Na twee heerlijke weken vakantie heb ik nog een paar dagen vrij in eigen land voordat ik weer aan het werk moet. De dag van terugkomst kon ik me er nog van weerhouden om direct naar de polder te vliegen, vandaag is er geen houden aan. Een aantal factoren zorgen ervoor dat ik vandaag niet met een pennetje ga vissen, ik wil het drijvend proberen. Het mooie weer, de vele mooie vangsten die ik op verschillende fora langs zie komen, het feit dat tijdens mijn laatste visbeurt voor de vakantie er veel vis ondiep aasde en het verlangen naar de spanning van vroeger toen ik veel drijvend viste dragen bij aan deze keuze. Ik richt me een polder waar ik mooi een eind langs de bermsloot lopen. Met een pak felix, hengel, net en toebehoren ga ik op pad. Al terwijl ik de hengel met enkel een haak optuig zie ik een vis duidelijk in de kant grazen. Een even later wegstuivende meerkoet zorgt ervoor dat de vis verdwijnt maar hoopvol is dit zeker. Lopend langs de sloot zie ik met regelmaat kringen uit de kant komen. Ik sluip dichterbij en schat de kansen in. Soms ligt de vis in het overhangende gras of in wat bij elkaar gedreven kroos te happen, soms duwen ze hun snuit net onder het oppervlak de kant in. De eerste paar vissen negeren het haakaas totaal. Als ik weer even op mijn knieën zit komen er van links twee mooie karpers aanzwemmen, een schub en een grote spiegel. Ik laat de brokjes zachtjes te water maar de vissen zwemmen er langs zonder blikken of blozen. Ik besluit op dit stuk flink wat kattenbrokjes te voeren, later zie ik wel of de vissen aan het azen zijn gegaan. Lopende blijf ik vissen tegenkomen. Net na een duiker ligt er een mooie volschubspiegel in mijn kant te happen. Ik plaats de brokken stilletjes bij hem in de buurt. De vis hapt rustig door, gooit dan zijn lijf voor de helft uit het water en verdwijnt. Niet veel verderop wordt er even later weer in wat kroos gehapt. Ik leg snel de brokken tussen het groen. Bijna direct zuigt de vis de brokken op, ik wacht even tot het draad loopt en zet dan de haak. De vis draait om zijn as en pakt een paar meter draad. Ik vindt het prima want bij het vasttikken stond er maar een meter of twee draad uit, tijdens de dril heb ik toch liever minstens de lengte van de hengel uitstaan. De karper besluit in het midden van de sloot rustig rondjes onder de top te zwemmen. Ik krijg hem niet omhoog, hij steekt er niet meer energie in dan nodig. Uiteindelijk komt de vis toch op stoom, de slip loopt een tijdje, dan is het over. Ik trek hem met zijn kop uit het water, win wat draad en schep de schubkarper. Een mooie vis van precies 80 centimeter en 21 pond. Ik loop verder en kom al snel weer een actieve vis tegen, tenminste actief. Heel zacht ligt hij in de kant te walmen. Ik plaats de brokken iets verderop in de hoop dat hij die kant gaat op zwemmen. Dit doet de vis ook en al vrij snel ligt hij in de buurt van de brokken te happen. De brokken lijkt hij niet te vertrouwen want hij gunt ze geen blik waardig. Dan toch stijgt hij wat, blijft even op een paar centimeter van de brokken liggen, zwemt langzaam achteruit om niet veel later weer terug te keren. Weer hangt hij even roerloos onder de brokken, dan hakt hij de knoop door en zwemt weg. De volgende vis ligt in een inhammetje bij een slootje gretig in de kant te happen. Het is een moeilijke worp maar het lukt me om de brokken precies in het hoekje te gooien, de vis merkt niets. Bijna direct hangt hij onder de brokken en proeft ze even, hij spuugt ze weer uit maar zwemt niet weg. Hij blijft doorhappen en uiteindelijk pakt hij weer de brokken, het draad loopt even maar op het moment dat ik sla spuugt de vis de brokken net weer uit. Hij maakt een kolk en zwemt weg.
Terwijl ik zo langs de sloot loop maak ik verschillende plekken voerplekken met de brokken. Op mijn weg terug hoop ik dat er karpers op aan het azen zijn. Bijna aan het einde van de sloot ligt er een flinke hoop kroos. Ik zie ruim voor het kroos weer een schitterende schub zwemmen, af en toe hapt hij aan het oppervlak. Ik gooi de brokken ruim over hem heen en laat ze met de stroom terugdrijven. Door weinig draad op het water te houden drijven de brokken tergend langzaam richting de vis. Aan de bewegingen van zijn bek te zien heeft hij de brokken opgemerkt. Ook deze vis hangt een tijdje onder de brokken, pakt ze zelfs heel even tussen zijn lippen maar besluit de snack dan toch te laten voor wat het is. Bij het kroosbed aangekomen ga ik er even rustig bij zitten, tijd voor wat water, het zweet loopt ondertussen van mijn gezicht. Wat een schitterende manier van vissen is dit toch. Vroeger deed ik niet anders dan oppervlaktevissen. Ieder park of cultuurwater met karper werd onveilig gemaakt. Vangsten van tien vissen op een middag waren niet abnormaal. Ik ben blij dat ik vroeger zoveel tijd aan deze manier van vissen heb besteed want je leert enorm veel over aasgedrag van vissen en over doodstil te werk gaan. Na wat water begin ik aan de terugtocht. Verbaasde ik me op de heenweg over de hoeveelheid actieve vis, nu verbaas ik me over het feit dat er bijna geen vis meer actief is. Ook op de plekken waar de brokken gestrooid zijn is geen teken van leven te bekennen. Sneller dan verwacht ben ik terug bij de plek waar ik begon, na nog even te hebben gezeten ga ik op huis aan.
0 Comments
Leave a Reply. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
May 2024
Contact: [email protected]
|