Ik weet niet of ik er ooit aan zal wennen, helemaal leuk vind ik het ook niet altijd. Dat licht sluimerende gevoel dat altijd onderhuids aanwezig is en soms de kop opsteekt. Geeft een bepaalde onrust die ik niet altijd prettig vind. Vroeger had ik daar minder last van. Dat komt omdat er minder was om rekening mee te houden, dat onrustige gevoel kon vrij eenvoudig een plekje krijgen in de (nu bezien) zeeën van tijd. Er zijn weer eens wat veranderingen geweest. Paar weken geleden stond ik trots als een pauw naar mijn zoontje te kijken die voor het eerst in de kleuren van mijn cluppie een wedstrijd speelde. Papa is trainer en coach, twee keer trainen en zaterdag een wedstrijd. Superleuk maar het is met alle andere behoeften behoorlijk schipperen. Daarom was ik gisteren niet zo heel blij met dat nerveuze gevoel, die aangetrokken wind, zon en regen; je voelt gewoon aan alles dat je erbij moet zijn, dat het gaat gebeuren. Tot een uur of twee lukte het dat gevoel weg te drukken, geen tijd, te druk. Als dan ineens beide kinderen na school bij een vriendje gaan spelen heb ik tijd om even de polder in te snellen. In aantrekkende wind en regenflarden voer ik een mooi plekje aan. Klein plasje in een immense groene zee van weilanden. Er staat een oud bruggetje dat vroeger over de middenwetering liep. Nu eindigt dat bruggetje dus in het plasje. Alggroen beton waar de golfjes tegenaan klotsen; wat wil het visserhart nog meer? Als ik terugsjok door het natte, platgewaaide gras denk ik aan de voorbije weken; al twee maanden kwam er geen karper op de kant. Daar lagen drie heerlijke vakantieweken tussen. Voor die vakantie was het na een heerlijke periode qua vangsten ineens stilgevallen. Ik blijf me erover verbazen dat je een polder inloopt en werkelijk waar overal vis ziet. Een uur later is het doodstil geworden en dat blijft zo. Waarom? Ik kan er niet bijkomen, k heb geen idee. Gelukkig was er genoeg anders te zien. Mooie stille juli ochtenden. Heel vroeg licht en dan alleen op de wereld om zonder karpervangst toch met een hoofd vol beelden weer huiswaarts te keren Dat is allemaal al weer ver achter me. Na de zomervakantie terug in Nederland een ander weertype. Weertype dat het hoofd op storm brengt. Laat iedereen maar klagen over een koude zomer, ik doe er mijn voordeel wel mee! Vol zelfvertrouwen ga ik aan de slag maar alles wat mis kan gaan gaat mis? Ik heb weleens periodes gekend dat ik het gevoel had dat er een gifbekertje leeggedronken moest worden, nou dit voelde niet meer als een gifbekertje, meer als een vat. Ik heb geen zin om te klagen, heb er wel weer wat uitgehaald voor mijzelf. Belangrijkste is dat ik rustig mijn ding ben blijven doen, geen gekke ideeën over bepaalde wateren waar het dan maar even moest gebeuren. Gewoon steeds lekker de polder in, geduldig vissen en afwachten. Ondertussen mijmeren, tobben, niet begrijpen. Soms heel veel vis zien, soms vis op de stek. Aanbeten bleven echter achter. Vorige week was er weer een avondje dat ik meepakte. Lekker een mooie brede poldersloot in het totale niets. Komt niemand want je mag er niet komen, de nacht is mijn vriend, hij dekt me en zorgt ervoor dat ik kan komen waar anderen niet gaan. Geduldig vissen, stek na stek. Vreemd begrip eigenlijk "stek". Wat is zo'n stek nu helemaal? Denk ik best vaak over na; voer ik er omdat het een plek is waar de vis graag komt of omdat ik die plek zelf goed kan herkennen? Gok dat die twee best weleens samengaan maar ook vast vaak niet. Zo