Het is allemaal wat rustig begonnen het nieuwe jaar. Terwijl ik dit op mijn studeerkamertje typ merk ik dat de wind is gedraaid, koude wind uit het oosten gaat plaatsmaken voor een zachte uit het zuiden. De korte maar hevige kou lijkt echt te gaan verdwijnen. Eergisteren was het vrijdag, een vrijdag ingesloten tussen twee andere die zo'n tegengesteld beeld hebben. toch zeker graad of 15 à 20 verschil. Weet het nog goed, je voelt die koude periode aankomen, snel nog een avondje erop uit. negen graden rond acht uur in de avond. Eén moment bepaald de avond, na ruim een uur vissen zakt het lichtpennetje iets weg, kruipt dan traag uit het water, bijna zo hoog dat hij omvalt. Dat gebeurt niet, oertraag loopt hij wat weg naar rechts en wordt kleiner. Zal een paar seconden hebben geduurd, zo'n moment dat je in je buikstreek voelt. Alles lijkt even stil te vallen, tegen de tijd dat ik het kruk omklem stopt de beweging. Ik zondig daarna, wat moet je met een avondklok als je weet dat er iets rondzwemt. Daarnaast, nut van die avondklok was ontmoetingen tegengaan en dat lukt me goed verstopt in een bomenrij. De overtreding levert me geen vis op, het blijft bij die ene beweging. Daarna dus de vorst en nu vooruitzicht op een vroege lente. Plannetje wat ik met deze polder heb zal komende week eindelijk doorgezet kunnen worden; over een langere periode op dezelfde plek einde middag beetje voeren. Ben overtuigd dat de plek waar ik vis vlakbij een winterholding ligt. Daar moeten ze weg te lokken zijn. Met "ze" bedoel ik een zeer gevarieerde populatie waarvan ik hoop in het hele vroege voorjaar op deze manier een aantal vissen te verleiden. Zouden ze er nog zwemmen, dit is toch alweer acht jaar geleden: Rustig begonnen dus, beetje rondgeprutteld op winterstekken en in januari de eerste visjes op de kant. Met de vele regen paar keer zonder te vissen huiswaarts gekeerd, onmogelijk om met de stroming die er stond te vissen. Tijd langs het water vooral gebruikt om wat plannetjes te vormen voor het nieuwe jaar. Meerdere polders hebben mij aandacht opnieuw gewonnen. Plekken waar ik vroeger bijna week in week uit kwam. Plekken waar om verschillende redenen mijn aandacht wat van weggetrokken werd. Sterfte, ondieper wordend water, overmatige plantengroei, altijd wel een reden om weer wat verderop te kijken. Voordeel van al deze plekken is dat ze echt dicht in de buurt zijn. Tien minuten of een kwartiertje rijden en ik ben er, geeft mooi de mogelijkheid vaak voor te voeren. Merk toch dat dat afgelopen jaar het grootste verschil heeft gemaakt. Terugkijkend viel me op dat ik veel vaker dan het jaar ervoor de tijd wist te vinden aan het einde van de middag te voeren. Dan zijn die "dichtbij" plekken wel zo lekker. Nu de meeste van deze polders in het najaar uitgediept zijn lijkt de tijd rijp er weer echt meters te gaan maken. In mijn hoofd heb ik nu een globale planning tot ongeveer de zomervakantie. Drie in de buurtpolders die februari, maart en april zullen domineren, twee anderen die, die rol eind april, mei zullen overnemen. Tussendoor 1 verderweg polder die ik rond mei een aantal keer wil bevissen, kijken of de grotere vissen net als vorig jaar rond die tijd ineens bij elkaar liggen. Dan richting eind mei, begin juli overstap naar het boezemwater en aandacht voor een oude kleipolder die me altijd weer charmeert. Door de ligging maar ook door zijn bewoners. Daar wel een truc gaan verzinnen om de grote blankvoorn wat te weren. Heb pas een roofvisser die zijn aasvisjes elders ving erop gewezen, achter elkaar kan je er grote blankvoorns uithengelen. Afgelopen jaar kwamen er alleen maar kleine karpers uit maar de soms wegrollende golven, de kolken en springende vissen laten zien dat de oude garde er ook nog rondzwemt. Ook daarvan maar even een oud plaatje ter illustratie: Oh, ja, naast het boezemwater toch weer dat plan om op de Rijn zelf met een pen aan de slag te gaan. Paardrijles van mijn dochter heeft me veel inzicht gegeven. Toen de les nog wel doorging maar er geen ouders mochten kijken iedere keer de auto in om een stuk Rijn te bekijken. Af en toe een kunstaashengel mee om idee van diepte en verloop te krijgen. Om het echt aan te pakken zal ik moeten starten om het vooral in kaart te brengen.
