31 december 2017. Net voordat we naar mijn ouders vertrekken bereid ik snel even een blogje voor. Foto's alvast klaarzetten zodat ik op de laatste avond van 2017 een verslagje kan typen. Het is ondertussen bijna drie maanden later en het concept staat nog steeds onaangeroerd... Blijkbaar kwam er één ander tussen! De 30e had ik lekker zitten vissen. Avondje in één van mijn favoriete polders. Na lang zoeken eindelijk de code gekraakt en in koude nachten koude winterkarpers van een diep stuk weggeplukt. Wat een genot was dat om na uren zoeken en investeren de pen weg te zien zeilen en na de aanslag niet die slappe weerstand van een brasem te voelen. Minutenlange, trage dril in een zompig weiland. En uiteindelijk gebalde vuisten en en paar oerkreten. Als de dingen dan lukken, de puzzelstukje op zijn plek vallen dan is dat heel erg lekker. En dan is het 2018 en als ik terug reken is het tien jaar geleden dat ik begon met schrijven. In 2008 kwamen de eerste verslagen online. Als ik dan echt goed nadenk is dit dus het elfde jaar dat ik verhaaltjes schrijf. Plannetje in duigen! Plannetje? Ja, ik had een plannetje. In het tiende jaar wilde ik af en toe een leuk oud verslag omhoog trappen en dan voor old time sakes het desbetreffende water nog eens bevissen. Een beetje een tochtje langs het wel bekende memory lane. Misschien doe ik het alsnog maar dan niet direct gerelateerd aan een jubileum jaar. Om me heen verdwijnen er vooral blogs. Soms met een mooie laatste post, soms zomaar ineens volledig weg en soms wegvallend in het lijstje blogs omdat de laatste post alweer twee jaar geleden was. Ik voel me dan soms maar een braverik dat ik netjes mijn verslagen blijf schrijven maar twijfel ook vaak genoeg of men nu niet eens uitgelezen is? En toch zit ik weer te schrijven, heb het nodig om af en toe mijn hoofd leeg te maken. Dat kan zo vol raken van die stomme karpers. Onwaarschijnlijk wat een beslag het jaar in, jaar uit weer op me weet te leggen. Toch lijkt er een kentering te komen. Afgelopen periode ook wat andere visserijen opgepakt. Na jaren weer wat vaker op de snoek geweest. Lekker met kunstaas keilen en meters maken. Ook altijd erg leuk en vaak een goede manier om in de winter een beeld te krijgen van nieuwe polders. Ook een heel licht hengeltje dat al jarenlang stof lag te happen van een mooi minimolentje gevuld met dyneema voorzien om met rubber op baars te vissen. Tikje van een virus dat ik meekreeg tijdens een visuitje van mijn favoriete forum in Amsterdam. Ik ving zomaar een bak van een baars en dat proefde naar meer! Als dan na die korte koude periode ik het kuilgras ruik is het weer helemaal aan. Ik had tijdens een paar eerdere visbeurten mijn eerste karpers van 2018 al wel gevangen, maar de lucht die me maandagochtend de vijfde maart tegemoet komt kan maar één ding beteken; het wordt lente. Zorgt ook meteen voor een probleem, de vriezer is leeg. Sterker nog, de vriezer is al bijna drie maanden leeg. Geen zakjes met eigen gemaakte bevroren particlemix, al wekenlang val ik terug op supermarktaas. Dat gebeurt niet vaak, ik zorg