Samen is beter. Nooit gedacht dat ik het zou zeggen. Naast Michael nooit iemand gevonden waar ik al vissende mee kon uitlijnen (denk daar maar is over na!). Met Hans is die klik er wel en dus ontmoeten we elkaar met regelmaat. Soms om te vissen, soms ergens in het midden van onze zelfstandige avonturen in die onmetelijke hoeveelheid aan mooie polders. We introduceren elkaar in onbekend water en daarmee wordt de cirkel groter, alsmaar groter. Vorige blog was zwemmen/niet zwemmen het thema. Dat is nu niet anders. Begin maart sta ik op Hans te wachten langs een vaart, een vaart waar geen einde aan komt. Ieder jaar komen we er. Ik al wat langer, dit is een plek waar ik Hans introduceerde. Ik stuurde eerder een overzichtje van mijn startmoment van afgelopen jaren op dit water. Altijd tussen begin en half maart, altijd vis, behalve één keer. Toen een koude oostenwind en geen stootje. Zal je zien dat wij een dag uitkiezen met ongeveer zelfde weerbeeld. Wel paar graden warmer, zou dat het verschil maken? Na maken van de voerstekken even momentje van bijkletsen bij de auto's. Visstoeltjes erbij, kannetje thee, kannetje koffie en een versnapering. Ik moet nog optuigen. Hans kijkt mee, oeh, een kritisch oog. Na pennetje en loodjes te hebben geplaatst diep ik een haakje op uit mijn verzameling. Ja, verzameling. Ik ben zeer kritisch en nauwkeurig in alle facetten van het penvissen. Nou ja, bijna alle dan. Haakjes doe ik niet zo ingewikkeld over. Wel qua aanschaf, eigen ideeën. Gemiddeld vis ik 2 maten kleiner dan de meeste karpervissers; bevalt me prima. Het slordige zit in het hergebruik. Ik heb een stukje balsahout in mijn visdoosje en daar steek ik na een visbeurt het gebruikte haakje in. Hoelang zo'n haakje erin zit? Geen idee. Hans gruwelt ervan. Ziet me met grote verbazing zo'n oud exemplaar uit het balsa plukken. Deze gaat mij ook te ver. Is wat uitgebogen. Ik leg hem apart en diep een nieuwe op uit de talloze zakjes (dat dan weer wel). Hans ziet het hoofdschuddend aan. Vijf uur later knopen we er een eind aan. Paar lijnzwemmers maar verder niets. Hadden we mijn logboekje moeten volgen? Oostenwind in het voorjaar slecht voor dit water? Waarop pak je zekerheden, waar ontwikkel je? Altijd de veilige keuzes is in balans zijn. Een verstandig man leerde me ongeveer een jaar geleden dat als je in ontwikkeling wil zijn je jezelf altijd uit balans moet brengen. Voelt soms verrekte vreemd maar het is inderdaad wel nodig. Drie dagen later is de wind gedraaid, niet eens perse warmer maar wel die hoek waar we van houden; zuid. Mis een vis en vang er één. Ander water dan met Hans maar toch. Dogma's dus. Binnen de (karper) visserij een vaak voorkomend begrip. Van Dale online geeft aan dogma de volgende omschrijving: "vastomlijnde, aan geen discussie meer onderhevige leerstelling". Kijk, dat is duidelijk. Maar wanneer wordt een leerstelling dan een dogma? Als ik vis na vis zou verspelen door mijn manier van omgaan met haakjes zou je kunnen spreken van een dogma. Ondanks een beter alternatief (haakjes vaker wisselen) vasthouden aan de eigen manier van doen. In onze visserij ligt veel risico op dogma's besloten. In het grijze gebied van eigen visie, manier van doen kun je zomaar doorslaan naar die dogmatische kant. Even terug naar die visbeurt met Hans. Op zich een dogmadoorbrekende keuze maar wel met gevolg dat ik er volgende keer wel even over nadenk er weer heen te gaan met deze omstandigheden. Dat is nu net het moeilijke aan dit onderwerp, voor je het weet kom je door je dogma te doorbreken er toch in terecht! Of het nu gaat om stekkeuze, aaskeuze, tijdskeuze, keuze tussen voeren en vissen, enzovoort, enzovoort. Overal ligt het op de loer! Plannen en plannen, je kan ze hebben maar dingen kunnen zomaar anders lopen. Half maart zit ik op een prettige zondagochtend voor dag en dauw op de fiets. Ik wilde helemaal niet fietsen maar omdat