Man wat is het warm! Kwart over vier aftrap van een wedstrijd en nog steeds heet. Liters water verder in het laatste plukje zon op het terras een welverdiend biertje. Oom van één van mijn voetbalmaatjes zoekt me op. Wil wat delen over blankvoornvangsten. Middenin het hossende, drinkende voetbalgebeuren delen we kort wat ons boeit. "Morgen voor eerste licht ga ik op pad", "ik niet" lacht hij, en heft zijn glas. Krappe tien uur later gaat mijn wekker af. Wat een heerlijkheid, voor het eerste licht en dus die brandende zon al op pad zijn. Trappen langs het kanaal, geurtjes opsnuiven en je voorbereiden op een ochtendje pennen. Als ik na een voerronde mijn hengel optuig constateer ik tevreden dat ik voordat ik start met vissen rustig even mijn broodjes ei kan eten; duurt nog even voordat het echt licht is. Al etend kijk ik over het water en met het toenemende licht zie ik dat mijn eerste plekje is omgetoverd in een bellenfestijntje; kijk daar zeg ik geen nee tegen. Ik gok dat ik de pen tegen het lichte deel van het water ondertussen wel goed kan zien, drie korrels maïs op de haak en ingooien maar. Langzaam neemt het zicht toe, geen nieuwe bellen meer? Vogel gevlogen of ben ik te terughoudend geweest met voeren en is de plek niet interessant voldoende meer? Ik voer dun wat bij, voordeel van starten met weinig voer, geen twijfel of een handje erbij nu kwaad of goed doet. Niet veel later zijn de bellen terug, duurt nog verrekte lang maar dan schuift de rode antenne, ondertussen duidelijk zichtbaar, weg. Een keiharde dril, vis ramt alle kanten uit en dan daarna de rust; gelukt. Dat was vanochtend, was vroeg thuis, met die opkomende zon, bijkomende warmte en nagenoeg windstil weer geen slecht besluit. Mijn vakantie ligt alweer vier verse werkweken achter me maar deint nog vrolijk na in mijn systeem. Ik ben gek van Spanje en om er na een jaar of vijf weer is terug te komen was heerlijk. De Picos de Europa waren de hoofdbestemming, wat een schitterend gebied. Stond op het verlanglijstje en per direct genoteerd als een "dat doen we nog is een keer plek". Waar de vakantie ook heengaat, een hengeltje gaat altijd mee. Ik heb een zeer coulante familie wat dat aan gaat, hoewel ik mijzelf ook behoorlijk goed kan inhouden. De driedelige Ultra Alcolyte is favoriet om mee te nemen, kan er alle kanten mee uit. Penn molentje met 18/100e en ter plekke maar kijken wat ik tegenkom. In de bijna drie weken durende vakantie vis ik twee keer een krappe anderhalf uur. Valt tegen, in het donker het onverharde pad vanaf de camping naar de zee volgen. Zeker in het beboste deel is het voorzichtig aan doen, scheelt dat ik het pad al wel vaker heb gelopen. Beneden aangekomen hoor ik de zee ruisen en ruik het zoute, zilt. Ik vervolg mijn weg langs de uitgestorven boulevard, slinger het stadje in, zie de laatste Spanjaarden de plaatselijke discoteca verlaten en nestel me niet veel later op een trappetje dat tot het water rijkt. Eerder zag ik de harders onder de boten liggen, benieuwd of ze nu te verleiden zijn. Ik maak wat broodpap met witbrood, geknipte maïs en water en strooi ruim. Het afgaande water zorgt voor een prachtige wolk. Ruim voor ik klaar ben met optuigen jagen er al grote groepen harders door het voer. Twee keer lukt het om raak te slaan op een wegtrekkende vlokdobber. Daarna harde drils, wat een kracht, schitterende sport. Later, op één van de laatste dagen een herbezoek aan een azuurblauw meer. Vrij snel verschalk ik er een paar karpers, daarna snel de schaduw opzoekend tegen de enorme hitte. Na een vlotte terugrit van ruim 1300 kilometer moet ik me altijd inhouden om niet direct de volgende ochtend "mijn" polders in te vluchten. Het lukt me zowaar dat een dag uit te stellen.... Die Nederlandse polder, ach, wat kan ik die missen. Ja, dat zicht op de bergen verveelt me nooit, in de vakantie welteverstaan! De polder roept me altijd weer terug, een gevoel dat zich heeft vastgeklonken in mijn bestaan en waarvan ik niet zou weten hoe het er zonder te moeten doen? Als ik dan na die heerlijke weken weg voor eerste licht een polderweggetje inrij kan ik mijn geluk niet op. Een pure polder, alles ademt hier sfeer en natuurlijk karper! Bestand heeft een boostje gekregen, benieuwd of ik ze kan terugvinden en of er tussen de nieuwe, gretige vissen door zich ook oudgedienden laten zien? Twee uurtjes na aankomst rij ik alweer naar