Alweer vijf maanden geleden dat ik hier een laatste teken van leven gaf... Heeft wel aan me geknaagd, ergens weet je dat mensen meelezen en, waarschijnlijk, ook meeleven. Kon me er niet toe zetten. Blame COVID, tsja, in dit geval wel echt waar. Zelf geen last gehad hoor, gelukkig niet, familie ook gezond; fijn. Het zit meer in het thuiswerken en dan vooral alle afspraken die via beeldbellen plaatsvinden. Als ik dan, aan het einde van weer een lange dag, als een soort zombie mijn werkkamertje uit kom is het laatste wat ik wil weer opnieuw achter een beeldscherm kruipen. Tijd gaat dan wel snel, pfff, laatste blogje aan einde van het voorjaar, op de drempel van de zomer, nu voor het eerst echt wat kouder weer. Gelukkig wel veel de tijd gehad om lekker te vissen. Geleerd van vorig jaar, toen rond deze tijd een blogje over vissen en hengelen, met drukte op werk vooral voor hengelen gekozen, eigenlijk toch iets minder gevist dus. Wel een verstandige keuze, heb veel plezier gehad aan het "hengelen". Polders waar ik niet zo vaak kwam juist weer wat vaker bezocht, uitzetspiegels doen het goed, over een jaar of vijf zullen het schitterende vissen zijn. Oude bestanden aan schubs moeilijk te vinden, heel af en toe liep er eentje tussendoor maar dan vaak niet het watertandende formaat dat er ook zwemt. Wordt dus wel heel divers allemaal! Een greep uit een aantal van die vissen, plaatjes waarin de verschillende jaargetijden zichtbaar zijn. Naast zelf vissen twee dolenthousiaste kinderen. Steeds vaker willen ze op pad. Jongste heeft dit jaar een eerste eigen hengeltje gekregen, een meisjesroze, driemeter stokje. We hebben er al veel pret mee gehad. Of het nu in de polder is of op het kanaal om de hoek; ogenschijnlijk eenvoudig weet ze vis na vis eruit te trekken. Grote grijns en ondertussen zelf onthaken en terugzetten. Oudste steeds vaker zelf op pad, met een wurm op baars en grondeltjes en met een vriendje snoekbaarzen. Maar ook nog altijd te porren voor een middagje karpervissen. Zo richting einde van het jaar ook weer een beetje achterom kijken, ik heb altijd wel een globale planning in mijn hoofd. Lukt ook meestal wel om die te volgen. Meer dan tevreden tot nu toe, op 1 polder na. Best wat aandacht naar uitgegaan, in voorjaar 1 keer een karper gelost. Zomer is het er geen doen; teveel planten. Eind september al een paar keer er doorheen gereden, planten trekken zich terug en hoeveelheid kroos valt reuze mee dit jaar. Starten maar. Zeelt, blankvoorn, brasem; alles komt eruit. De karpers alleen niet, ze zijn listig geworden, hengeldruk is ook hier toegenomen, steeds vaker zijn aangevoerde stekken als ik terugkom bezet. Paar keer grote bellensporen op mijn stek, waggelend pennetje tussen nieuwe bellen, paar tikken en dan wordt het stil. Op een kalme vrijdagochtend weer zo'n bellenfeest. Nu zakt de pen wel weg. Ik sla aan, hengel kromt zich, vis komt niet van zijn plek, een patstelling. Ik trek, er gebeurt niets? Dan, heel, heel traag komt er een schim omhoog, beetje vreemd; valsgehaakt? Kan ik al scheppen? Vis geeft een klap met de staart, draad schiet achter een vin los. Vis maakt meteen diepte en begint onverstoorbaar weg te zwemmen. Slip begint te tikken, hij stopt niet. Meter of dertig verderop een hoek met wat wilgen. Zal toch niet? Meter of vijf ervoor besluit hij de andere kant uit te zwemmen. Ik krijg er geen vat op, hoe hard ik ook trek, krijg hem niet dichterbij. Als ik al een paar meter win dan ramt hij er weer vandoor. Toen ik de vis even zag dacht ik met een gemiddeld slag schub te maken te hebben maar ondertussen denk ik daar anders over. Als dan eindelijk, na een minuut of vijf ik echt serieus wat lijn terug kan winnen schiet de boel abrupt los... Gelukkig is er altijd nog wat te zien, ook als het even niet lukt maar toch.... En toch zijn dat de momenten die me naar het water blijven trekken, kleine avontuurtjes die me doen glimlachen en verwonderen maar bovenal doen willen laten terugkeren. Zuidwester storm eind oktober, tuurlijk ben ik buiten. Golven klotsen over de brede vaart, wind heeft vrij spel. Pennetje niet te licht gekozen, geen zin in