Als ik terugloop over het schelpenpad ben ik diep in gedachten. Ik dacht er een leeg hoofd te halen maar kom juist met een vol terug. Bij het bruggetje kijk ik nog even over het water heen. Windstil en geen kringetje te zien. Ik zucht, hoofd vol twijfel, was het nu wel of niet goed om terug te komen? Bloed kruipt waar... en dan sta je na jaren ineens op de rand van zo'n polderjuweel waar elk hoekje, iedere rietkraag al een verhaal met zich meedraagt. Zijn er nog verhalen over? Als ik laat in de nacht, als het tentfeest kilometers verderop eindelijk verstomd is, over het breedste stuk water tuur glij ik erin weg. Weg in herinneringen over wat ooit was en nu is. Meerdere vissen rolden in de buurt, het gaat nog gebeuren. Als na lang wikken en wegen ik toch besluit dat het er niet meer inzit, ontmoet ik bij het inhalen weerstand, stevige weerstand. Na een dreun op de hengel lost de vis die ik per ongeluk bij het inhalen haakte. Soms ben ik boos, soms berust ik erin. Deze keer is het dat laatste een paar dagen eerder was het de eerste. Wat een warmte, net als je het voor je gevoel een beetje je huis uit hebt de volgende rij aan verstikkende dagen. Wat is er dan beter om ruim voor het eerste licht dat klamme huis uit te kruipen en naar de polder te rijden? Alweer een jaar niet geweest. water met zo zijn eigen charme, kleiner wordend bestand maar wel aantal vissen die de gemiddelde karpervisser doen laten watertanden. Met de langere nachten is het in de ochtend aangenaam fris, dauw op het gras en met de sluierbewolking een trage start. Karperactiviteit genoeg maar vreemd genoeg zit alles wat tegen kan zitten tegen. Een hele vroege wandelaar die dauwtrappen zo serieus neemt dat hij over de volledige oeverlengte kort langs de waterkant trapt, een koppel werklieden die al voor de ergste warmte de scheuren in het fietspaadje wat een meter of dertig van het water ligt repareren, met een kabaal aan gesis door de apparatuur dat alles in een straal van honderd meter vlucht en als klap op de vuurpijl een man die uit het niets met een zinken emmer door het gat in de heg komt stappen. De plek die je alleen weet te vinden als je weet dat het er is en waar net een koppeltje vissen aan kwam zwemmen. "Ik moet even een emmertje water halen voor de periodieke controle van de waterkwaliteit", zegt hij en plenst de emmer zo naast mijn pen het water in. De vooruitsnellende megagolf, gevolgd door de rimpelingen van de emmer, vallen hem waarschijnlijk niet op. Tussendoor los ik de enige aanbeet van de dag. Tsja, er zijn dagen..... Achteraf kan ik er om lachen maar als het dan zo tegenzit heb ik echt het idee dat hogere machten zich tegen me hebben gekeerd; hoe kom je anders zo'n opvolgende trits van idiote gebeurtenissen op één ochtend tegen? Aan de andere kant, als het stapelt in één dag zijn er genoeg andere dagen dat het wel lukt en ook de afgelopen periode zijn er weer meer dan voldoende momenten om met een grote glimlach aan terug te denken. Na mijn laatste blog op vakantie gegaan naar Slovenië, eerste camping direct aan het meer van Bled. Vergunningen zeer ingewikkeld maar ik zie al snel dat er eigenlijk geen controle is. Ik waag het erop, en in het eerste licht zit ik te vissen op een plek die door veel karpervissers als magisch word bestempeld. Vang zowaar ook een karpertje en ben daar heel veel meer dan content mee. Na een fantastische vakantie ben ik ook weer blij in Nederland te zijn. Als ik na een lange rit tegen middernacht de wijk inrij voel ik meteen die tinteling. Onderdruk het een paar dagen maar dan moet het eruit. Lastige is dat er zo'n enorm warme periode aan de gang is. Ik vis een vroege ochtend tot in de middag, zie karper na karper langs zwemmen maar azen ho maar. De dag erna regen en onweer, plak er maar meteen een tweede moment achteraan, vreemd genoeg zie ik minder dan op de warme ochtend. Oja, als je wil zien hoe ik me op de eerste visbeurt in Nederland wapen tegen de warmte, kijk maar even op Hans zijn blog, kwam mijzelf er zomaar tegen en heb met tranen van lachen in mijn ogen zijn blog afgelezen: hansmoolenaar.blogspot.com/2022/08/onder-de-platanen.html Klein knagend gevoel, augustus is hard op weg en ik heb de maand nog niet "verzekerd" met een karper. Rondom de vakantie geeft het doel "iedere maand een karper vangen" altijd onrust in plaats van richting, puur omdat er zomaar