"Het is gaan regenen", zeg ik tegen niemand in het bijzonder, meer een soort tegen mijzelf terwijl mijn blik door de grote ramen naar buiten dwaalde. De collega met wie ik een afspraak heb pikt het op. "Hè ja, bah". "Soms best lekker", voeg ik eraan toe. Een vragende blik, ik glimlach. Een uurtje later zit ik op de fiets. Tinteling in mijn voorhoofd. Ik schud mijn rugtas even heen en weer en hoor het bakje voer rammelen; mijn hart maakt een klein sprongetje. Niet veel later met de nette herenschoenen over het houtsnipper paadje dat zich sloom tussen de bomen laat wiegen. Het ruikt hier goed, bedompte lucht van natte natuur en weilanden. Paar diepe zuchten en ik ben geland. Op vier plekken gaan wat pellets gecombineerd met kikkererwten het water in. Meter of zes uit de kant, precies daar waar het talud ligt. Plekje wat ik rond de kerst ontdekte. Schitterend scherp talud en op één plek zelfs een okseltje. Die laatste lijkt een topplek te zijn ongeacht jaargetijde, watertemperatuur en weer. Ondanks de ruim aanwezige begroeiing heeft de wind goed vat op het water. Het gevoel dat er gevangen gaat worden is groot. Paar uur later ben ik terug, het is pikkedonker. Druilerige miezer vliegt op de harde wind overal tussendoor. De temperatuur is sinds vanmiddag alleen maar toegenomen, zit nu boven de tien graden. Mij hoef je niks wijs te maken, welk jaargetij het ook is, een in de avond toenemende temperatuur met dikke bewolking harde zuidwestenwind is altijd goed. Vol vertrouwen gaat dus het aas richting het okseltje. Ik ga er is goed voor zitten terwijl om me heen de takken op het ritme van de wind continue tegen elkaar aan roffelen. Ik startte dit visjaar in het okseltje, ijskoude nacht zonder wind. Meerdere vissen rolden aan het spiegelgladde oppervlak, ook op de stek rollende vis. De eerste zeelt van het jaar, prachtexemplaar. Lichtpennetje staat stevig ondanks de harde wind. Al snel begint hij traag naar links weg te lopen, traag maar onverstoorbaar. Ik sla aan en voel het bonken; weer winterzeelt. Langzaam, rustig tegenwerkend komt de vis vanuit de diepte omhoog. Zo snel succes, dat is wel lekker, rechtvaardigd het gevoel van de middag. Voor dit water een kleine, maar oh zo mooie. Snel wat snippers voer de stek op, wellicht hangen er meer vissen rond? Het blijkt een valse start, op geen van de stekken volgt er een tweede aanbeet? Tot kort voor middernacht zit ik te kijken naar dat lichtpuntje, net zolang tot het voor mijn ogen begint te zweven. Ondertussen mijmerend over alles wat weer komen gaat, nog een week of wat en het is alweer lente. Zoveel plannetjes, zoveel water, zoveel dromen om waar te maken in zo weinig tijd. Harde wind, zachte temperaturen en steile taluds hebben de afgelopen maanden gedomineerd. Van winter is het echt op geen enkele manier sprake geweest. Halverwege januari ook weer die harde wind en zachte temperaturen. De tocht is een krappe 700 meter lang, de wind staat er vol op, aan het einde een positief verval, van diep naar ondiep. In de ochtend wat maïs en pellets, geordend over een paar vierkante meter. Daarna de thuisdingetjes doen, steeds denkend aan dat voer onder water, zouden ze er liggen? Als ik eenmaal zit is het vertrouwen weer torenhoog. Ook als ik na drie kwartier nog geen beweging heb gezien. Ik controleer het aas en leg iets verder op het talud in, pennetje heb ik goed bijgesteld want staat als een huis. Ik wil net een volgende bak koffie in doen als het pennetje wordt weggegrist van het oppervlak. Zo hard dat ik even twijfel of het een lijnzwemmer is, éénentwintig, murmel ik langzaam, dan sla ik. Korte dril en daarna wintergoud, soms lijken de dingen zo vanzelf te gaan? Misschien me de afgelopen jaren teveel op brugpeilers en duikers