stuiterend aas. Het gaat crescendo, elke stek zakt het breekstaafje binnen de kortste keren weg, schub na schub. Op een vervallen bruggetje met die bulderende wind in mijn rug zet ik de boel op een steil talud. Talud is steiler geworden, baggeren heeft gezorgd voor een toename van diepte. Was nodig, op sommige plekken stond krap 40 centimeter water, nu op sommige plekken 1 meter twintig! Niet de enige polder die is aangepakt, drie polders zijn ze aan de gang geweest. Overal een toename van waterdiepte en meer ruimte voor de vis. Heel goed voor de toekomst. Ik zit niet helemaal op te letten, zie net te laat dat pennetje van het talud weghupt. Aanslaan en serieuze tegenstand, bij het opstaan verschuift mijn net, netzak valt wat van het bruggetje af, wind heeft 1 vlaag nodig om de boel het water in te blazen. Langzaam zie ik de netsteel wegzakken in het golvende water. Ik kan niks omdat ik die vis sta te drillen. Vis besluit vrolijk om onder de brug door te schieten en tussen wat houten palen te zigzaggen. Hoe het is gelukt weet ik niet maar ondanks de dunne lijn weet ik het beest terug te loodsen en dusdanig af te drillen dat ik hem met de hand kan landen. Dat de foto's daarna mislukken past erbij. Neem ook meteen een foto van de palenrij waar hij tussendoor ging; bizar dat deze op de kant kwam. De volgende ochtend sta ik in het eerste licht weer op de brug, nu met mijn zeelthark, twee keer werpen en beet; ik vang mijn eigen net terug. Hierboven een greep uit momenten die me bijblijven. Dat is toch waar we het voor doen. Of het nu de eerste vis is die je dochtertje vangt, je zoontje supertrots met zijn eerste "peuter" baars of een eigen avontuurtje in een polder.
Het enige wat dwarszat was dus de polder waar er nog geen karper uitkwam. Op een beurt of tien wist ik twee lossers te noteren. Half oktober een paar zachte avonden. Ik voer 's middags voor. Niet teveel stekken want ik kan pas vrij laat terug komen. Wil me dan niet verliezen in gejaagd van stek naar stek maar de tijd nemen. Eerste stek leverde vorig najaar een aantal mooie vissen op. Ondanks dat het voer er al ruim vier uur ligt zie ik geen enkele beweging. Ik strooi een klein beetje minipellets bij, kan me enerzijds niet voorstellen dat er geen vis op de stek is geweest maar anderzijds zal de stek ook niet leeggegeten zijn? Ik fiets door naar de volgende stek, op ruime afstand zie ik ze zitten, meerdere vissers op een paar vierkante meter met een hengel of negen. Auto's in de berm, hoop lawaai. Er knapt iets, wat doen godverdomme deze eikels hier, ze hebben er wat mij betreft niets te zoeken. Nogmaals, ik gun iedereen zijn vistijd en visplek, als ik ergens voer en er zit een paar uur later iemand anders dan wijs ik hem waar er al wat ligt. Het zit hem in de manier waarop, die hele COVID19 ellende heeft een type visser naar de polder gebracht die er niet thuishoort, ze passen er gewoon niet. Ze kennen de ongeschreven etiketten niet die er zijn tussen de jagers, boeren, tuinders en vissers; ze verzieken het. Pissig draai ik om, dat wordt heel wat eerder thuis zijn dan gedacht. Ik passeer de eerste stek, nog even proberen? Stoom komt uit mijn oren, beter om even af te koelen, wie weet? Niet veel later zit ik mijzelf op te vreten, twijfel of ik erheen moet rijden en zeggen wat ik ervan vind. Leken me niet de types die in staat zijn tot enige zelfreflectie. Ik bijt op mijn lip. Wat een klotezooi, had ook echt zin in dit avondje. Langzaam zakt de woede wat, concentreer me weer wat meer op mijn pennetje. Onwaarschijnlijk toch, moet toch minstens wat witvis rondhangen? Na een minuut of tien uit het niets een tik. Blankvoorn? Kort erna wordt de pen een stuk verplaatst, eerst naar links, dan naar rechts, ineens wordt het donker, breekstaafje is in het zwarte water gezakt. Ik wacht even af en sla aan. Weerstand, een zak zand die traag naar de kant zeilt, net kan er meteen onder. Twintig minuten later steek ik twee middelvingers omhoog in de richting van de andere "vissers", krijg de kolere denk ik met een grote grijns op mijn gezicht.
6 Comments
|
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|