de auto stuk is wordt ik gedwongen mijn keuze aan te passen. Kost me wat moeite, niet omdat ik vast zit in wat ik wil maar omdat ik wat ik plan graag uit wil voeren. Naja, andere plek dan maar. Prachtige vaart. Hoewel, vaart, bijna te veel eer voor dit smalle water. Bijzondere van deze plek is dat er bijna geen andere vis zwemt. Een bijna visloze vaart waar afgelopen jaren een klein aantal karpers werd ingezet. Vissen met groeipotentie en eten voldoende. Drie uur na voeren ben ik terug. Langs het dijkje volg ik in de tegenovergestelde richting van voeren mijn stekken. Tweede stekje. Niks bijzonders. Geen aanknopingspunt, gewoon ergens midden op het water wat voer gedropt. Bakkie koffie, lekker leumelen in de wind. Pennetje hupt mee op de hier eeuwige stroming. Een oud pennetje, gebouwd op een stekelvarkenstekel. Vervaagd oranje dat door het wateroppervlak priemt. Zal je altijd zien, net als je een verse bak koffie inschenkt komt er leven op die pen. Even zakt hij iets, dan niks. Stijgt, gaat plat en loopt daarna weg. Bedachtzame aanslag. Voelt goed. Vis trekt traag en zwaar. Overal stofwolken op dat ondiepe vaartje, vis komt niet in beeld. Wind fluit een eindeloos lied in de lijn; hoelang dril ik al? Richting het einde wilde uitvallen, boze vis. Als ik hem net weet ik het al; supergroei. Op de kant zie ik dat hij perfect is gehaakt. Hee, gekke vorm heeft dat haakje? Oh, per ongeluk dat kromme exemplaar dat ik apart had gelegd toch gebruikt.... Een dogma zonder dat ik wilde dat het een dogma was. Snel haakje wisselen en dat oude, kromme exemplaar opbergen op een plek waar ik hem hoe dan ook niet meer vandaan zal vissen. Dat zomaar, ergens, zonder aanleiding, op het midden van het water voeren is dan wel een mooie dogmadoorbrekende aanpak. Was dat een bewuste keuze? Nee hoor, meer een afweging dat tussen twee duidelijkere stekken er nog wel ruimte was voor een plek! Ik wandel verder. Op de meer logische stekken geen enkele beweging. Wel een stofwolk in de kant in de buurt van één van de stekken. Zal nooit weten of het dezelfde vis is maar bij het terugvissen van de stekken is de pen zo snel na inleggen vertrokken dat ik niet eens kan zitten. Totaal andere dril, wild en in het oppervlak. kleiner maar qua schoonheid wel de mooiste van de twee. Wat een weelde, te danken aan een kapotte auto. Kort na dat succes, een perfecte halfmaartse avond. Warm geweest. Tijdens voeren meerdere vissen actief in de kant. Kan me bijna niet houden om meteen terug te gaan. Toch even wachten, eten en dan terug. Geen stootje? Hoewel, twee keer beweging op dezelfde stek maar geen karper? Eerste echt warmere avond, verwachtingspatroon hoog, resultaat tegenvallend. Andere keuze moeten maken? Nee, dat geloof ik niet. Wel een klein dekseltje op een tot nu toe visvangend jaar. Een blank te midden van een oneindige rij aan visbeurten met vis, niet altijd karper maar dat doet er in dit vroege voorjaar voor mij niet toe. Paar dagen later een ijskoude dag. Harde wind en buien. Op zes stekken één aanbeet, zowaar karper. Geen geweldenaar maar wel een vis op een dag dat de meeste mensen thuis blijven. Ik niet. Ik vis, hoe dan ook. Was wel gekkenwerk en wellicht ongezond? Lekker dogmadoorbrekend, vooral als je dan toch vangt (en ga je dan de volgende keer weer?). Foto's mislukken omdat de camera op selfystand staat; past in het (ijskoude) plaatje. Kort erna terug naar de vaart waar ik begin maart met Hans was. Zelfde type weer, naargeestig koud met harde wind, wel uit het zuiden. Wat een verschil. Vanaf de eerste stek continue beweging en aanbeten. Interessant, krap twee weken later en nu lijkt de vis los? En waarom zijn ze gaan zwemmen, warmte of toenemend licht (of beiden)? Ander fenomeen voor dit water is dat richting de paai de grote vis zich hier verzamelt. vandaag vang ik, absoluut prachtige, maar bescheiden vissen qua afmeting. Monitoren