gericht? Hoewel ook daar prima gevangen, vreemd genoeg hebben die stekken me de afgelopen maanden in de steek gelaten. Geen enkele aanbeet gehad op gekende winterstekken. Verbazingwekkend? Dan maar doorzoeken naar die scherpe taluds. Zoek is niet altijd nodig, dat okseltje waar ik deze blog mee begon leverde dit jaar niet enkel zeelt op. Na de ijskoude nacht en eerste zeelt een avond met veel warmte en harde zuidwestenwind; zoals eerder gezegd vangweer. Ook nu is het in het okseltje binnen de kortste keren raak. Karper, ik dril in de stille nacht. Als ik een stap achteruit zet om mijn net te kunnen pakken glij ik even weg. Ik val niet maar hef de hengel wel hoog, zo hoog dat hij tussen een paar takken komt te zitten. De karper opgehangen aan de vastzittende lijn in het water, als hij wegzwemt, wordt hij omhoog getrokken. Ik ben blij dat ik laarzen aan heb, water in en op goed geluk net eronder, pfff dat had vervelender af kunnen lopen. Ik klim een stukje de boom in om de hengeltop en draad tussen de takken vandaan te krijgen. Met enige moeite lukt dat, wat een warboel. Als de boel los is voel ik achter me naar een tak om de boom uit te klimmen, net te laat merk ik dat ik een dode tak te pakken heb en met gekraak en geraas donder ik met tak en al uit de boom. Beduusd zit ik even op de grond, ik ben heel en (niet onbelangrijk) de hengel ook. Ondanks de januarinacht poseer ik met zweet op mijn voorhoofd met de spiegel. Ik orden mijn hengel, stuk draad eraf, alles opnieuw optuigen. Niet veel later zit ik op de tweede stek, geen okseltje, wel schitterend bodemverloop. Na een half uur zakt de pen weg. Ik sla aan en trek langzaam de hengel krom op een niet mis te verstaan gewicht dat in eerste instantie niet reageert. Dan, heel langzaam en rustig begint het gewicht zich te verplaatsen. De slip tikt zachtjes. Ik sta met open mond en ervaar het moment. Het tikken stopt, het gewicht keert, komt richting de kant, ik draai bij en hou druk. Grote wellingen, even komt de vis los van de bodem maar als reactie trekt hij bijna de hengel uit mijn handen om weer op de door hem gewenste positie te komen. "He voelt niet goed" schiet door mijn hoofd, ik probeer het van me af te schudden maar dat lukt niet.
Langzame rondjes, keer op keer, hengel hoepelrond, een trage uitval naar links, slip tikt weer, op de verlengde lijn zakt de vis verder het talud af richting het midden van het water, weer een paar tikken van de slip, dan valt de druk weg. Vals gehaakt? Ik draai binnen, leg de hengel weg en ga zitten. "Wat was dat", vraag ik mijzelf af, gevolgd door "dat zal je waarschijnlijk nooit weten". Nieuw jaar, nieuwe kansen, gemiste kansen, zelfde gevoel.
4 Comments
Hans
3/2/2020 11:09:42 am
Ha Andries, wat ontzettend herkenbaar. Met name ook het stukje over het ontbreken van vis op de winterholdingarea's. Volgens mij liggen ze her en der verspreid over de watersystemen, en met dit superweer regelmatig azend. Hoor overal de positieve geluiden qua karpervangsten, in tegenstelling tot de snoekers die klaarblijkelijk veel minder vangen. Ook daar veel minder vis op de bekende winterplekken...
Reply
Andries Hoekstra
4/2/2020 06:58:56 pm
Hoi Hans
Reply
Arie Griffioen
3/2/2020 08:30:55 pm
Hengel vast in de boom klimmen klauwteren en dan eruit sodemieteren wat een avontuur weer. Aarde donker natuurlijk alles nog heel gelukkig maar,je bent de jongste niet meer ;) Het gevoel van losschieten iets waar je nooit aan went vals gehaakt buiten de bek staart ach dat houd het vissen spannend. Gelukkig heet het vissen en niet vangen op naar een nieuwe aanbeet .
Reply
Andries Hoekstra
4/2/2020 06:55:41 pm
Hoi Arie
Reply
Leave a Reply. |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
April 2024
Contact: [email protected]
|