er eigenlijk altijd wel voor dat alles klaarligt voor een visbeurtje. Ik hou mijn materiaal in de gaten en zorg er altijd voor dat het vriezertje gevuld is. Dan merk ik ook direct dat er wat anders is. Ik moet gewoon een gaatje in mijn agenda vinden om bij de toko langs te gaan om wat droge particles te halen! Sterker nog, ik moet terugvallen op de supermarkt en daar hebben ze alleen kikkererwten, hoewel erwten, eerder erwtjes. Wat een minidingen, zelfs na 24 uur weken ontstijgen ze het formaat doppererwt niet, maar ja je hebt het er maar mee te doen. Een tijdelijke oplossing noemen we dat dan maar en die karper zal niet omkijken naar het formaat! Zo snel als de lente in de lucht zit is hij er ook weer uit, de kolder in de kop blijft natuurlijk wel hangen. Wat een kou ineens weer. Geen weer voor kikkererwten. Veel te grof en te hard. Zacht en smeuïg aas, dat is waar ik op die momenten voor ga. Op pad ga ik dus toch. Oud, nieuw winterstekje. vroeger vaak geweest en een beetje vergeten, dan na twintig jaar komt het weer in beeld en dat is leuk. Weinig verandert aan het water, bruinig van kleur en ondiep. Mooie duiker, diep tussen een hoge kant, alleen wind uit het zuiden heeft er effect op. Eigenlijk kan het niet mis toch? Maak ik ook maar direct gebruik van één van de nieuwe molentjes die voor het roofvissen is aangeschaft. Hier past alleen heel licht vissen. Hengeltje van 1lb, nieuwe Pen Battle 2000 gevuld met 18/100e. Minipennetje dat op 0,3 gram staat en dan een klein haakje. Heel simpel en doeltreffend allemaal. Voor veel karpervissers een brug te ver om zo licht te vissen maar geloof me; als het kan is het zo leuk! Een paar ministukjes smac vinden hun weg naar het water. Daarna het pennetje erop. Wat een genot, uit de wind in de zon is het erg goed te doen. Vis is actief maar wel oertraag. Veel beweging maar geen aanbeten. De twee keer dat het wel een aanbeet lijkt mep ik mis. Misschien giebel, zwemt er veel en die ken ik als hele langzame eters, ook als de watertemperatuur hoger is. Even is de beweging weg maar na een minuut of tien weer af en toe een trage reactie op de pen van hetgeen onder water plaatsvindt. Dan eindelijk de bevrijdende aanbeet en een rake mep. Oeh, wat gaat dat ranke hengeltje mooi krom! Genot om naar die naar het wateroppervlakte knikkende top te kijken. Ondanks de dunne lijn hoeft de slip niet te assisteren. Als de vis ondieper komt sta ik raar te kijken; wat een gekke kleur? Kwartje valt pas als het beestje in het net op de kant ligt. Een witte spiegelkoi! Dat was wel het laatste dat ik verwachtte! Het contrast tussen die gekke, grote goudvis, het koude weer en dat roestbruine water is zo groot dat ik schaterlachend langs de kant zit. Zo zie je maar dat verassingen er altijd kunnen zijn. Na de koi is het klaar. Een stuk ijs is losgeraakt en drijft op de stek, vissen gaat niet meer.
Dat visje uit dat ijskoude water voelde goed, net zoals het nu goed voelt om toch maar weer eens wat aan papier toe te vertrouwen. Met verassingen als deze blijft er voorlopig voldoende te vertellen; tot de volgende post!