maar. Wel opletten dat ik er geen nieuwe dogma's mee creëer. Je wil niet teveel aan logboekgegevens en dat soort dingen je dagen plannen; neus buiten de deur en keuze op wat je ruikt en daardoor voelt werken toch altijd weer het beste. Met de steeds beter wordende temperaturen eind maart slaat mijn hoofd op hol. Zoveel plekken waar ik aan de slag wil, keuzes, keuzes en nog eens keuzes. Steeds probeer ik onder water te komen; waar hangt die vis rond. Allemaal al volledig uitgezwommen of nog in de buurt van de overwinter plekken? Wil heel graag naar een vaart waar ik jaar in, jaar uit te weinig kom maar durf niet te zeggen of de vis daar al ligt. Genoeg andere keuzes te maken, tweede Paasdag pak ik in de middag een polder waar ik niet eerder kwam. Na een moeilijke rit met allerlei onaangekondigde wegwerkzaamheden parkeer ik later dan gehoopt bij het water. Terwijl ik mijn voerbakje pak rijdt er een autootje langs, parkeert iets verderop. Ja hoor, andere visser. Spodhengel meteen eruit en begint enthousiast stekken te maken. Ik wilde hoe dan ook wat verderop vissen, ik vind het prima. Geen grote polder, bredere middenwetering en zijsloten, meeste met een buis verbonden, de bredere direct. Uit de buizen wordt sediment meegevoerd. Sediment dat tegen de windrichting in loopt; er staat wat trek op het water. In dat spoor van sediment voer ik; geur zal meetrekken en vis is daar gevoelig voor. Krap een half uur na voeren zit ik te vissen. Ik ben wat gehaast, heb niet al te lang en wil graag wat vangen. Tijdens het voeren was er al actieve vis te zien dus het moet kunnen. Bewust blijf ik wat langer zitten op de eerste stekken, even de rust krijgen, me niet teveel door de tijd laten lijden. Op één van de stekken in de sedimentwolk heel snel na het inleggen een lijnzwemmer. Daarna niets meer, vis gevlogen? Presence, oftewel aanwezigheid, er zijn; voelt die vis dat. Ik denk van wel. Schuif dus door. Andere stekken is het niets dus terug naar de stek met de lijnzwemmer. Ja hoor, even weggaan heeft gezorgd dat de vis weer actief is, binnen de kortste keren is het pennetje weg en niet veel later een polderproduct op de kant. Het worden gouden uurtjes. Bijna alle stekken wel beweging en met regelmaat aanbeten. Twee schubkarpers, twee spiegelkarpers en een grote brasem komen op de kant. Alle hoekjes in deze polder ademen "stek" uit. Weggeslagen kanten, oude bruggetjes, overhangende bomen, rijtjes palen en ga zomaar door. Hier ga ik zeker terugkomen is wat ik bedenk als ik na vier uurtjes vissen en vangen opruim.
De andere visser is dan al even weg, voor zover ik het heb kunnen zien heeft hij geen actie gehad. Ik kijk even op de plek waar hij viste. Een echte "hoerenstek"; weggesleten gras en op meerdere plekken gaten van steunen. Hier is het water groot en breed, soort vijver. Tegenover de stek liggen twee eilandjes, waarschijnlijk hengeltje links, hengeltje rechts. Net zoals, vermoedelijk, al die andere bezoekers hier doen. Die andere visser wilde ook gewoon wat vangen, had er ook over nagedacht. Maar wat nu als hij zijn eigen gedachten iets had opgerekt, de oogkleppen van hengeltje links, hengeltje rechts wat verruimt had? Hengeltje voor de bossages rechts van de stek, hengeltje in het midden van het water waar twee stroompjes wind elkaar ontmoeten? En ook dan was het misschien niks geweest. Mijn eigen voeren was ook redelijk rechttoe rechtaan, enige verschil is dat ik lekker heb gevangen. Heb ik dan mijn dogma's doorbroken en de andere visser niet? Als je ik het zo scherp stelt dan denk ik dat het genuanceerder ligt. Toch is het altijd goed zo scherp naar je eigen situatie te kijken. Wat is er te doorbreken in je eigen patronen (en wat levert het op!)?
1 Comment
hans moolenaar
25/4/2024 10:17:44 pm
Gekke vorm haakje voor een gekke vorm bek. Lijkt me passend.
Reply
Leave a Reply. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|