Grove planning, die als het weer anders is dan verwacht wellicht her en der een paar weken schuift, misschien ook ineens nog andere ideeën. Er is zoveel mooi water, zoveel te ontdekken. Even terug naar bovenstaande foto, daar heb ik nog wel wat over te zeggen. Ik viste die dag op een zijslootje van de hoofdwetering van die kleipolder. Ik zat daar tussen de gerooide aardappels en viste heel kort onder de kant. Meer dan veertig centimeter water stond er niet. Wat me het meest is bijgebleven is dat ondanks het formaat ik geen enkel teken heb gezien behalve de aanbeet zelf. Veertig centimeter water en geen enkele kolkje, belletje of andere verstoring. Naast een waanzinnige vangst dus ook een belangrijke ontdekking; als ze willen zijn het stealth machines! Vanuit dat idee wil ik even een uitstapje maken naar dat wat het visserhart harder doet kloppen tijdens koude dagen (het mijne in ieder geval wel): vis TV. Kwaliteit van de beelden, uitleg en vangsten is enorm toegenomen en ik moet zeggen dat ik iedere zondagochtend met veel plezier ernaar kijk. Totdat, penvissen op karper aan bod komt. Wat is dat ieder jaar toch weer een gemiste kans, dat die mooie visserij toch een beetje wordt weggezet als een eenvoudige manier om snel wat kleinere karpers te vangen. Vanuit het oogpunt van het brede spectrum aan manieren van vissen kan ik me dat voorstellen maar ik vind dat ze deze niche van het karpervissen toch echt tekort doen. Niet alleen tekort, de hele manier van benaderen getuigt niet van datgene waar het penvissen echt om gaat. Als ik kijk naar de enorme stealthy approach (hip hè die Engelse termen!) van bovenstaande vis dan is rust, stilte en onopgemerkt blijven het belangrijkste van het penvissen. Als ik de twee presentatoren dan doodgemoedelijk kort langs de kant zie wandelen, zie blijven staan terwijl ze vissen dan kan ik alleen maar hoofdschuddend toekijken. Nog meer bijzonder was de manier waarop het uitloden werd getoond, de loodjes waarop de pen ging staan stonden zeker 40 centimeter van het zinkloodje af. "Welk nut heeft dat zinkloodje dan nog", vroeg ik me hardop af? Als de marge zo groot is, dan blijft er van scherp vissen weinig over. Immers; de pen staat, maar hoe daarna de lijn naar het zinkloodje en aas loopt is totaal een gok. Misschien doe ik er te mierneukerig over maar als ik iets heb geleerd door de jaren heen is dat hoe dichter ik met mijn "gewone" lood op het zinkloodje vis, hoe meer beweging ik zal waarnemen op mijn pen maar ook hoe meer kennis ik opdoe over het waterverloop. Dat laatste is voor mij zo belangrijk dat ik het nog even uitleg. Hoe groter de afstand tussen je gewone en je zinklood, hoe minder snel je zinkloodje je pen zal laten zinken. Stel, je vist op een plek waarbij je denkt dat het 70 centimeter diep is en je hebt tussen je zinkloodje en je gewone lood 30 centimeter tussenruimte dan kan je eerste schatting van de diepte er dertig centimeter naast zitten. Stel nu dat het niet 70 maar 50 centimeter diep is dan zal je dit niet merken, stel dat je nu ophaalt en het aas dertig centimeter verlegt en het daar wel 70 centimeter diep is dan zou je niets merken van dit diepteverschil en dat, precies dat, is voor mij de essentie van het lezen van de onderwaterwereld met de pen en hiermee het verschil maken. Eind januari een koude ochtend. Af en toe nog wat regen. Zorgt voor prachtige luchten maar met de stevige wind ook een behoorlijk lage gevoelstemperatuur. Maak maar twee stekken. Bij de eerste overduidelijk tekenen van intensieve visserij; al het gras weg, tentafdrukken duidelijk zichtbaar en natuurlijk her en der afval... Breng de tijd daarom vooral op de tweede stek door. Een gat in een over het algemeen ondiepe polder. Heel scherp talud, ja daar kom je achter als je goed uitlood. Bij inleggen zakt pennetje net onder. Ik trek het iets naar me toe, nu is die eerste paar essentiële millimeter in beeld. Sta er niet gek van te kijken als na een paar minuten het pennetje wat wegzakt. Blijft onder water staan, blijkbaar is het aas iets van het talud afgegleden. Ik haal het aas weer ietsjes terug. Duurt langer dan verwacht maar tien minuten verder zakt dat oranje weer iets weg, loopt deze keer resoluut door. Niet veel later in het natte weiland met een ijsklomp; had ik de aanbeet gezien met 30 cm overdiepte? Dat betwijfel ik....
4 Comments
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
May 2024
Contact: [email protected]
|