4 Comments
En dan is het alweer bijna voorbij. De tijd vliegt, zeker als ik kijk wanneer mijn laatste post hier is geweest... Ik heb zolang as mogelijk doorgevist op de manier zoals ik gewend ben; 's nachts meerdere stekken afpennen. Tot eind november is dat succesvol geweest. Daarna meer kou en een paar sessies waarop ik geen enkele beweging in het water zie. Het sein voor mij om over te schakelen naar winterplekken. Ik heb er vertrouwen in maar als het keer op keer mis is dan slaat de twijfel toe? Stekken die eigenlijk ieder jaar wel wat opleveren geven geen teken van leven. Eén keer zijn er een paar slome bewegingen maar geen aanbeet. Waarschijnlijk ligt de vis er wel maar eten ze niet? Wat overblijft is mijmeren als ik foto's van de laatste vangsten bekijk. Einde van een even jaar betekend ook een fotoboek samenstellen. Doe ik eens in de twee jaar en het is altijd een genot om aan te werken. Foto's selecteren en daarmee herinneringen herbeleven. Stukjes tekst die het beste de vangst typeren opzoeken en plaatsen met als resultaat weer een prachtig naslagwerk. Niet alleen een fotoboek ook moet ik op zoek naar een nieuw logboekje. Hij is vol, ruim acht jaar karpervissen staan netjes opgeschreven in het a6 grote boekje, een schat aan info. Met regelmaat pak ik het er even bij. Nu moet ik op zoek naar een nieuw schrijfmaatje maar deze zal altijd onder handbereik in de kast liggen. In dezelfde lijn ligt de ontdekking dat ik aankomend jaar mijn tiende jaar aan karperverslagen ga schrijven. Ik sta er nooit zo bij stil maar terugdenkend en vooral teruglezend is het een grote periode, beslaat ruim een kwart van mijn leven en dan met name het kwart waarin al die gebeurtenissen die je als 'live events' kunt typeren zijn gepasseerd. Veel verslagen dienen toch wel als kapstok van mijn geheugen waarmee ik bepaalde van die live events zo weer voor de geest kan halen. Ik zit een avondje terug te lezen, soms een lichtelijke schaamte om eigenwijze toon van de eerste jaren, soms schaterlachend om wat er zoal gebeurt, soms lichtelijk emotioneel omdat het toch allemaal wel een stempel heeft gedrukt door de jaren heen. Doet me ook beseffen hoeveel mooie polders er wel niet zijn en dat ik eigenlijk teveel plekken ken en daarmee niet altijd met een focus aan het pennen ben. Alleen al dit jaar ben ik in 23 polders geweest, verdeeld over net geen 90 keer vissen is dat eigenlijk net teveel van het goede. Afgelopen dinsdag loop ik weer eens in zo'n prachtpolder. Ik ving er nog nooit iets, viste er maar vier keer eerder verdeeld over de afgelopen drie jaar. Wat een dag, weinig wind, strakblauwe lucht en die eeuwige weilanden gescheiden door slootjes en weteringen. Ik krijg geen enkel stootje, vis meerdere bruggetjes af waar het dieper is dan op de rest van het water. Pennetje strak tegen de peilers en maar hopen dat er een cyprinus ligt? Ondertussen het moto "kijk om je heen en geniet" toepassen. Ik bedenk me dat ik veel te weinig hier kom, er vaker heen zou moeten gaan; zoveel keuzes om te maken, wie weet volgend jaar? Ik denk dat ik er vanavond nog even tussenuit piep, wellicht morgen ook even. Het nog niet hebben vangen van een decemberkarpertje knaagt toch wel wat aan de gemoedsrust.
