlijk.... Ik voer weer wat bij en loop terug naar de laatste stek. In mijn mistige wereld besef ik me dat morgen zonder al teveel op te vallen alweer vandaag is geworden. Ruim uit de kant in de sluipmodus, tas heel langzaam laten zakken. Pennetje ruim over de stek en met een soepele beweging terug. Ik kniel neer en kijk. Al snel wat beweging, zet niet echt door. Ik wordt opgezogen door het pennetje, door het lichtpuntje beweeg ik me de schemerwereld van de karper in. Het is er troebel van het veen en daardoor spookachtig, Vissen zwemmen rond maar niet in de buurt van de pen, de beweging is van karper maar ik lig net buiten de route. Ik haal op en verleg de pen een half metertje. Vijf minuten later een aanbeet die tijden duurt en hetzelfde patroon heeft als de aanbeet van de week ervoor. Na de aanslag een korte stevige dril. Visje voor de toekomst, mooi hoog gebouwd en in goede conditie. Ik rap mijn spulletjes bij elkaar, vervang een stukje lijn voor de zekerheid en sluip terug naar de stek waar de meeste beweging tot nu toe was. Onderweg draaien de radartjes in mijn hoofd op volle toeren. Ik probeer te herleiden of het verleggen en de snelle aanbeet daarna nu een logisch verband hebben? Ik heb altijd gedacht dat een beetje buiten je voer liggen geen punt is, vaak genoeg zag ik vissen ruime rondes o voerplekken maken, dat haakaas komen ze eerder of later echt wel tegen? Die theorie kan natuurlijk nog steeds opgaan maar bovenstaande is me de laatste tijd vaker overkomen en brengt de, wellicht vastgeroeste en daarmee beknellende, theorie aan het wankelen. Daarnaast die aanbeet die hetzelfde patroon kende, iets verderop in deze polder heb ik een stek waar ik al jarenlang ieder jaar wel een paar vissen haak; alle aanbeten over de afgelopen 7 jaar (!) waren weglopers naar links, als een aanbeet naar rechts wegliep heb ik nooit een karper gehaakt? Ik heb mijn patronen en rituelen die me helpen; zal voor de karper ook vast wel zo gelden?
Ik kom er zo snel niet uit, ben op de stek met de vele beweging aangekomen. Tas gaat wat verder van de kant op de grond, ik sluip naar de stek, zonder karper te laten schrikken krijg ik de pen op mijn stek. Al snel weer boeggolven en beweging op de pen. Na een minuut of tien wordt de pen even op sleeptouw genomen, handen hangen nerveus boven de hengel. Pen stopt, even stilte en dan barst onder water de bom, een vis dreunt ervandoor. Daarna is het klaar, geen beweging meer. Ik eindig waar ik startte, een meter of veertig verderop ramt een karper twee keer uit het water, tegen de tijd dat de pen op de veroorzaakte golven staat te schudden is er ook andere beweging. Niet veel later wip ik het haakje uit een grote polderbrasem. De mist is opgetrokken, de maan staat dommig tussen twee bomen door te schijnen, het is klaar voor vandaag, terug maar weer, in omgekeerde volgorde de drempel over.
4 评论
Andries Hoekstra
2/10/2017 09:45:22 pm
Dank je Rombout!
回复
Olaf
12/10/2017 09:00:35 pm
Dag Andries,
回复
Andries Hoekstra
3/11/2017 08:41:05 am
Hoi Olaf,
回复
写评论。 |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
March 2024
Contact: [email protected]
|