Schrijvend in mijn logboekje zie ik dat het bijna vol is. Vanaf 2019 staat alles erin wat ik belangrijk vind. Tijd om een nieuwe te kopen en nieuwe jaren toe te voegen. Op het moment dat ik erachter kom is dit jaar alweer bijna om. Oeh, wat is dat weer snel gegaan. Seizoenen die in elkaar overgingen met de daarbij horende polders en aanpak. Ik las ook even terug in mijn oude blogs van decembermaanden. Eind 2021 gaf ik aan in 12 systemen te hebben gevist. Logboekje laat zien dat het er dit jaar 29 systemen door mijn vingers zijn gegleden. Met een systeem bedoel ik een afzonderlijk bemalingsgebied. Op 22 van deze 29 systemen ving ik karper. Pff, wat een reikwijdte, wat een weelde. Waar het eigenlijk de bedoeling was me wat meer op dezelfde systemen te gaan concentreren is dit jaar eigenlijk het tegenovergestelde gebeurt, meer plekken dan ooit waar ik lekker mijn ding heb gedaan. Eind november ineens een dip. Droogte in karpers en droogte in tijd. En ondanks alle kennis, ondanks alle ervaring gaat het dan toch een beetje knagen. Het zit ook even ouderwets tegen. De ene keer gooit bemaling roet in het eten, de andere keer stortbuien en zelfs een keer ijsvorming. Die laatste was ik echt ziek van. Voorgevoerd op een plek waar altijd wel wat kan, vol hoop terug in het donker, ingooien en vastliggen op het ijs? Heb mijn meegenomen koffie er maar even lekker opgedronken, toch even buiten. Eén van die 29 systemen wil ik deze winter ondersteboven keren. Al te lang geen grip op waar de vis in de winter ligt maar met voortschrijdend inzicht van de jaren, wegstrepen van plekken die het in ieder geval niet zijn, blijven er een aantal aantrekkelijke plekken over. Vroege ochtend op pad, Is nog donker als ik aankom, ik heb geen licht nodig om te zien dat de bemaling erop staat. Dat is meteen een kruis erdoor, stekken die ik wil bevissen liggen allemaal aan de overkant. Uitstaande lijn en stroming gaan niet samen. Ik schakel, met moeite. Andere polder aanvoeren dan maar. Als ik een paar uur later terug rij toch nog even op het beoogde systeem kijken. Nog steeds bemaling. Dan maar de aangevoerde stek; niks. Wat nu? Toch nog een keer bij dat systeem langs, nee hoor nog steeds bemaling. Als laatste redmiddel een poldertje wat er tussenin ligt. Ook een plek waar ik niet eerder wintervis ving. Met de wind kan ik mooi een duikertje ingooien. Zonnetje komt door, pennetje hupt op de golfslag en ik wacht rustig. Geen voorteken, gewoon een aanbeet uit het niets. Ja zeg, karper! Lange dril, sterke vis die van geen opgeven weet. Ik had er naar uitgekeken, wintervissen vangen. Hoewel, wintervissen, kun je daarvan spreken met huidige temperaturen? Ik vind van wel, watertemperatuur is gewoon onder de waarde waarop de vis echt actief is en het weinige licht per dag doet ook een bijdrage aan passiviteit. Waar ze dan vinden? Waar liggen die karpers in de koudere maanden? Door de tijd heen heb ik een paar overtuigingen gekregen die me te vaak vis hebben opgeleverd om van "toeval" te spreken. Ieder systeem wordt bemalen, ok, een enkeling niet, die stort over in een ander systeem dat wel bemalen wordt. Hoe dichter bij het gemaal hoe groter de kans dat een onderbreking een winterstek is. Een duiker, een versmalling, een brug; wat dan ook. Zet er maar een vinkje achter, meestal is dat gewoon raak. Diepere plekken in de ondiepe polders, zeker met enige beschutting van bomen of struiken voor de koudere windrichtingen, ook eigenlijk altijd wel topplekken. En tsja, laten die twee nu vaak samengaan; achter een versmalling kort zal altijd een uitgesleten kuil liggen. Peilen maar, wat is het diepste punt, hoe verloopt het talud, waar kun je met bemaling nog vissen (oftewel, waar ligt de keerstroom?). Watersysteempje in de buurt. Kom er aan het einde van een voerbeurtje langs. Had die dag eigenlijk totaal andere gedachten maar de harde wind maakte dat ik het voer simpelweg niet op de plekken kreeg waar ik zou willen. Nu dus een fietstocht langs water van lang terug. Industriegebiedwater op randje polder. Struinde er twintig jaar geleden en toen zwom er mooie vis. Al meerdere jaren gedachte