Daarna weer een jaar officieel afsluiten en weer een nieuwe ingaan. Weer nieuwe mogelijkheden, de jongste die vrij snel in het nieuwe jaar naar school gaat. Ik zie het al helemaal voor me, kinderen naar school, papa met een bakje voer de polder in, samen lunchen, na de lunch kindertjes weer naar school, papa een pennetje plaatsen op het strooisel van eerder. Daarnaast merk ik dat het grotere water me weer begint te trekken, de Rijn is toch wel een mooie rivier en volgens mij zwemt er karper genoeg. Wellicht dat de papadagen ook ingezet gaan worden voor verkenningstochten van bepaalde delen van deze rivier. En dan zijn er dus nog al die polders en andere visplekken die ook echt wel weer aandacht moeten gaan krijgen. Het zal een kunst worden om alles weer in balans te houden, is soms bijna een hobby op zich! We gaan het wel zien, voor al diegenen die vial dit blog regelmatig of af en toe meekijken over mijn schouder; een heel fijn uiteinde en alvast een goed 2017. Mooie (vis)dagen toegewenst. Ik heb er zin in, jij ook? Na een welverdiende en fijne vakantie heb ik er weer zin in. Ik verruil de Spaanse bergen voor de Nederlandse polder. Groot contrast, wat een weide blik ineens weer. Ieder jaar na vakantie besef ik me hoe mooi ons kale, vlakke landje is. Ik start in een polder die ik voor augustus heb 'bewaard'. Michael introduceerde me er twee jaar geleden en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. 48 uur na thuiskomst plaats ik verwachtingsvol een pennetje op de eerste stek. Er is veel vis actief en op de eerste en de tweede stek vang ik binnen een paar minuten een brasem. Daarna ontvouwt zich een scenario wat ik alleen in deze polder eerder meemaakte. Meerdere karpers die om stekken heenhangen, eroverheen zwemmen, ervan wegrollen maar het aas oppakken gebeurt niet. Ik vang er nog een brasem en een zeelt bij. Niet geheel ontevreden maar wel met wat nieuwe vraagtekens verlaat ik diep in de nacht de polder. Daarna keer ik terug op mijn schreden. Een apart watertje bij mij in de buurt. Ooit onderdeel van een lange ringvaart maar nu afgescheiden van de boezem, stiekem verstopt op een dijkje tussen weilanden, industrie en woningen. Voor mijn vakantie kwam ik er drie keer op rij en er ging zo onwaarschijnlijk veel mis dat het een vieze smaak in de mond naliet. Op één van de avonden presteerde ik het om binnen een half uur op vier verschillende stekken een vis te verspelen, twee overduidelijk azende karpers met mijn onrust te verjagen en te slaan op een lijnzwemmer met het welbekende resultaat. Het is goed om er even niet te zijn geweest maar als ik de schelpen onder mijn laarzen voel knisperen merk ik dat er een rekening openstaat. Vreemd genoeg zijn er voor het eerst ook andere vissers actief? Tot nu toe kwam ik er nooit iemand tegen, nu zitten er op drie verschillende plekken een aantal jongeren statisch te vissen. Maakt niet uit, op de ruime twee kilometer lengte is er ruimte genoeg. Op de eerste stek stuitert binnen de kortste keren de pen weg, na de aanslag een korte felle strijd en een spiegeltje op de kant. Waarschijnlijk afgelopen voorjaar uitgezet, eerder zag ik al van die typische "uitzet formaat" spiegeltjes zwemmen. Ik snap niet zo goed waarom er uitgezet is, er zwemt op zich al vis genoeg? Rekening vereffent? Lijkt even van niet want weer mis ik een vis door op een lijnzwemmer te slaan en verjaag ik een vis die op een stek ligt te azen. Toch voelt het anders want deze keer is het gewoon 'shit happens" in plaats van een gebrek aan concentratie. Een klein schubje vlak voor het naar huis gaan maakt het tot een prima paar uurtjes vissen. De statische boys vangen geen van allen iets voor zover ik meekrijg dus ik prijs mijzelf gelukkig met mijn gespreide aanpak. Gisteravond keer ik weer terug op mijn schreden. Samen met Michael een avondje in de polder waar ik na de vakantie het brasemgeweld meemaakte. Het water ligt er zoals zo vaak anders bij, Waterpeil is wat gezakt en waar afgelopen zondag het een aanblik van overal azende vis gaf lijkt het nu doods? is dit hetzelfde water als zes dagen geleden?