huis. Vanaf eerste stek heeft de pen niet stilgestaan. Overal vis. Brasem, voorn en karper, de nieuwe exemplaren maar dat mocht de pret niet drukken. Als het dan lekker loopt ook geen enkel punt vroeg te stoppen en bij de rest van het gezin aan te schuiven voor het zondags ontbijt. Wel lekker dat het meteen "raak" is. Het vaste richtinggevende kader van minimaal 1 karper per maand is rond de vakantie altijd iets meer uitdaging omdat je simpelweg er "minder" tijd voor hebt. Vreemd genoeg "mag" ik dan (van mijzelf!) die karpertjes in Spanje niet meetellen om te kunnen stellen dat augustus veilig is gesteld, tsja, dat rare hoofd weer..... Omdat augustis is vastgesteld geef ik ruimte aan wateren die nog niet of weinig aan de beurt zijn geweest. Weer een vroege ochtend in een polder, grenzend aan een bebost gebied. Er is van de winter gebaggerd, was al geen ondiepe polder maar nu staat er overal ruim een meter onder de kant. Als er een plek is waar ik vrij zeker van weet dat er bijna niet gevist wordt dan is het hier. Vreemd fenomeen is dat de karper makkelijk op het voer te krijgen zijn maar enorm schrikachtig zijn. Ook deze ochtend zie ik boeggolven wegrollen terwijl ik op ruim tien meter van het water van potentiële stek naar stek wandel, iets wat ik in andere polders eigenlijk nooit meemaak? Ik zie weinig vis, heel af en toe een smakgolf uit de kant maar echt wild is het niet. Geeft tijd om, om me heen te kijken en te genieten. Wat een weide blik hier! Rotterdam, Zoetermeer en Den Haag zie ik zo liggen. Genieten is dat. Op één van de stekken zie ik kort na inleggen een meter of tien verderop een paar karpers actief zijn. Prachtig om heel even een stukje rug en een ronde staartlob het water te zien doorbreken. Ik sluip niet veel later weg maar heb een sterk vermoeden dat deze vissen later de stek gaan vinden. Half uur later blijkt dit te kloppen. Tussendoor los ik wel een andere gehaakte vis. Een heel wat kleiner exemplaar ten opzichte van wat hier op me lag te wachten. Zoals ik hierboven al aangaf; als ze op het voer komen is het zonder scrupules, goed doorlopende aanbeten en daarna een lange dril. Oeh, wat kunnen ze hier hard gaan. Eerste schot twintig meter onder de eigen kant, onder allerlei overhangend riet. Komt die waterdiepte meteen goed van pas, top onder water en hopen dat het goed afloopt.... Het is ook weer de tijd van de mooie ochtenden, dat zachtere ligt, het spel tussen wolken en zon, altijd genieten in deze periode. Ik merk dat er maar weer eens een verschuiving in mijn visserij heeft plaatsgevonden. Waar een lange periode de avonden en nachten favoriet waren nu weer vaker de ochtenden. Nadeel van de ochtend is dat ik me vaak meer gedwongen voel te stoppen, of het wordt om me heen te druk, of de vis is niet meer actief, of beiden.
Met de tijd die aan studie besteed moet worden komt dat nu juist wel goed uit. Korte, gerichte sessies. Na een vruchteloze avond op een vaart merk ik op de terugweg dat een andere vaart troebel is geworden. Paar maanden geleden liep ik hem af en was hij glashelder, nu kan ik niet zomaar overal de bodem meer zien. Zou de vis er liggen? In het eerste licht voer ik. Ik strooi dun voer, vis is hier weinig gewend, enige wat ik wil is ze oppikken en even vasthouden. Thuis ven ontbijten met gezin en daarna lekker terug. Randje frisse ochtend en warme dag. Het water is toch nog helderder dan ik dacht. Ik loop het vaartje af, langzaam me steeds verder van de bewoonde wereld verwijderend. Op de laatste stek zie ik stofwolken staan. In het heldere, ondiepe water zie ik drie schimmen de stek afschuimen. Toch weer trillende handjes en knikkende knieën. Worpje ruim over de stek, pennetje staat op 0,3gr en maakt geen tumult, met een soepele haal stukje terughalen en afwachten. Ik zak op mijn knieën en wacht op wat komen gaat. Ik zie een vis terug zwenken die net een ronde maakte, pikt in het voorbijgaan de lijn op, of toch het aas? Ik twijfel, wacht even, vis stopt, zwemt door, pen volgt. Rustig tik ik vast, sloot ontploft, drie wegvluchtende vissen, eentje die er meer moeite mee heeft om weg te komen. Ligt kort daarna op de kant, wat een kleurenpracht. Nu al mooi, maar stel je is voor over een jaar of vijf, aiaiai! En nu maar hopen op ECHTE herfst, harde wind, gemiddelde temperaturen en buien, kom maar op!
0 Comments
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|