om de lage brug kort voor het gemaal te bevissen. Kwam er niet van, nu wel. Ik voer bij de kant waar die onafgebroken harde wind al dagen golven naar binnen blaast in dat diepe gat onder de brug. Daarna terug langs dat watersysteempje, bemaling erop, zal is niet. Bij een eilandje met struiken een u-bocht, met versmalling, kort erachter een t- splitsing. Na een wat hardere stroom valt hij na de u-bocht weg. Alles omzoomd door hoge bomen. Einde dag op de fiets afpennen. Bij de diepe brug een misser en daarna niks meer. Na de u-bocht krijgt pennetje nauwelijks de kans te gaan staan. Ja hoor, ze liggen er! En zo kom ik eind december in een stroomversnelling. Keuzes kloppen en vangen is ineens weer een vanzelfsprekendheid. Even terug naar die winterplekken. Er zijn uitzonderingen, uitzonderingen die ik zelf soms niet begrijp? Een vis heeft vinnen, dat weten we. Tegen de stroom in is vervelend, vinnen worden een kant uitgewerkt die de vis niet prettig vind, ligt liever dus met zijn snuit tegen de stroom in, borst en buikvinnen worden niet tegen zijn wil in weggeduwd. Lang, smal kanaaltje. kort voor de overstort een diepe duiker, kan toch niet anders dan dat ze in dit kale stuk daar liggen? Voor de zekerheid wel wat extra stekken gewoon op het midden van de sloot. Nooit helemaal gewoon, op plekken waar ik eerder vis ving. Paar uur later terug, niets bij de aangevinkte winterstek. Op de stek verst van die duiker zet ik na anderhalf uur onafgebroken natgedruppeld te zijn de pen neer. Wind in de rug dus regen is te doen. Toch ben ik er eigenlijk wel klaar mee. Nattige kou die langzaam je lijf intrekt. Geef me dan maar een echte koude dag met zon; veel lekkerder. Weer huppelt dat pennetje uit het niets weg. Lange trage dril en dan poseren met zoveelste pareltje van het jaar; ongeëvenaard mooi toch? Na bovenstaande vis duiken we de kerstdagen in. Op eerste kerstdag in alle vroegte voeren bij het u-bochtje. Weer bemaling, ook nog als ik een paar uurtjes later terugkom. Moet pennetje wisselen. Daarna zoeken naar evenwicht tussen overdiepte en lijn uit het water (maar die wind!) zodat de stroming de boel niet meesjort. is altijd even puzzelen maar het kan, ook met een nog steeds vrij lichte pen (0,8gr). Wel een pen met bijna geen drijflichaam, in de stroming zorgt een drijflichaam, zeker als het een laaggeplaatst drijflichaam is, dat de pen van het stoppertje wordt weggedrukt en dat wil ik niet! Na wat bijstellen staat het naar tevredenheid. Al snel eerste signalen van azende vis. Na minuut of tien een eeuwig durende opsteker, slaan maar, aas is genomen en de vis zwemt de met de stroom mee, overdiepte wordt opgeheven. Zwiep en weer eens raak. Vis nog een paar potentiële stekken af maar heb met alle voorbereidingen voor het kerstmaal niet veel tijd, niet erg, buit al binnen! Kijkend naar afgelopen periode toch wel de mooiste aanbeet. Dat spelen met ruimte, lood, lijn ten opzichte van wind en bemaling en dan die aanbeet die maar duurt en duurt. Zeldzaam beeld van afgelopen periode; poseren in het zonnetje! Dat systeem van vroeger wil ik nog wat mee. Ben benieuwd wat er van het bestand over is? Na de kerstdagen einde middag maar weer tegen die wind inploegen; lekker hoor. Ik voer de brug aan beide kanten aan en ben in de vroege avond terug. Binnen een uurtje pak ik weer in. Op beide kanten is binnen kortste keren de pen weg. Overduidelijk nieuwe vissen, uitzet vis. Nou, dat is een mooie binnenkomer. Ligt op tien minuten fietsen dus zal er komend jaar wel wat tijd gaan doorbrengen! En zo rommel ik naar het einde van het jaar. Op één van de laatste dagen een samenzijn met Hans en Michael. Hele dag met elkaar op sjouw. We vangen niks! Hebben wel een lekkere leuterdag met elkaar.
Nu, typend op de laatste dag van het jaar, voel ik rijkdom, rijkdom in met wie ik vis, waar ik dat kan doen en wat er zoal boven water verschijnt. In januari snel maar een nieuw logboekje scoren, nog zoveel plannen en ideeën! Voor alle meelezers; fijn dat jullie weer meelazen, voor jullie het allerbeste in 2024, tot ziens!
1 Comment
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|