We lopen en voeren, kletsen bij, lang geleden dat we samen op pad waren. Taaie visserij, Michael heeft op één stek vis maar zoals wel vaker sterft de activiteit weg voordat er een aanbeet kan worden genoteerd. Ik heb het idee dat het een avond van geduldig afwachten wordt met een grote kans dat het bij afwachten blijft. Als vier uur na het voeren de pen dan ook overduidelijk wordt weggetrokken springt mijn hart op. Ik wacht geduldig en blijf rustig ademhalen terwijl ik lijnzwemmer na lijnzwemmer constateer. Bijna als ik denk toch met kreeften te maken te hebben wordt de beweging steeds vaker en steeds heftiger. Dan is het moment daar, het lichtpuntje dat het zwarte water inzakt. Onder het schijnsel van de oranje, grote maan dril ik. Stelt niet veel voor, vis komt niet op gang, spettert een beetje ontdaan rond. Komt misschien door de vreemde vorm? Maakt ook allemaal niet uit, een visje op een stille avond als deze voelt als een dikke bonus. Nog weer twee uur later blijkt dit de enige aanbeet van de avond en dan is het helemaal prettig als je die verzilvert. Glas halfvol of halfleeg ligt maar weer eens dicht bij elkaar. En dan zit je zomaar een paar weken te staren naar een foto van je laatste wapenfeit... Op zich geen ramp, eind juni, begin juli zijn niet de makkelijkste maanden. De paai is voorbij, de vis zwaait weer uit door de hele polder heen en weet zich verrekte vaak op te houden op plekken waar je niet kunt komen. Ook zijn er van die stille, bedompte, enigzins warme avonden waarop er geen rimpeling op het water is. De maan al groot en bleek op, de zon ertegenover zachtrood nagloeiend van een dagje werk. Alles staat in leven, overal dierengeluid behalve onder water? Je mist is een aanbeet, verjaagd eens een vis en dan is het er ineens; een knagend gevoel wat je vaak precies de verkeerde keuzes doet maken. Als ik terugkijk op de afgelopen drie weken dan zou ik meer dan gelukkig zijn om maar de helft van de geboden kansen te verzilveren maar het zat er even niet in. Een continue aanhoudende onrust die me meerdere keren stom op lijnzwemmers deed aanslaan, de bekende boeggolf tot gevolg. Vissen die blijkbaar een zesde zintuig hebben en vanaf het moment dat je gaat vissen zonder enige verdere aanleiding de stek verlaten waar ze even daarvoor nog rustig aan het azen waren. Als kers was er een draadbreuk tijdens de dril van een grote vis. Totaal uit het niets op en zo onlogisch was dat je nog maar één ding kan bedenken; de hele wereld is tegen me. Onzin natuurlijk maar dat zijn de uiteindelijke barsten veroorzaakt door de haarscheurtjes die eerder al in het vertrouwen gesprongen waren. Uiteindelijk is er dan dat moment dat je dat pennetje ziet staan en bij jezelf denkt; "wie zit ik voor de gek te houden, dit gaat niet lukken". Dan maar even afstand, gek, lang geleden dat dat nodig was. Onwennig ook om even geen volgend avondje gepland te hebben. Geeft ook veel rust, even loskomen van wat uiteindelijk ook niet meer dan een hobby is. Zoals altijd komt er dan vanzelf weer een moment dat 'het' gevoel terugkomt. Duurt vaak ook niet lang, een dag of zeven, soms iets meer, soms iets minder. Het is vooral even niet denken aan, loslaten van. Vandaag ineens een vrije middag. Beide kinderen ondergebracht en geen drukte op werk. Ik zie het wel zitten, visspulletjes bij elkaar. Blikkie maïs en kikkererwten mixen. Lekker fout die maïs, een aas wat ik eigenlijk omzeil in de zomer maar ik heb een dwarse bui. Fiets erbij en op weg naar een poldertje waar ik nog niet was geweest dit jaar. Ben benieuwd of er te vissen valt, soms groeit het helemaal dicht. Als dat zo is ligt er niet veel verderop een alternatief. Over nagedacht dus, logische keuzes voor de korte tijd die ik heb. Aangekomen is het water mooi schoon, her en der wat lelies maar verder weinig planten. ik zie direct graskarper. meerdere grote loebassen lummelen wat rond, eentje imponeert, niet eens om zijn omvang maar om zijn blakende witheid; een albino exemplaar. Terwijl ik op gepaste afstand een plan de campagne maak, komt er een staartlob boven water uit. verleidelijk zwaait hij me toe; kom maar, kom maar, kom maar. Ik wacht toch nog even, die graskarpers kunnen bij het minste of geringste ervandoor gaan, enorme boeggolven trekken er dan door de smalle sloot, alles op zijn kop en waarschijnlijk vlucht er veel vis mee. Vaak zie je een kettingreactie van paniek van je wegrollen. Als de kust veilig is hurk ik op een paar meter uit de kant. Ik leg het net zo neer dat het hoge gras en korte riet langs de kant naar beneden gedrukt wordt. Een twintigtal maïskorrels en kikkererwten vinden hun weg naar de rand van een dun leliebedje. Niet veel later pennetje erachteraan. Ik zit en wacht op wat komen gaat. Die graskarpers verwacht ik eigenlijk niet op de stek, hoe vaak ik ze ook tegenkom in dit water ze laten zich moeilijk verleiden, lijken vaak volledig in hun eigen wereld op te gaan.
