We moeten er even uit, het lijkt een paar uurtjes droog te zijn, wel waait het nog heel hard. Aangekomen in de polder zie ik dat het gemaal aanstaat, wind blaast op veel plekken in tegenovergestelde richting. Samen maken we snel een paar plekjes. Daarna hengel optuigen. "Welke dobber zullen we kiezen?" "Uhh, kweenie?" "Kijk, deze heeft een hoog drijflichaam, deze een lage, vandaag stroomt het water hard, wat gebeurt er dan met die met het lage drijflichaam?" Hij pakt het pennetje en doet voor wat hij denkt dat er gebeurt, klopt als een bus. "Dus?", vraag ik. "Nou, deze?" "Ja, goede keuze, als het stoomt kun je beter een hooggeplaatst drijflichaam gebruiken". Niet veel later laten we het pennetje te water. De trek gaat de duiker in, wind komt juist eruit blazen. Pennetje blijft hierdoor mooi in balans. Ik kijk over zijn schouder mee, de wind is sterker dan de trek, af en toe komt er wat rommel uit de duiker drijven. Een paar blaadjes drijven tegen de pen, hij gaat onder, mijn zoontje slaat aan. Ik glimlach, leek inderdaad net een aanbeet. We leggen opnieuw in. Het duurt niet lang, paar tikjes en dan verdwijnt de pen met een soepele beweging. Korte dril en mooie vis op de kant. Na de vangst de echte polder in. Wind buldert, vissen is bijna onmogelijk. Mijn zoontje slaat nog een keer mis, snapt er niets van. Ik leg uit dat als de pen zo hard ondergaat het vaak komt doordat de vis door het draad zwemt, niet omdat hij het aas heeft opgepakt. Zoontje knikt, helaas krijgen we geen herkansing. Een week later gaan we samen naar de viswinkel. Op de terugweg vraagt hij waarom ik weer nieuwe pennetjes heb gekocht, heb ik er nog niet genoeg? Weer moet ik lachen. Thuis leg ik uit dat ik van pennetjes nooit genoeg kan krijgen. Ik speel ermee tussen mijn vingers, laat zien op welke manieren dat pennetje allemaal kan reageren en wat mij dat leert over wat ik eigenlijk niet zien kan. Dat is wat me blijft fascineren aan deze manier van vissen, zeker als ik kort onder de top vis sta ik zo direct in contact met de onderwater wereld dat het soms lijkt alsof ik mee kijk. Door alle jaren penstaren heb ik geleerd de bewegingen uit te leggen maar, nog belangrijker, alle beweging te zien. Voordeel is dat onnodig inhalen omdat je denkt dat er geen vis op de stek is of slaan op lijnzwemmers tot een minimum beperkt kunnen worden. Als het op lijnzwemmers aankomt heb ik het meest geleerd tijdens het nachtvissen. Omdat je een breekstaafje vrij ver onder waterkan volgen kun je goed zien of het een aanbeet of een lijnzwemmer is. Zo ook een paar dagen geleden. Einde van de middag was ik wat voer gaan strooien, beetje maïs en pellets. Meter of zes uit de kant op een stijl talud. Misschien twintig voerdeeltjes per plek, meer niet, meer is ook echt niet nodig. Als ik in het donker terugkom heb ik er enorm veel zin in. Eindelijk een avond zonder wind, het water is bladstil, tussen de wolkenflarden door fonkelen sterren. Geen perfect visweer, toch heb ik de ervaring dat op diepere plekken vis op dit soort avonden actief is. Als ik net zit komt er een uil aanvliegen, met geruisloze vleugelslag passeert hij mijn stek om wat verderop de bomen in te schieten. Ik vis met een lichte pen, drie loodjes no4 laten net een puntje van het breekstaafje boven water. Een laatste no4 loodje vlak bij de haak zorgt voor scherpte. Omdat het talud zo steil is en ik het voer over een paar vierkante meter verspreidde kan ik het pennetje iets dichterbij halen als blijkt dat ik het stuitje niet hoog voldoende heb geschoven. Zo vis ik zo scherp als mogelijk. Iedere kleine beweging is op de pen zichtbaar. Al snel is er wat gerommel en al vrij snel zakt het pennetje weg, blijft net onder water staan. Ik wacht even af, er gebeurt niets meer. Waarschijnlijk is het loodje door een lijnzwemmer of een kolk net wat van het talud afgegleden. Ik til de boel iets op en trek het aas weer wat hoger op het talud. Kort daarna zakt de pen heel traag weg, ik kan hem vrij lang volgen, dit is een aanbeet. Na de aanslag het bonken van een zeelt, zoveelste op deze plek. Ik vis er steeds vaker gericht op en vind het erg leuk om te doen. Het zijn ook zulke prachtige vissen: Minieme verschillen, pennetje dat ineens een millemetertje dieper gaat staan, niks gebeurt zomaar. Een week geleden, rondje gemaakt en al drie vissen gevangen. Nog even proberen bij het tunneltje, wind komt er weer hard onder door gieren. Pennetje hobbelt op de golfslag, al snel een paar onregelmatigheden in het hobbelen. Ogen scherp op de