mijmerend zat ik op de laatste plek, ik wilde het niet te laat maken maar iets in me zei dat het nog ging gebeuren. Waar zoiets vandaan komt? Geen idee. Na een minuut of vijf is ineens die pen weg, schitterende aanbeet die ik in het donkere water goed kan volgen. Ik heb rustig de hengel gepakt en aangeslagen. Al met het eerste contact vliegt de boel recht. Ik snap niet wat er gebeurt, zonder enige weerstand heb ik de lijn door de midden geslagen? Diezelfde lijn die ik eerder die avond inspecteerde en met dezelfde aandacht als altijd optuigde? De eerste aanbeet in maanden en dan zo? Ik ben gaan staan en heb naar het water gekeken, mijn hoofd geschud, even een opwelling om ergens mee te gooien maar dat maar gelaten. Ups and downs. Zo gaat dat. De beurt erop voor het eerst sinds tijden wat gevangen, geen karper maar wel een mooie zeelt en een giebel. Kwam ik niet voor maar tovert een brede glimlach. Doet me denken aan die juli ochtenden waar ik het eerder over had. Enige aanbeet in drie beurten leverde een knots van een winde op. Kan natuurlijk in de polder maar dit is een watertype waar geen plantje groeit, bruine soep, zoutig. En dan toch zo'n riviervis. Na het voeren bij het plasje verslechterd het weer. Veel regen. Ik weet dat nu het voer er ligt ik op pad ga, dan ben ik niet te houden. Daarnaast is dat ijzersterke gevoel er dat het gaat gebeuren, er gaat een karper gevangen worden.
Na het eten heb ik anderhalf uur licht over, moet voldoende zijn. Ik loop in mijn eigen voetstappen van die middag over het blubber paadje dat de koeien hebben gevormd. Twee enorme regenbogen steken af tegen een klein stukje blauwe lucht. In mijn rug komen grijze wolken aanjagen, je ziet het regengordijn aankomen. Daar is de stek. Ik buk en leg mijn spulletjes neer. Ik ben voorbereid, hengel is al opgetuigd en in elkaar gechoven, net in elkaar gestoken. Ik zak op het natte beton en grabbel het kleine tupperware bakje met haakaas uit mijn jaszak. Ik draai één kikkererwt op het kleine haakje en laat het spulletje zakken. Pennetje staat mooi in het drukke water. De regen begint te vallen, ik zet mijn capuchon op en positioneer me zo dat ik de wind in de rug heb. Niet heel veel later flitst het pennetje weg, heel hard, zo hard dat ik aan een lijnzwemmer denk. Pen blijft weg, ik sla aan. Langzaam kromt de zachte hengel naar standje hoepelrond. Ik ga ervoor zitten. 22/100e lijkt niet veel maar er is hier ruimte zat. Die ruimte is niet eens nodig. Vis ploegt onder de hengel heen en weer. Wind fluit in de lijn. Ik volg rustig, geef optimale tegendruk maar dat maakt geen indruk. Zo sta ik vijf minuten, ik voel me een vorst, daar op dat betonnen bruggetje dirigeer ik de karper. Na een minuut of vijf moet hij het opgeven en is hij even van mij. Blij als een kind, heel fijn. Als ik niet veel later terugloop wordt het zwart, net op tijd ben ik in de auto; de hemelsluizen gaan open. Maakt mij niet uit in de wetenschap dat de gifbeker leeg is.
7 Comments
Rombout
13/9/2017 10:16:43 pm
Optimale beleving & schitterende vis..!
Reply
Andries Hoekstra
15/9/2017 09:32:11 am
Hoi Rombout,
Reply
Andries Hoekstra
15/9/2017 09:33:09 am
Hoi Martin,
Reply
16/9/2017 09:45:46 am
Mooi verhaal Andries. Heerlijk dat ijzersterke gevoel dat er iets gaat gebeuren en dan ook nog uitkomt.
Reply
Hans Moolenaar
1/10/2017 11:18:19 am
Ha Andries,
Reply
Andries Hoekstra
2/10/2017 09:46:59 pm
Hoi hans,
Reply
Leave a Reply. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|