De zwaaiende staart laat zich met tussenpozen zien, albino ligt een meter of tien verderop een beetje te zonnen. Pennetje krijgt zo nu en dan een tikje, kleine vissenlichaampjes van de boosdoeners glinsteren in het felle zonlicht. Na een half uur zakt het pennetje wat en wordt op sleeptouw genomen, ik sla aan maar haak niets. Wel komt er even een voorntje mee omhoog, zorgde die voor de beweging? Twee nieuwe, verse maïskorrels worden op de haak geprikt. Daar staat dat rode puntje weer, duurt maar even dan weer een zakkertje en een pen die op sleeptouw genomen wordt. Ik verwacht voorn maar ontmoet zware weerstand. Een grote graskarper komt direct boven, lijkt valsgehaakt maar dan zie ik dat de haak gewoon in zijn benige lippen zit en het draad om een borstvin is geslagen. De vis maakt diepte, het draad springt los. Hij begint een spurt, niet lang gelukkig. Ik ga vol in de hengel hangen, heb geen zin in een ratelende spoel. Als dit soort vissen op gang komen kun je je lol op, dat wil ik voorkomen. gaat vrij eenvoudig want binnen de kortste keren ligt hij al op de kant. mooie grote vis, ondanks de korte strijd rustig op de kant. Voldaan laat ik hem na de rituelen terug glijden. Voelt goed, voelt naar meer. Ik vis nog kort door, vang een paar mooie blankvoorns. Tijd gaat snel, twee uurtjes is ook eigenlijk niets, toch was het vandaag voldoende om de wereld er een beetje anders uit te doen zien. "Niet gehinderd door enige kennis", een uitspraak van een collega schiet door mijn hoofd heen als ik voor de zoveelste keer het schelpenpad betreedt. Ieder bezoek is er meer te zien, meer nieuw groen, meer actieve watervogels en meer tekenen van karper. Met alle opgedane kennis is het soms best lastig om met een 'leeg' hoofd aan de slag te gaan. Heimelijk denk ik weleens terug aan de tijd dat ook ik niet gehinderd door enige kennis in het vroege voorjaar naar de waterkant toog. Geen enkele gedachten over waar vissen zich wellicht op zouden kunnen houden, gewoon een blikje maïs, een gezonde portie opportunisme en gaan. Ik probeer iedere visbeurt iets te leren, vragen die ik heb beantwoord te krijgen. Dat lukt aardig, puzzelstukjes die langzaam op hun plek vallen. Ook steeds weer nieuwe puzzelstukjes. Neem nu deze polder. Toen ik in het late najaar een steeds grotere concentratie van karper op een bepaald deel aantrof dacht ik een plek te hebben gevonden waar de karper overwintert. Iedere visbeurt in december, januari, februari en maart leverde hetzelfde beeld op; rollende brasem en zeelt maar geen karper? Onlangs was ik er weer geweest. Voor het eerst proefde het naar lente. Kort na aankomst was het gemaal gaan draaien. Mijn pennetje stond geduldig te huppelen op de trek. Na een prachtige zonsondergang is er een enorme bleke maan gehuld in nevelslierten en temperatuur die vlot onder het vriespunt kruipt. Achter elkaar zie ik vis rollen, ik vang in korte tijd twee brasems en een zeelt. De gedachte van karper op deze plek heb ik opgegeven. Wel ben ik benieuwd of er een moment in het voorjaar gaat zijn dat de vis hier ineens