pen. Het hobbelen stopt, staat hij nu dieper dan eerst? Ja, niet veel maar hij staat wat dieper. Het is niet harder gaan waaien. Nooit te snel handelen, ik wacht nog even af. Klopt niet, ophalen maar, zwart blaadje heeft zich op de haakpunt geprikt. Als ik weer inleg ben ik er vrij zeker van dat de aanbeet nu snel zal volgen. Ik krijg gelijk, binnen twee minuten weer onregelmatigheden in het patroon, even wordt het oranje groter dan zakt het weg. Na de aanslag weet ik hoe laat het is; zak zand tijd. Wat een gedoe op licht materiaal, vis vecht niet echt maar ik krijg het gewicht moeilijk onder controle. Een oneerlijke touwtrekwedstrijd, hij hoeft zich alleen maar zwaar te maken en ik maar trekken. Paar diepe zuchten als het voorbij is, wat overblijft is een prachtschub. Ik weet niet hoe dat voor anderen is maar ongeacht het weer gaat rond 1 maart er bij mij een knopje om. Dagen worden langer, vogeltjes gaan fluiten en er is iedere dag vooruitgang in de natuur. Dit jaar hebben we ook nog is met een uitzonderlijk zachte winter te maken dus alles gaat nog sneller. In deze periode heb ik zelf het liefste dagen met redelijk wat wind, niet teveel zon en een redelijke temperatuur. Echt zonnige dagen; nee liever niet, worden de vissen lui van. Vandaag was een perfecte dag wat dat aangaat, de nacht was redelijk warm gebleven, overdag veel bewolking en flinke wind uit een goede richting. Ik pak een brede vaart, mooie dijk waarlangs je kan lopen en veel stekken kan maken. De wind staat vol op de kant waarop ik vis. Ik maak stekken met minipellets en wat maïs. De eerste twee vissen liggen binnen no time in het net. Gedrongen polderschubjes, kleine torpedo's die van geen ophouden weten. Aanbeten waren weer schitterend. Pennetje dat op de deining mee golft en dan even kleiner wordt om daarna rustig weggetrokken te worden. Ondanks dat de vissen nog koud aanvoelen is het goed te merken dat ze actiever beginnen te worden. Ik geniet met volle teugen, vis heel kort onder de kant, tussen stuitje en top wellicht een metertje lijn. Zo direct, zo in controle, zo verbonden met wat er onder water gebeurt. Die verbondenheid bewijst zich weer op de volgende stek. Of er nu tijdens het voeren een extra windvlaag was geweest of ik de pellets niet hard genoeg gooide; op deze stek kwam het voer op een centimeter of tien uit het riet vandaan. Nu staat mijn pennetje net voor die pluk riet, dansend op de wind. Weer die onregelmatigheid, opletten nu. Pen komt uit het water, hangt schuin, zakt weer, zakt door? Nee, komt terug en hobbelt als van ouds. Ik wacht even af, mmm, dat klopt niet. Even checken, voorzichtig inhalen, er zit een beetje vuil op de lijn kort boven de haak. Ik haal het weg en leg weer in, het duurt lang. Is de vis weg? "Bakkie koffie drinken werkt altijd", fluister ik tegen mijzelf. Als ik net aan het tweede kopje ben begonnen zelfde patroon; pennetje zakt wat, komt dan heel hoog, valt bijna om en zakt weer terug. Zou het brasem zijn? Ram, pen wordt met een noodgang weggetrokken; lijnzwemmer! Lijnzwemmer of niet, top van de hengel kromt. Voor ik het weet sta ik een vis te drillen. Voelt goed aan, vals gehaakt? Vertrekpunt van de lijn lijkt logisch. Dril duurt lang. Uiteindelijk komt er een prachtige polderschub op de kant, perfect in de bek gehaakt! Laatste stek van de dag, net naast de uitlaat van een gemaaltje dat een lager gelegen poldertje oppompt. Toen ik voerde was het gemaal uit, nu staat er schuim van de bemaling op het water. Mijn voerplekje ligt naast het stroomnaadje. Ik denk even de diepte verkeerd te hebben ingeschat maar het blijkt een directe aanbeet. Ik twijfel, goede keuze, pen komt terug. Duurt niet lang dan zwenkt hij rustig weg. Weer een stevige dril, weer een mooie schub. Prima einde van een paar zeer goed bestede uurtjes penvissen!
4 Comments
jeroen van alphen
19/3/2020 11:13:16 am
Beste Andries, leuk af en toe iets van je te lezen. Ik ben het karpervissen met vallen en opstaan aan het leren en het is leuk om door je blog ideeën en inspiratie op te doen. Maar vooral als het een keertje niet lukt, in je eentje, nat en koud aan de waterkant is het prettig te lezen hoe het anderen vergaat.
Reply
Andries Hoekstra
21/3/2020 11:40:46 am
Hoi Jeroen.
Reply
Niels
9/4/2020 09:45:27 pm
Mooi verhaal weer, ik lees al een tijdje mee en iedere keer is het genieten, net of je zelf een beetje aan het vissen bent.
Reply
Andries Hoekstra
20/4/2020 10:31:13 pm
Hoi Niels,
Reply
Leave a Reply. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|