een deel van de maand kan missen. Om augustus veilig te stellen vind ik me op een natte avond terug in de knusse polder. Waar ik dit jaar tot nu toe het gevoel had dat de drukte met vissers van afgelopen jaren een negatief bijeffect van corona was is het deze avond ineens weer druk. Eerste aangevoerde stek is al bezet, op de tweede al snel een auto die stopt, jongen die vraagt of ik lang blijf? Ik antwoord dat ik er net ben en nog wel even blijf. Auto wordt geparkeerd, regen stroomt door. Na een tijdje komt de knul weer even langs, of hij wel verderop zijn hengels mag plaatsen? Heb ik geen moeite mee. Niet veel later komt zijn maatje op de fiets aan. Of ik een parapluutje wil lenen, sla het beleefd af. Blijken vriendelijke knapen, ze geven me de ruimte ik hun daarmee ook. Of ik nog wil bijvoeren en terugkomen, zij hebben toch de hele nacht? Ik sla het vriendelijk af, ga lekker je gang jongens. Ze vertellen wat over hun ervaringen op het water en andere plekken in de omgeving. Eén van de twee noemt een voor mij bekende polder waar ik al jaren niet meer kom, vanaf die avond sluimert de schelpenpad polder weer in mijn frontale kwab rond. Ik fiets door naar mijn laatste stekken en kom in een viswalhalla, op een wat afgelegen deel van de polder liggen meerder karpers zeer actief te azen. Duurt niet lang en dan sla ik op de eerste vast. Vreemd genoeg voor de tweede keer in korte tijd direct na de aanslag een lijnbreuk? Achteraf ben ik ervan overtuigd dat het schuim en gepriegel op een eerdere stek van kreeft was en die gluiperds de lijn hebben beschadigd, zal niet de eerste keer zijn maar in deze polder een nieuw fenomeen. Helaas, nu ook hier dus. Gelukkig krijg ik een herkansing en met trillende vingers schuif ik na een lange dril het net onder een spiegelkarper. Vreemd genoeg zorgt de vangst niet voor de rust in mijn hoofd die ik had verwacht, nee het tegenovergestelde gebeurt; ik heb een niet te stuiten visdrang, ik sta op scherp. Werk is nog rustig, opleiding niet begonnen. Dag na de avond in de knusse polder stop ik bijtijds met werken en duik de polder in. De aanblik bij de start is veelbelovend. Veel activiteit onder een broeierig wolkendek. Na het rondje voeren breekt het wolkendek open. Blauwe lucht en een stralende zon. Vis reageert direct, bijna geen activiteit meer te zien. Op de laatste van zeven stekken zit ik te bedenken of er nog een list is te verzinnen, snel nog naar een andere plek verkassen of hier blijven? Er komt een golfje aanlopen, meter of tien bij de stek vandaan begint een vis in de kant te happen. Als hij doorzwemt komt hij het voer tegen. Traag komt het walmen steeds dichterbij. Als het in de buurt van de stek is stopt het, niet veel later komen er wat wellingen rondom de pen omhoog. Waar er eerst niks anders dan tikjes van witvis was te zien staat de pen nu te dansen. De aanbeet volgt al vrij snel. Bij het terugvissen van de stekken lukt het ook nog om een klein spiegeltje te vangen door het aas in zijn bellenspoor te laten zakken en ben ik meer dan tevreden hoe de middag verlopen is, vislust zakt de dagen erna ook wat weg. Augustus is veilig gesteld, laat het najaar maar komen. Maar dat najaar komt niet, het blijft mooi weer. Weinig wind en al helemaal geen najaarsbuien. Op één van de weinige frissere dagen duik ik een polder in met een groot bestand. Kijken of met groter aas er te selecteren valt? In de ochtend heb ik al gevoerd, voor mijn doen grote ruime voerplekken. Iedere stek is het raak en ja er valt te selecteren want zolang ik met twee kikkererwten vis vang ik geen giebel of karper onder de veertig centimeter. Overstappen naar maïs zorgt direct voor giebel of kleine karper. Volgende stap is enkel voeren met kikkererwten, maïs helemaal weglaten, kijken of de top van het bestand dan eerder op de stekken komt? Toch voelt het niet als een geslaagde dag meer als opvulling in afwachting van het najaar, opvulling om contact met de onderwaterwereld te houden en te kunnen schakelen als het herfstig wordt.
's Avonds droom ik van dat najaarsweer, stevige wind uit het zuidwesten, bewolkte luchten met zo nu en dan een bui. Plekken waar de pen stuitert op de golven en dan erin weggetrokken wordt. Kan wat mij betreft niet snel genoeg komen maar het lijkt erop dat het voorlopig bij dromen blijft....
1 Comment
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|