weer aanwezig gaat zijn en of ik dan kan achterhalen waar ze vandaan zijn gekomen? Maart glijdt voorbij, vooruitzichten van draaiende wind en vooral warmere nachten worden steeds weer een stukje opgeschoven. Op de voorlaatste maartdag zit ik als een koning in mijn stoeltje te genieten van een zonsondergang. Om me heen is de natuur volledig tot leven gekomen. Ik drink een paar bakken hele sterke koffie, eet wat oud brood met dikke plakken salami die ik ter plekke snij. Ik voel me groots, hier ben ik op mijn plek. De avond levert voor de verandering weer eens een zeelt op. De vis voelt beduidend minder koud aan dan zijn voorgangers van de voorbije weken. De zeeltteller is de karperteller ondertussen voorbij gegaan dit jaar; iets wat ik niet eerder meemaakte. Misschien van visserij veranderen? Ik geniet van de 'bijvangsten' het zijn toch maar schitterende vissen. Een paar dagen later is de lente in volle gang. Ik sleep me naar het water. Twee weken zieke kinderen en vrouw, drukte op werk en daarmee in mijn hoofd en veel korte onderbroken nachten maken me zwaarmoedig en vooral vermoeid. Tijdens de voetbalwedstrijd overdag kwam ik verkeerd terecht en mijn bovenbeen is stijf en pijnlijk, werkt ook niet echt mee. Ik zie de eerste vleermuisjes dansen, weer een mijlpaaltje in de voortgang van het voorjaar. Er is weer sterke koffie, iets waar ik geen genoeg van kan krijgen tijdens de avondjes en nachten vissen. Koffie smaakt altijd beter buiten, raar maar zo is het voor mij. Om me heen is er stilte, ik zie een zeelt rollen en daarna borrelen maar dat is het enige teken van leven. Ik loop van stek naar stek die ik ongeveer twee uur eerder aanvoerde. Het pennetje geeft geen teken van leven. Er rolt een gedachte mijn hoofd in: "hoelang duurt het voordat je onzeker wordt vanuit het niet vangen van karper?" Ik krijg geen tijd om over de vraag na te denken. De pen schuifelt traag over het water heen. Ik verstar, haal geen adem meer. Even stopt de beweging, dan loopt de pen door en zakt schokkend weg. Ik sla aan en voel de weerstand van karper. De vis weet niet zo goed wat hij moet, zwemt de kant in, plukt wat vuil op en wringt er dan wat onbeduidende rondjes onder de top uit. Ik denk hem eenvoudig te kunnen scheppen maar schep mis? De vis maakt een sprintje naar de overkant maar komt al snel weer boven het net en nu schep ik hem wel. Ik zit nog even rustig te zitten. Het is het enige wapenfeit van de avond, ik ben er blij mee. Voelt vertrouwd om met een meurend net langs de waterkant te schuifelen. Ik heb zin in de komende periode. Twee nieuwe polders op het oog die grondig uitgespit moeten worden en zoveel plekken waarnaar ik verlang om terug te gaan.
To be continued! |
Ik ben......Andries Hoekstra. Trotse vader van twee kinderen en getrouwd met een fan-tastische vrouw. Vanaf mijn 16e vis ik gericht op karper, ondertussen alweer 26 jaar. Vissen gebeurt tussen het familieleven door en daarom vaak 's ochtends vroeg, 's avonds laat of 's nachts. Andere blog's:Categorieën
All
Archieven
May 2024
Contact: [email protected]
|