Op de 21e was ik 's avonds laat nog naar een wetering geweest. Op de één of andere manier vis ik niet vaak aan deze wetering terwijl ik weet dat er veel mooie vis rondzwemt. Ook de omgeving is erg prettig. De wetering is bereikbaar via een kade, aan de ene kant van de kade ligt een slootje aan de andere kant de wetering. De kade is soms maar een paar meter breed. Door de knotwilgen en andere boompjes aan de slootzijde is het een plek waar je lekker beschut kan zitten. Op sommige plekken komt de wetering uit in grote vierkante bakken water. Dit zijn natuurlijke reservoirs voor de kassenbouw die direct aan de wetering grenst. Aan het begin van het jaar ben ik al een keer hier geweest. Toen hadden er net baggerwerkzaamheden plaatsgevonden in de wetering. De bagger die uit de wetering was gehaald was over de kade heen gestort waardoor de kade een donkere zwarte indruk maakte in plaats van de groene frisse aanblik die hij normaal heeft. Ondertussen beginnen er allerlei planten weer door de bagger heen te groeien, toch zal het nog wel even duren voordat de wetering zijn intieme karakter terug heeft. Ik ben op weg naar de plekken die me vorig jaar de meeste vis hebben opgeleverd, één van de waterreservoirs. Als ik net over een uit het water stekend paaltje het eerste voerplekje maak zie ik verderop een karper rollen. Als ik bij het reservoir ben aangekomen zie ik nog enkele actieve vissen. Het vertrouwen is direct groot, als de vis hier actief is zijn ze vaak makkelijk op de stek te krijgen. Als ik het laatste voerstekje maak zie ik een enorme golf recht op een meerkoet die verderop ronddobbert aflopen. Ik verwacht en onderwateraanval van een andere watervogel maar dit blijkt niet zo te zijn. Als ik pols hoogte neem zie ik in het smalste deel van de wetering meerdere vissen paaien. Ik kijk even naar de vissen en verbaas me over de lengte van sommigen. Dan loop ik terug naar het eerste stekje, er zijn ook vissen actief dus vangen is gewoon mogelijk. Daarnaast ga ik ervan uit dat na de zonsondergang de vissen de paai laten voor wat het is en op zoek gaan naar voedsel om op kracht te komen. Het wordt een moeilijke avond. Meerdere keren zijn er vissen actief op de stek maar iedere keer worden ze door andere langszwemmende vissen "opgepikt". Eenmaal loopt de lichtpen mooi weg, na de aanslag komt er een brasem bovendrijven. Op de 24e ben ik weer terug aan de wetering. Ik ga ervan uit dat voor de meeste vissen de paai erop zit. Als ik langs de wetering loop zie ik veel waterplanten drijven. Ik ben gewend dat dit water mooi schoon blijft maar het baggeren heeft de onderwaterstructuur en daarmee de biotoop kennelijk verandert. In het smalle deel van de wetering waar ik eerder de vissen zag paaien kom ik ze weer tegen. Nu echter zijn de vissen aan een vreetorgie begonnen. Overal lopen wellingen en zie ik staarten zwaaien. Soms komt er een rugvin boven water uit. Ik maak op de plek waar de vis zich verzameld heeft twee voerstekken, iets terug maak ik er ook nog één. Als ik bij de eerste voerstekken kom staat op één van hen een asociale staart te zwaaien. Rustig zet ik de hengel en het net in elkaar. Twee kikkererwten worden op de haak gezet en ik sluip naar de stek toe. Ik gooi het aas ruim over de stek heen en trek het dan voorzichtig terug. De vis aast door en wordt even later vergezelt door een tweede karper. Dan zwemmen ze door. Er volgt een bloedstollend half uur. Keer op keer trekken de vissen over de stek, soms wordt de pen even meegenomen maar iedere keer wordt dit veroorzaakt doordat de karper het draad raakt. Uiteindelijk houdt de grote staart het voor het gezien, steeds verder van mij verwijdert zie ik de staartlob boven water zwaaien. Na een half uur gaat er eindelijk een vis de fout in, hij pakt het haakaas en zwemt rustig weg. Als ik de haak zet ontploft het water. Meerdere vissen klappen weg en de gehaakte vis vliegt door de slip. Onderweg wordt hij af en toe vergezelt door andere vissen; blijkbaar is de paaidrang nog niet helemaal verdwenen. Na een spannende dril beland er een mooie schub in het net, 83 centimeter lang en 15.5 pond. Bij het terugzetten moet ik de vis even ondersteunen, de paai en de dril hebben veel van hem gevraagd. Uiteindelijk voel ik zijn kracht terugkomen en gaat hij er met rustige staartslagen vandoor. Ik voer wat bij en laat het water even voor wat het is, terug naar de stek bij het waterreservoir. Ondertussen is het donker geworden, gelukkig geeft het breeklichtje van afgelopen donderdag nog voldoende licht om de pen goed te kunnen zien. Het water in het reservoir is vlak, de wind is gaan liggen. Op sommige plekken lopen wellingen, meerdere vissen zijn actief aan het azen. Ik zit nog niet lang als er links van me een staart opduikt. De staart heeft wat weg van het enorme gevaarte dat ik eerder zag. Al vrij snel heeft deze vis het aas gevonden. Ik zie de wellingen over de stek lopen. Ik voel de spanning als een blok in mijn buik zitten. Af en toe wordt de pen weggedrukt. Na meerdere momenten waarop ik twijfel om te slaan lijkt na een kwartier de pen weg te zakken. Hij blijft net onder water staan, wordt opgestoken en zakt weer, nog een keer komt hij omhoog dan niks meer. Als ik tien minuten later het aas controleer zie ik tot mijn grote verbazing dat beide kikkererwten verdwenen zijn. Ik strooi wat voer en loop terug naar de plek waar ik eerder die avond een vis ving.
De karpers liggen er nog steeds maar ze komen niet op het haakaas. Ik wacht geruime tijd uiteindelijk neemt de activiteit af. Ik voel een koude wind opsteken. Op de stek bij het reservoir gebeurt ook niets meer. In de verte laat de kloktoren weten dat het alweer 1 uur is, ik besluit te stoppen.
0 Comments
De hele dag zit ik vanuit kantoor naar buiten te kijken. Het is heerlijk weer en het karperhart bonkt harder dan ooit tevoren. Na het avondeten hak ik de knoop definitief door, ik ga een paar uurtjes aan een wetering pakken. Hier ben ik nu al een tijdje niet geweest en ik ben benieuwd of de vissen hier na zonsondergang azen. In veel polders lijkt het alsof de vissen alleen overdag en in de schemering actief zijn; hierna gebeurd er vrijwel niets meer. Ik heb het idee (vraag me niet waarom) dat deze polder wel eens een uitzondering kan zijn. In het laatste daglicht arriveer ik bij de polder, er staat een lichte kabbel op het water. Ik besluit te vissen op de plek waar de wetering tot een enorme vierkante bak water verbreed. Terwijl ik twee voerplekken aanleg zie ik de eerste duidelijke tekenen van karper. Ver uit de kant zijn er meerdere vissen actief aan het azen. Ik voel me heel zeker over mijn kansen en zet in de schemering een lichtpen op de hengel. Al vrij snel danst deze vrolijk op de eerste voerplek heen en weer. Het is nu helemaal donker, voor zover je in Nederland hiervan kunt spreken. Ik zie steeds minder vissen actief azen, maar hoor verderop wel een paar keer iets groots springen. Een watervogel die me in eerste instantie niet heeft gezien vlucht snaterend weg. Ik haal in om te verkassen, blijkbaar lag er een vis in de buurt van de stek want er kolkt iets weg, shit! Ik ga naar de tweede stek en drink rustig de warme koffie uit de meegenomen thermoskan. Wat is in het donker alles toch anders! Ik schat bewegingen in het water verkeerd in, de pen lijkt constant te bewegen maar dat is gezichtbedrog. Ik heb nog geen stootje gezien maar als ik voor de tweede keer op de eerste stek aankom is het vertrouwen onverminderd aanwezig. Na twintig minuten gewacht te hebben, heb ik het idee dat de pen even heen en weer gaat. Ik verscherp de aandacht maar zie niets meer, uit het niets wordt hij dan toch heel rustig weggetrokken. Wat een schitterend gezicht is dat; zo'n lichtpuntje dat langzaam in het donkere water verdwijnt! Ik sla aan en voel een matte weerstand. Ik twijvel of ik een karper heb, denk dat het een zeelt is. Voor ik het weet is hij aan de kant en steek ik mijn hand in het water om de zeelt eruit te pakken (zeelt land ik als het kan met de hand) tot mijn schrik voel ik iets anders en zie ik ook een rugvin die niet bij een zeelt past. De karper (want het is er toch één) blijft kolkend liggen. Ik steek het net eronder en trek de vis op de kant. Toch raar hoe gedesoriënteerd ook de vissen in het donker zijn! Voordat de vis het weet is hij gemeten, gewogen en gefotografeerd (73cm, 18.6pond). Op naar stek twee! Ik ben ondertussen nog zelfverzekerder dan eerst. Op stek twee is het even stil, dan steekt iets verderop een zeekoe zijn hoofd even uit het water. Al vrij snel ligt deze vis op de stek te woelen. Dan is het weer stil, ineens wordt de pen even omhoog gestoken, dan weer niets. Toch weer kolken een paar stootjes en dan weer stilte. Ondertussen zit ik mijzelf op te vreten, ik heb het idee dat dit een hele beste is. Ik probeer mijn hartslag en ademhaling laag te houden, maar dat kost erg veel moeite door de spanning. Dan schuift de pen schuchter weg, steeds verder, dieper, ik twijfel, sla toch. Een enorm vissenlijf rolt weg als het draad langs mijn hoofd suist; MIS! Ik zak door de grond, ben even helemaal leeg. Als ik opsta voel ik dat mijn benen nog trillen van de spanning en de anticlimax van het afgelopen half uur. Ja, 's nachts lijkt alles anders, behalve het misslaan op een beer, dat gevoel zal altijd hetzelfde zijn. Ondanks de gevangen vis leg ik met een leeg en ziek gevoel de weg naar huis af.
De volgende ochtend is het allemaal wat makkelijker te overdenken, ik heb weer een mooie vis gevangen en een stek gevonden waar 's nachts actief geaasd wordt! |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|